Advocate Issabel De Fré over de Leuvense verkrachtingszaak: ‘Ik vind dit nog altijd een goed vonnis’

Issabel De Fré: ‘De eerlijkheid van de student heeft tot de opschorting ­geleid en net daarom is hij in die storm ­beland.’ © GF
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Een student gynaecologie die zich volgens de rechter schuldig had gemaakt aan een verkrachting, kwam er zonder serieuze straf van af. De uitspraak leidde tot een publieke lynchpartij. ‘Het lijkt erop dat mensen vooral graag hun verontwaardiging willen tonen, en dat ze minder geïnteresseerd zijn in de feiten op zich. Dat vind ik best zorgwekkend.’

Het zijn de eerste dagen van april, door Vlaanderen raast geen storm maar een orkaan van verontwaardiging. Aanleiding is een gerechtelijke uitspraak waarin een 24-jarige student gynaecologie aan de KU Leuven schuldig wordt bevonden aan verkrachting, maar ‘de gunst van opschorting’ wordt gegeven.

‘Schuldig aan verkrachting, maar geen straf’, zo vatten verschillende nieuwssites de uitspraak samen. De ‘vrijspraak’ (wat het volgens experts niet was) wordt geduid als een gevolg van zijn blanco strafblad, zijn ‘gunstige persoonlijkheid’ en de wens van de rechter om zijn mooie toekomst als dokter niet te hypothekeren.

 In een filmpje op Instagram vat influencer Elisabeth Lucie Baeten het Vlaamse onbegrip dat op de uitspraak volgt meteen goed samen. Een verkrachter was volgens haar vrijuit gegaan omdat hij ‘een toffe gast’ was met een mooie toekomst voor zich. Het woord ‘klassenjustitie’ valt.

Op dezelfde golf van verontwaardiging surft ook een aantal politici. Vooruit-voorzitter Conner Rousseau stelt op Instagram vast dat de straffen voor verkrachting ‘in 2022 verdubbeld’ zijn, maar ‘blijkbaar alleen voor metsers, leerkrachten en allochtonen, en niet voor gynaecologen.’ Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir (N-VA) verpakt een soortgelijke boodschap in een retorische vraag. ‘Had een arbeider dan een andere straf gekregen?’ Enkele dagen later is er een filmpje van Youtuber Acid, die zijn woede meent te moeten koelen door de naam van de student openbaar te maken.

‘Vooraleer je suggereert dat het om klassenjustitie gaat, zou je toch minstens een begin van een bewijs moeten zien.’

Schuldinzicht

Nu klinken er in die dagen ook andere stemmen. Al vanaf dag één brengt Liesbet Stevens, gerenommeerd professor seksueel strafrecht, in verschillende media nuance. Ze probeert onder meer het misverstand uit de wereld te helpen dat verkrachting per definitie bruut geweld inhoudt. In een poging de gemoederen te bedaren zet de Leuvense rechtbank het vonnis integraal online. Uit die tekst blijkt inderdaad dat dit geen verhaal is van bruut geweld. Afgaande op de verhoren zijn dader en slachtoffer door een toevallige samenloop van omstandigheden samen in bed beland. De jongeman vertelt haar de volgende ochtend dat ze seks hebben gehad. De jonge vrouw was te dronken om zich dat te herinneren én om daar toestemming voor te geven. Uiteindelijk is dat laatste de essentie. In de media wijzen experts erop dat dergelijke niet-consensuele seks sinds de vernieuwing van het seksueel strafrecht in 2022 als een verkrachting geldt. Uit het vonnis blijkt duidelijk dat de dader zich daar niet van bewust was, maar inmiddels wel schuldinzicht heeft. Ook dat speelde mee in de beslissing om hem ‘de gunst van opschorting’ te verlenen.

Veel nuances dus, maar die  kunnen de golf van verontwaardiging niet of nauwelijks temmen. Vlaanderen, zo stelde schrijfster en actrice Hilde Van Mieghem onlangs in Knack, was die dagen ten prooi gevallen aan ‘hysterie’. Dat was volgens haar ook het geval voor de KU Leuven, die de student meteen op non-actief had gezet en hem na een tuchtprocedure verbood om zijn opleiding gynaecologie te voltooien. ‘Nul empathie hadden ze met hem’, aldus Van Mieghem. ‘Terwijl elke mens een donkere kant heeft, allemaal maken we fouten. Veel mensen hebben dat zelfinzicht niet, maar ze zijn wel de eerste om een ander te veroordelen. De uitspraak van de rechter leek me correct: “Deze man heeft schuldinzicht en verdient geen straf.”’

Van Mieghem is niet de enige die er zo over denkt. ‘Die tuchtstraf van de KU Leuven vond ik disproportioneel’, zegt, ondertussen meer dan een half jaar later, de advocate Issabel De Fré, gespecialiseerd in zedenzaken. Ze was een van de experts die in de volle verontwaardigingsgolf pogingen deed om de rust te bewaren.

Uitgaansbuurt in Leuven.‘Dat een universiteit haar studenten probeert te beschermen tegen grensoverschrijdend ­gedrag of ­verkrachtingen, is de logica zelf’, zegt advocate ­Issabel De Fré. © ID

Maatschappelijke verontwaardiging

‘Dat een universiteit haar studenten en haar personeel probeert te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag of verkrachtingen, dat is de logica zelf’, zegt De Fré vandaag. ‘Maar was dat in dit geval nodig? Zoals ook uit het vonnis blijkt, spreken we hier niet over een antisociale, normloze psychopaat met risico op recidive. Daarmee wil ik de feiten niet minimaliseren. Hij heeft seks gehad met iemand die zo dronken was dat haar vrije wil was uitgeschakeld. Dat hebben camerabeelden waarop te zien was dat ze haar evenwicht kwijt was duidelijk aangetoond. De strafrechter heeft hem daarom schuldig geacht aan verkrachting. Maar de rechter heeft ook geoordeeld dat de feiten niet van die aard zijn dat ze zijn toekomst moeten hypothekeren. Ik vind dit nog altijd een goed vonnis. Maar in feite gaat de KU Leuven lijnrecht tegen de beslissing van de strafrechter in. Ik denk dat Hilde Van Mieghem ook op dat punt gelijk heeft, en dat de universiteit zich een beetje heeft laten meeslepen door de collectieve verontwaardiging. De maatschappelijke druk was ook erg groot. Vergeet niet dat er destijds een duizendtal studenten op straat gekomen zijn om tegen de beslissing van de rechter te protesteren, in veel gevallen nog voor ze het vonnis hadden gelezen, helaas.’

‘Ik denk dat de universiteit zich een beetje heeft laten meeslepen door de collectieve verontwaardiging. De maatschappelijke druk was ook erg groot.’

Bij de strenge bestraffing door de KU Leuven speelde mogelijk nog een andere overweging een rol. Kort na de dood van haar student Sanda Dia in 2018 had de universiteit al eens een tuchtonderzoek gevoerd naar leden van de studentenclub Reuzegom. Als straf voor hun rol in de dood van Dia moesten ze een paper schrijven en een taakstraf verrichten. De volgens velen te milde straffen zorgden toen voor bakken kritiek en de verdenking dat, net als de rechters, ook de universiteit zich aan een vorm van ‘klassenjustitie’ zou bezondigen. ‘Mogelijk speelde hier wat overcompensatie’, zegt Issabel De Fré. ‘Ik weet dat niet. Maar het idee dat het hier net als bij de Reuzegommers om een geval van klassenjustitie ging, leefde in elk geval zeer sterk.’

Gevaarlijk

Zelf is De Fré ervan overtuigd dat de sociale status van de student hier geen rol heeft gespeeld. ‘En het heeft me ook wel gestoord dat politici dat suggereerden. Openlijk twijfelen aan de objectiviteit van rechters is gevaarlijk. Zeker politici zouden hier, gezien hun maatschappelijke  positie, wat terughoudender moeten zijn. Vooraleer je suggereert dat het om klassenjustitie gaat, zou je toch minstens een begin van een bewijs moeten zien, bijvoorbeeld in de vorm van een patroon. En dat zie ik hier niet. Ik zie niet elke dag daders wegkomen met een opschorting. Maar het gebeurt, en nooit heb ik de indruk gehad dat hun sociale status daar iets mee te maken had. Net als in dit geval werd de doorslag gegeven door de mate waarin er schuldinzicht was, de context van de feiten, de inhoud van het psychiatrisch verslag of de kans op recidive.’

Waarom het idee van klassenjustitie hier zo hardnekkig bleef leven? Hier is het antwoord toch minstens voor een deel te vinden in het vonnis zelf. Daarin staat dat de rechter ook mild heeft geoordeeld omdat de student ‘talentvol’ is en ze hem de kansen op een mooie carrière niet wilden ontnemen. Het mag niet verbazen dat dat, ook bij politici, vragen oproept. ‘Het is niet aan mij om me openlijk en heel fel af te vragen wat die rechter nu heeft beslist,’ verklaarde minister Zuhal Demir in het Vlaams Parlement, ‘maar elk woord heeft wel een betekenis. (…) Als burger redeneer je dan zo: als dat een arbeider zou zijn geweest, dan had die een andere straf gekregen.’

‘Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de rechter niet anders had geoordeeld als de dader een arbeider was die nog een mooie toekomst voor zich had.’

Issabel De Fré toont begrip voor die kritiek. ‘Misschien is het argument in het vonnis ook wat onhandig geformuleerd. Maar het is zeker niet ongewoon dat rechters persoonlijke kenmerken en omstandigheden mee nemen in hun oordeel. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de rechter niet anders had geoordeeld als de dader een arbeider was die nog een mooie toekomst voor zich had. Dat “talent” en zijn “gunstige persoonlijkheid” waren trouwens maar een klein element binnen een argumentatie waarin nog veel meer andere argumenten meespeelden. Helaas hebben sommige media, door net dat ene element te benadrukken en de andere weg te laten, een bepaalde indruk gewekt, en zo het onrechtvaardigheidsgevoel mee gevoed.’

Kans gemist

Op de communicatie van justitie kwam, ook van experts, veel kritiek. Een veelgemaakt punt was dat hier een kans was gemist om uit te leggen dat dit vonnis óók erkenning gaf aan een slachtoffer. Dat was een erkenning die ze – ook dat is in de commentaar van experts vaak benadrukt – voor de vernieuwing van het seksueel strafrecht allicht nooit had gekregen. Onder meer om die reden noemden Liesbet Stevens en anderen het vonnis ook een stap vooruit.

Maar had een ruimere toelichting van de rechtbank geholpen om het maatschappelijk onbegrip te counteren? Issabel De Fré is sceptisch. ‘Ik heb sterk de indruk dat mensen vooral graag hun verontwaardiging willen tonen, en dat ze minder geïnteresseerd zijn in de feiten op zich. Dat vind ik best zorgwekkend. En het zou me nog veel meer zorgen baren mochten rechters zich daardoor laten meeslepen. Ik vermoed dat de rechters in dit geval ook wel wisten dat deze uitspraak in deze MeToo-tijden voor verontwaardiging kon zorgen. Het is alleen maar geruststellend dat ze daar niet aan hebben toegegeven. Want nee, je wilt echt geen samenleving waarin rechters hun oordeel afstemmen op de mogelijke reactie van de publieke opinie. Natuurlijk moet je dat oordeel helder en correct uitleggen aan die publieke opinie. Volgens mij is dat in deze zaak, misschien niet helemaal perfect, ook gebeurd. Maar die publieke opinie moet natuurlijk ook wel bereid zijn om zich op z’n minst te informeren.’

Nog even terug naar de kern van de zaak. Hilde Van Mieghem, die zich duidelijk wel over de zaak had geïnformeerd, zei daarover in Knack dat de student ook wel respect verdient. ‘Ze waren allebei dronken, flirtten wat en belandden in bed. ’s Morgens werden ze wakker en ze schrikken. Hij beseft onmiddellijk dat er iets gebeurd is dat beter niet gebeurd was. Hij had het kunnen ontkennen, want zij herinnerde zich niets. Niemand had het ooit geweten en zij had geen poot om op te staan. Die Leuvense student gynaecologie? Eindelijk een jongen die niet laf was en zijn verantwoordelijkheid opnam.’

De Fré volgt ook die redenering, en voegt eraan toe dat de student met een staalharde ontkenning wellicht deze dans was ontsprongen.

‘Als ik dat vonnis lees,’ zegt De Fré, ‘vraag ik me af of hij wel echt doorhad dat zij niet meer in staat was om haar goedkeuring te geven. Blijkbaar hebben ze nog telefoonnummers uitgewisseld. Was ze toen echt zo dronken? Hij had het ook over die boeg kunnen gooien. Zij wist niets meer over die avond, dus hij kon in principe om het even wat beweren. En hij was er meer dan waarschijnlijk mee weggekomen. Zoals zo vaak in dergelijke gevallen waren de feiten onbewezen gebleven. De student heeft, mogelijk na advies van zijn advocaat (Christine Mussche, nvdr), voor de eerlijkheid gekozen. Ik zou hem misschien ook dat advies hebben gegeven. Mede vanwege die eerlijkheid en zijn schuldinzicht is hem opschorting van straf gegund. Tegelijk heeft die eerlijkheid tot de opschorting geleid, de reden waarom hij in die storm is beland.’

Lynchpartij

De gevolgen van die storm zijn misschien wel onherstelbaar. Wie zich via Google over de zaak wil informeren, krijgt ongevraagd de naam van de dader in de suggesties. Wie, zoals honderdduizenden jongeren, Jos D’Haese (PVDA) op TikTok volgt, ziet onder zijn filmpje over de zaak, meteen over wie het gaat.

Wie ook maar een greintje empathie in zich heeft, weet dat die straf ongenadig hard is.

Mogelijk zou die publieke lynchpartij nog een rol kunnen gaan spelen in het vervolg van deze zaak. Want ook dat moet hier nog gezegd. Kort na de uitspraak besloot het parket in Leuven in beroep te gaan tegen de gunst van de opschorting. Dat betekent dat de hele zaak nog eens moet worden overgedaan, dit keer door het hof van beroep in Brussel. Een overweging bij die nieuwe beoordeling zou kunnen zijn dat de student, vanwege die moeilijk te meten schade die hij door die storm heeft ondervonden, al meer dan voldoende is gestraft. Die overweging speelde ook een rol bij een barman in Elsene, die na een uiteindelijk onbewezen geachte zaak volgens het parket ‘al voldoende was gestraft op sociale media.’

Voor het slachtoffer in deze zaak gaf het voldoening dat ze als slachtoffer werd erkend.

Issabel De Fré betwijfelt of dat argument hier een rol zal spelen. ‘Wat in die zaak een rol speelde waren vooral de objectieve feiten, de bewijslast en de proportionaliteit van de straf ten opzichte van het misdrijf.’

Dat misdrijf heette, in het geval van de student gynaecologie, ‘verkrachting’.

Hilde Van Mieghem vroeg zich in het Knack-interview af of we daarom niet dringend ‘nieuwe juridische termen nodig hebben.’ Wat er in Leuven is gebeurd, zei ze, ‘is iets anders. Dat ging over het menselijke gevoelen lust. Als dat een verkrachting was, dan lopen er honderdduizenden verkrachters rond in Vlaanderen.’

Het is een punt dat De Fré niet volgt.  In het nieuwe seksuele strafrecht kan ‘elk grensoverschrijdend feit’ misschien te makkelijk een verkrachting worden genoemd. Maar voor het slachtoffer in deze zaak gaf het voldoening dat ze als slachtoffer werd erkend. ‘De rechter heeft, ook binnen dat nieuwe strafrecht, tegelijk een breed kader gekregen om de daders te bestraffen. Hier was het de opschorting. In andere gevallen zes jaar effectief. Je hoeft niet blindelings met die rechtspraak akkoord te gaan, maar ze respecteren zou al een goed begin zijn.’

Partner Expertise