Martijn Dendievel

‘In ons onderwijs komt muziek helaas bijna niet meer aan bod’

‘We moeten muziek in onze schoolopleiding verankeren en opnieuw voor iedereen invoeren’, schrijft Martijn Dendievel, assistent-dirigent bij Symfonieorkest Vlaanderen.

Met veel interesse las ik in het regeerakkoord goede voornemens en belangrijke beslissingen om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. Volop inzetten op taalkunde, kennis van de geschiedenis én actualiteit, de werkdruk voor onze leraars verminderen,… Het zijn allemaal zaken die ik alleen maar kan toejuichen.

Één ding heb ik echter gemist. Het is iets dat elk kind kan ontwikkelen. Het is iets dat een samenhorigheidsgevoel creëert en de sociale vaardigheden helpt ontwikkelen. Het is iets dat kinderen leert om de eigen gevoelens te ontdekken. Het is iets dat een soort mirakelelixir voor een verbetering van de studieprestaties is, omdat het onder andere de cognitieve capaciteiten vergroot.

In ons onderwijs komt muziek helaas bijna niet meer aan bod.

Kon u raden waarover ik schrijf? Ik heb het over muziek. Zingen, spelen, neuriën, luisteren, gewoon iets met muziek doen! In ons onderwijs komt het helaas (bijna) niet meer aan bod. Toen ik in de kleuterklas zat, leerden wij per maand nog een tweetal kinderliedjes en zongen die samen met onze leerkracht, vandaag kan je in een doorsnee school de 8-jarigen die “Kortjakje” kennen op één hand tellen. In de lagere school wordt niet meer gezongen, en een regelmatig contact met muziek binnen de schoolmuren is er niet. Alleen kinderen waarvan de ouders besluiten om hen in de muziekschool in te schrijven, komen in aanraking met de wonderbaarlijke wereld van akoestische klanken en tonen.

In de laatste tijd zijn er nochtans een aantal studies en experimenten geweest, die bewijzen hoe belangrijk muzische vorming voor iedereen is. In 2014 stelde een Amerikaans onderzoek een duidelijk verschil vast tussen uitvoerende vaardigheden (executive functions) bij kinderen met en zonder muzische vorming. Belangrijk detail: de volledige testgroep kwam uit hetzelfde sociale milieu en had ongeveer hetzelfde IQ, wat bij voorafgaande studies een kritiekpunt was. Tijdens een gedachtenis- en reageertest werd onder andere volgend opmerkelijk verschil in hersenactiviteit tussen kinderen met en zonder muzikale ervaring bemerkt.

Probleemscholen in Bradford (Engeland) en Roxbury (Verenigde Staten van Amerika) maakten een bocht van 180 graden door van muziek, kunst en dans een vast bestanddeel in de opleiding te maken. Zo verbeterden in korte tijd niet alleen de prestaties, maar ook de sfeer en omgang met elkaar. In vijf jaar tijd kon de school in Bradford het aantal leerlingen dat de verwachte Engelse standaards voor lezen, schrijven en wiskunde haalde, van 53% tot 74% verhogen. De Amerikaanse school, voordien bekend voor geweld en schoolverlaters, verving in 2010 het veiligheidspersoneel door kunstleerkrachten en kon reeds na twee jaar een enorme stijging in snelheid van kennisopname vaststellen. Het pesten verdween, scholieren konden zich beter concentreren, en kregen betere kansen op verdere studies.

In het Duitse Bremen resideert een orkest van wereldklasse, de Deutsche Kammerphilharmonie, in een middelbare school, eet ’s middags samen met de leerlingen in de refter, en maakte van de repetitieruimte een extra leslokaal. Daardoor spaart het orkest de kosten voor infrastructuur en werkt ze terzelfdertijd aan haar sociaal-artistieke verantwoordelijkheid, die ze zichzelf opgelegd heeft. “Zukunftslabor” doopten ze hun project, het laboratorium van de toekomst. Een paar dagen geleden ging hun achtste “Stadtteiloper” in première, een muziektheaterproject dat studenten, leerkrachten, orkestmusici en buurtbewoners verenigt. Ook hier: naar deze school wou twintig jaar geleden niemand, in 2018 werd ze in een lijst van twintig beste scholen in Duitsland opgenomen.

Hier te lande zijn dit soort initiatieven schaars, en meestal georganiseerd door geëngageerde culturele instellingen of individuen. Als we met Vlaanderen internationaal op de eerste rij willen staan in zaken onderwijskwaliteit en innovatie, moeten we muziek in onze schoolopleiding verankeren en opnieuw voor iedereen invoeren, vanaf de eerste kleuterklas tot en met het zesde secundair.

Als we kinderen vroeg genoeg de liefde voor het musiceren bijbrengen, verlagen we de drempel die zich voor veel volwassenen nog steeds als elitair aanvoelt.

Enkele voorstellen: in de kleuterklas moet terug op speelse wijze gezongen worden (uiteraard met bijbehorende cursus in de opleiding kleuterbegeleider). In het lager onderwijs kunnen professionele muzikanten via de succesvolle Kodaly-methode regelmatig grote groepen in contact brengen met de basisprincipes van muziek. Ook kunnen muziekscholen van het DKO instrumentenvoorstellingen naar het klaslokaal brengen en kinderen stimuleren in het DKO les te volgen. Middelbare scholen moeten aangemoedigd worden om schoolkoren en -ensembles te organiseren en regelmatig aan repetities, concerten en muziekvoorstellingen deel te nemen.

In de Vlaamse conservatoria kan er dan weer een opleiding naar het principe van de Duitse “Musikvermittlung” gestart worden, zodat musici de juiste tools voor bovenstaande opgaves kunnen ontwikkelen. We hebben in Vlaanderen zoveel creatieve geesten die maar al te graag met deze materie aan de slag willen gaan, en op het startschot wachten.

Als we kinderen vroeg genoeg de liefde voor het musiceren bijbrengen, verlagen we de drempel die zich voor veel volwassenen nog steeds als elitair aanvoelt. Het fijne aan muziek, en kunst in het algemeen, is dat het geen negatieve bijwerkingen heeft, mensen in dialoog zet en met elkaar verbindt, aanzet tot kritisch nadenken, en op kleine en grote schaal het leven (terug) een kleurtje kan geven.

Martijn Dendievel is een dirigent uit Oostkamp die in het Duitse Weimar woont. Hij is assistent-dirigent bij Symfonieorkest Vlaanderen en werkt daar mee aan de open repetities, waar kinderen van binnenin het orkest de wereld van muziek leren kennen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content