Kamerlid Vincent Van Quickenborne (Open VLD) deed de afgelopen dagen en weken van zich spreken met een filibustermarathon. De liberaal probeerde daarmee een regeringsmaatregel te dwarsbomen die bedoeld is om fiscale fraude op te sporen. Maar wat houdt die maatregel, door de liberalen ‘Money Control’ gedoopt, precies in? En waarom is behalve de Open VLD ook de Gegevensbeschermingsautoriteit er zo fel tegen gekant?
Met slimme software kunnen speuren naar onregelmatigheden in zo veel mogelijk financiële data. Dat is, kort samengevat, het doel van een amendement dat op verzoek van regeringspartij Vooruit werd toegevoegd aan een nog goed te keuren wetsontwerp.
Meer specifiek wil de initiatiefnemer het makkelijker maken om onregelmatigheden te vinden in data die bewaard worden door het Centraal Aanspreekpunt (CAP), beheerd door de Nationale Bank.
Dat CAP, dat sinds 2014 operationeel is, is een register dat alle Belgische bankrekeningen en verzekeringscontracten bevat. Doel ervan was het opsporen van fraude te vergemakkelijken, al worden de gegevens ook steeds vaker gebruikt in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. De in het CAP verzamelde data zijn uiteraard niet door iedereen raadpleegbaar. Toegang is er enkel voor personen die ‘bij wet gerechtigd zijn om deze informatie op te vragen.’ In de eerste plaats zijn dat (een beperkt aantal) fiscale ambtenaren, maar onder bepaalde voorwaarden krijgen bijvoorbeeld ook notarissen inzage.
In de loop der jaren werd het CAP steeds verder verrijkt met financiële data. Zo besliste de regering-De Croo in 2022 dat ook de saldo’s van de rekeningen om het half jaar aan het register moesten worden bezorgd.
De federale regering wil met haar amendement ook nog de saldo’s van effectenrekeningen, online gokaccounts en cryptorekeningen aan het register toevoegen. Fiscalisten en economen noemen het CAP daarom weleens een belangrijke eerste aanzet naar een vermogenskadaster.
Iedereen fraudeur
Nu is die verdere uitbreiding niet het belangrijkste punt van kritiek. Tegenstanders vallen vooral over de plannen om die gegevens straks ook te laten analyseren met behulp van slimme software. Anders gezegd: om datamining op onze financiële gegevens los te laten. Informatie over uw rekening zou op die manier bijvoorbeeld gekruist kunnen worden met informatie over uw loon of vastgoed. Die analyse zou gebeuren op basis van anonieme gegevens, zolang er geen onregelmatigheden worden opgemerkt. Pas als er een vermoeden van fraude is, kan de belastingambtenaar overgaan tot een onderzoek en wordt de anonimiteit opgeheven.
Ook volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit zou de koppeling van datamining aan het CAP een ‘aanzienlijke inmenging in de rechten en vrijheden betekenen’.
Het is vooral de koppeling van de CAP-gegevens aan slimme software die volgens tegenstanders niet door de beugel kan. Van Quickenborne, en met hem een aantal fiscale advocaten, betogen onder meer dat de belastingplichtigen die in het vizier komen geen inzage zullen hebben in de manier waarop de ‘slimme’ software onregelmatigheden registreert. Bovendien zou de praktijk ‘het vermoeden van onschuld’ aantasten. Onderzoek naar fraude gebeurt vandaag meestal reactief: een belastingambtenaar of onderzoeker heeft een vermoeden van fraude of criminaliteit, en gaat pas dan in de rekeningen neuzen. Door datamining op de rekeningen lost te laten zou het voortaan om proactief fraudeonderzoek gaan. ‘Op die manier zorgt de regering ervoor dat elke burger wordt bekeken als een potentiële fraudeur’, verklaarde Van Quickenborne aan de VRT. ‘Het raakt onze grondrechten en zet het vermoeden van onschuld volledig op de helling.’
‘Functional creep’
Een bijkomende kritiek heeft te maken met wat fiscaal advocate Charlotte Lardenoit in een opiniestuk voor De Tijd ‘functional creep’ noemde. Met die term doelde ze op het gevaar dat overheden gegevens die ze verzamelen voor een op het eerste gezicht verdedigbaar doel, na verloop van tijd soms voor heel andere doeleinden gaan gebruiken. ‘Het CAP, dat nagenoeg tot een vermogensregister is geëvolueerd, is er een perfect voorbeeld van.’
Van Quickenborne weet zich verder nog gesterkt door de Gegevensbeschermingsautoriteit, het orgaan dat onze privacy bewaakt. Volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit zou de koppeling van datamining aan het CAP een ‘aanzienlijke inmenging in de rechten en vrijheden betekenen’. De stellers van het amendement zouden er volgens dezelfde bron niet in geslaagd zijn ‘de noodzakelijkheid en proportionaliteit van deze maatregel afdoende te onderbouwen’.
Het is zeker niet de eerste keer dat de gestaag groeiende onderzoeksmogelijkheden van de fiscus en de bijbehorende gevolgen voor onze privacy op kritiek botsen. Bij Vooruit wordt geargumenteerd dat die gevolgen al bij al zeer beperkt zijn. Zo geeft het CAP wel om het half jaar inzicht in de saldo’s, maar niet in de transacties.
De beslissing om de saldo’s van de rekeningen verplicht door te geven aan het CAP, werd in 2022 als eens aangeklaagd door fiscale advocaten. De zaak werd behandel door het Grondwettelijk Hof, dat oordeelde dat er inderdaad sprake was van een aantasting van de privacy. Dat nadeel woog volgens het Hof evenwel niet op tegen de legitimiteit van het doel, te weten: de bestrijding van fraude en criminaliteit.