Vijf grote uitdagingen voor België als het straks economisch slechter gaat

© Getty
Ewald Pironet

Er zijn tekenen dat de economie begint te sputteren. Vooral voor België zijn de signalen verontrustend. Belanden we in zwaar weer?

Het wordt al een hele poos voorspeld, al zeker van bij de aanvang van de coronacrisis begin 2020: we stevenen af op een recessie, een krimp van de economie, waarbij meer bedrijven failliet zullen gaan en de werkloosheid opnieuw zal toenemen. Toen Rusland in februari 2022 Oekraïne binnentrok, werd de vrees voor een harde landing van de economie nog groter, zeker toen de energieprijzen tot ongekende hoogten stegen. Maar tot nu toe viel het allemaal mee. Onze economie bleef zelfs lichtjes groeien.

Dat de gevreesde recessie uitbleef, is vooral te danken aan de gezinnen die bleven consumeren en zo de economie lieten draaien. De steunmaatregelen van de regering speelden daarbij een grote rol. Tijdens de coronapandemie én de energiecrisis strooide de regering-De Croo zeer gul en even onoordeelkundig met geld om gezinnen, bedrijven en onze economie te helpen overleven. De steunmaatregelen worden nu afgebouwd en laten een bloedrood spoor achter in de overheidsfinanciën.

De coronacrisis ligt achter ons, de energiecrisis lijkt over haar hoogtepunt heen, maar dat wil niet zeggen dat we van het recessiespook verlost zijn. Integendeel, er zijn steeds meer signalen dat het de komende tijd bergaf zal gaan met de wereldeconomie en zeker met de Belgische economie. Vijf grote uitdagingen staan ons te wachten.

1. Wereldeconomie

De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn niet rooskleurig. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft zijn voorspellingen voor de wereldwijde economische groei voor dit jaar net neerwaarts bijgesteld. IMF-topvrouw Kristalina Georgieva verklaarde dat de wereldwijde groei in de komende vijf jaar slechts 3 procent per jaar zal bedragen, de zwakste economische vooruitzichten sinds 1990. ‘Begin dit jaar waren er voorzichtige tekenen van een zachte landing voor de wereldeconomie, maar het risico op een harde landing is sterk gestegen’, aldus het IMF. De geopolitieke onrust, niet alleen rond Oekraïne maar ook tussen China en Taiwan, weegt op de wereldeconomie.

Voor China verwacht het IMF dit jaar nog een groei van 5,2 procent en in 2024 van 4,2 procent. Voor de VS is dat 1,6 procent in 2023 en 1,1 procent volgend jaar. Over Europa is men nog minder hoopvol: de economie in de eurozone zou dit jaar met maar 0,8 procent groeien en volgend jaar aantrekken tot 1,4 procent. Binnen de eurozone is het IMF zeer pessimistisch over de Belgische economie. Onze economie zou dit jaar 0,7 procent groeien en volgend jaar 1,1 procent. De komende vijf jaar zou onze economie slechts 1,2 procent per jaar groeien. Dat is, op Italië na, het laagste cijfer.

2. Inflatie

Het IMF en heel veel economen zijn zeer verontrust omdat de inflatie, de stijging van de levensduurte, veel hardnekkiger is dan aanvankelijk gedacht. Die inflatie is al een tijdje hoog. Nadat de economie bijna tot stilstand was gekomen tijdens de coronacrisis, trok de inflatie fel aan naarmate de pandemie onder controle kwam. We kampten toen met toeleveringsproblemen, er ontstond een tekort aan bijna alles, van papier over bouwmateriaal tot microchips. Dat deed de prijzen stijgen. Eind 2021 bedroeg de inflatie in ons land al 5 procent, terwijl economen een inflatie van 2 procent wenselijk achten.

En dan moest Rusland Oekraïne nog binnenvallen. Toen dat begin 2022 gebeurde, zorgde dat voor extra prijsstijgingen, want Oekraïne en Rusland zijn belangrijke leveranciers van heel wat grondstoffen: van graan, over palladium en nikkel tot olie en gas. Vooral de energieprijzen piekten. Het gevolg was dat de inflatie in 2022 opliep tot 11 procent. Het was bijna 50 jaar geleden dat de inflatie zo hoog was.

Ondertussen zijn de energieprijzen wel wat gedaald, maar de inflatie blijft hoog. In de eurozone bedroeg ze vorige maand nog steeds 7 procent. In België steeg de inflatie vorige maand voor het eerst weer sinds oktober tot 6,7 procent. ‘Onze voedingsprijzen zijn niet onder controle’, stelde Stijn Baert (UGent), lid van de indexcommissie. ‘Voeding werd in één jaar tijd 17 procent duurder. Dat is wat je normaal in meer dan acht jaar verwacht.’

Een hardnekkig hoge inflatie is niet goed voor een economie, want dan krijg je stijgende prijzen en lonen die beginnen te klimmen, met als gevolg dat de prijzen nog meer stijgen en de lonen weer zullen volgen. Dat is de gevreesde loonprijsspiraal, de economie draait dan dol. Pierre-Olivier Gourinchas, hoofdeconoom van het IMF, waarschuwde al dat een hardnekkig hoge inflatie kan leiden tot een ‘harder landingsscenario’. Dat geldt zeker voor België, zowat het enige land waar de lonen gekoppeld zijn aan de index en dus meteen stijgen als de inflatie oploopt. In andere landen klimmen de lonen minder snel, en zo dreigt België aan concurrentiekracht te verliezen en zichzelf uit de markt te prijzen.

3. Bankencrisis

Om de inflatie te bestrijden verhogen de centrale banken de rente. Ze willen zo consumeren, investeren en geld lenen minder aantrekkelijk maken, zodat de economische motor wat afremt en de prijzen niet meer zo fors stijgen. Het probleem daarbij is dat je de economie ook niet te hard mag afremmen, want dan begint die te sputteren, met alle gevolgen van dien voor de bedrijven en de mensen die er werken. De centrale banken staan vandaag dan ook voor een catch-22: ‘Het is onmogelijk om het juiste te doen’, zoals ex-minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) onlangs in Knack opmerkte.

Ook voor de banken heeft het verhogen van de rente grote gevolgen, het IMF spreekt over ‘ernstige neveneffecten voor de financiële sector.’ Als de centrale banken de rente snel optrekken, lijden banken verliezen op hun obligatieportefeuilles. Daardoor kapseisde al de Amerikaanse Silicon Valley Bank en ontstond er enige paniek in de financiële sector. Dichter bij huis moest de Zwitserse grootbank Credit Suisse worden gered, nadat die al jaren gebukt was gegaan onder malversaties. De herinnering aan de bankencrisis van 2008 werd zo plots weer akelig levendig, want bij ons moesten toen onder meer Fortis en Dexia met geld van de belastingbetaler worden gered.

IMF-topman Gourinchas verklaarde al dat het banksysteem vandaag wel veerkrachtiger is dan tijdens de financiële crisis van 2008, maar dat beleidsmakers moeten ‘nadenken over wat er mis kan gaan’. Het IMF schat de kans dat er een grote financiële schok komt op 15 procent en als die er zou komen, valt de economische groei in de wereld waarschijnlijk lager uit dan de bevolkingsgroei, met als gevolg een wereldwijde recessie.

De Belgische banken behoren tot de veiligste van Europa, zoals ook Van Overtveldt zei. Maar je weet nooit wat de gevolgen zijn als een diepe bankencrisis zoals in 2008 uitbreekt. Het spaargeld zit wel veilig bij onze banken, aangezien de overheid het garandeert tot 100.000 euro. Maar als de onrust in de financiële sector toeneemt, kan de economische groei nog meer afnemen.

Bovendien is het nu al voor gezinnen en bedrijven moeilijker om een lening te krijgen. Lenen is ook duurder geworden: een tijdje geleden kon je nog een hypotheeklening afsluiten tegen 1 procent rente, nu is dat 3 procent. Een direct gevolg is dat er minder wordt geleend. ‘Het bedrag aan nieuwe hypothecaire leningen voor België viel fors terug sinds de tweede jaarhelft van 2022 en lag in januari 2023 ongeveer 40 procent onder het niveau van een jaar eerder’, aldus Peter Reusens, econoom bij de Nationale Bank van België. Johan Van Gompel, senior economist bij KBC, signaleerde al ‘een verzwakking van de koop- en bouwactiviteit de laatste kwartalen’. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de hele economie, waarvan we de effecten pas de volgende jaren zullen merken.

Ondertussen trokken de banken de rente op het spaarboekje nauwelijks op, de brave spaarder ontvangt met wat geluk 1 procent rente. Als je rekening houdt met de inflatie betekent dit dat de koopkracht van een groot deel van de bevolking achteruitgaat. Dat ondermijnt het consumentenvertrouwen en kan op de economie wegen, omdat gezinnen niet noodzakelijke aankopen zullen uitstellen of er zelfs van afzien.

4. Schulden

De voorbije 15 jaar, tijdens de bankencrisis, de coronapandemie en de energiecrisis, hebben de overheden veel geld uitgeven om de getroffen sectoren en mensen te ondersteunen. Wereldwijd steeg de schuldgraad volgens het IMF tot 100 procent van het bbp, het bruto binnenlands product, wat we met zijn allen aan goederen en diensten produceren. En het is nog lang niet gedaan, want er wachten nog heel grote overheidsinvesteringen, onder meer om de klimaatopwarming binnen de perken te houden. De stijgende overheidsschulden vormen een serieuze uitdaging, zeker nu de centrale banken de rente optrekken: op nieuwe schulden zal een hogere rente moeten worden betaald. Dat weegt extra op de overheidsbegrotingen.

De overheidsschuld in de eurozone lag voor corona rond 87 procent van het bbp, vorig jaar was dat 91,5 procent. Ons land heeft veel slechtere cijfers: in 2018 bedroeg onze overheidsschuld 102 procent van het bbp, vorig jaar 105 procent. Zoals de Nationale Bank van België opmerkt: ‘België behoort qua overheidsschuld tot de slechtst presterende landen van het eurogebied.’

Volgens de Nationale Bank oogt de toekomst helemaal niet goed, want de schuldgraad van België zou ‘in tegenstelling tot de meeste andere landen met een hoge schuldratio de komende jaren nog toenemen’. Dat heeft veel te maken met de stijgende vergrijzingskosten, waarop we nauwelijks zijn voorbereid: onze overheid zal vanaf nu miljarden meer moeten uittrekken voor pensioenen en gezondheidszorg. ‘Dit is uiterst zorgwekkend voor de houdbaarheid van de Belgische overheidsfinanciën’, besluit de Nationale Bank.

Het IMF plakt er nu cijfers op: bij ongewijzigd beleid zal de schuld van de Belgische overheid in 2028 oplopen tot 119,5 procent van het bbp. Dat is veruit de sterkste schuldtoename in Europa. Dat zorgt niet alleen voor een oplopend bedrag aan rente dat we moeten betalen, maar met zijn hoge schuldgraad is België ook minder goed in staat om een eventuele economische schok op te vangen. Het heeft daar nauwelijks financiële ruimte voor.

5. Werkloosheid

Ondanks de opeenvolgende crisissen bleef de werkloosheidsgraad in de geïndustrialiseerde landen de voorbije jaren historisch laag. In de eurozone bedroeg de werkloosheidsgraad vorig jaar 6,7 procent, in België 5,7 procent. Dankzij massale overheidssteun. Maar het IMF waarschuwt in het net verschenen rapport dat de combinatie van de hoge overheidsschulden en de stijgende rente ‘kan leiden tot minder investeringen en consumptie, hogere werkloosheid en wijdverspreide faillissementen’.

Misschien zien we de eerste tekenen daarvan nu op de Belgische arbeidsmarkt. Twee jaar lang was er een toenemende krapte op de arbeidsmarkt, vacatures bleven lang openstaan, ondernemingen vonden geen personeel. Maar vorige maand lag de vraag naar nieuwe werknemers ruim 15 procent lager dan een jaar geleden. De werkloosheid neemt ook weer toe. In maart lag het aantal werkzoekenden bij de VDAB 6 procent hoger dan een jaar geleden.

Het is wel een feit dat de werkzaamheidsgraad, het aantal mensen tussen 20 en 64 jaar dat werkt, in België met 71 procent nog altijd bedroevend laag ligt. Ook Vlaanderen blijft met 76 procent werkzaamheidsgraad achter bij buurlanden Duitsland en Nederland, waar meer dan 80 procent aan de slag is. ‘In de discussie over de werkzaamheidsgraad gaat het vaak vooral over de werkloosheid. Maar dat is slechts het topje van de ijsberg’, beklemtoont arbeidsmarktexpert Baert steeds. ‘De berg zelf is de groep inactieven.’

België kampt met een zeer hoog aantal inactieven, mensen die geen werk hebben en er ook niet naar op zoek zijn, zoals huisvrouwen (vaak met een migratieachtergrond), langdurig zieken, studenten die te lang blijven hangen, vroeggepensioneerden en ontmoedigde werklozen. Het gaat in totaal om zo’n 1,5 miljoen mensen of 21 procent van de bevolking op arbeidsleeftijd. Slechts 4 landen van de 27 EU-landen doen het slechter: Griekenland, Kroatië, Roemenië en Italië. Dat we er niet in geslaagd zijn meer inactieven aan het werk te krijgen toen er veel vacatures waren waar zelfs geen ervaring of diploma voor was vereist, zal ons zuur opbreken als de kentering op de arbeidsmarkt zich doorzet en het aantal vacatures verder afneemt.

Slotsom

Of we afstevenen op een recessie staat niet vast, maar heel wat economen en het IMF waarschuwen wel steeds luider voor zo’n ‘harde landing’. Een krimp van de economie zou natuurlijk op tal van vlakken grote gevolgen hebben, van de overheidsfinanciën over de financiële sector tot de arbeidsmarkt. Daarbij staat België er op zowat alle vlakken slechter voor dan de rest van Europa als er morgen een zware economische schok volgt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content