Had Jan Jambon een tuchtonderzoek moeten starten in de zaak-Chovanec?

Jan Jambon (N-VA) op 29 augustus 2020. © Isopix
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Volgens critici had toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon in 2018 al een tuchtonderzoek moeten starten naar de agenten die de Slovaak Jozef Chovanec in bedwang hielden. Jambon betwist dat. Beide kampen zwaaien met wetteksten.

‘Het is niet omdat een gerechtelijk onderzoek loopt dat er niet een tuchtonderzoek kan opgestart worden. Dat kon toen al gevraagd worden. Jambon heeft dat niet gedaan.’ Zo klonk de forse analyse van politoloog Carl Devos (UGent) op de website van Het Laatste Nieuws na de persconferentie van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA).

Zo is het opmerkelijk dat de Slovaakse ambassadeur tot tweemaal toe contact had met het kabinet en Jambon zelf. De eerste keer werd hij ontvangen door twee medewerkers. Een van hen was overigens de dochter van de huidige echtgenote van Jan Jambon.

Op de persconferentie verwees de voormalige minister van Binnenlandse Zaken naar de scheiding der machten. Dat principe had hem in 2018 er hoe dan ook van weerhouden om verdere stappen te nemen in het dossier rond de dood van de Slovaak Jozef Chovanec na een incident op de luchthaven van Charleroi.

Er liep namelijk al een gerechtelijk onderzoek en een onderzoek van politiewaakhond Comité P. Vanaf dat moment moet de minister zich terughoudend opstellen, redeneerde Jambon.

‘Voorspelbaar’, noemde Devos dat argument. Maar het klopt niet, aldus de politoloog.

Een man sterft door toedoen van de politie, de monopolisten van geweld. Dan moet er een alarm afgaan.

Carl Devos (UGent)

‘Onzin’

Eenzelfde geluid weerklonk bij Open VLD-Kamerlid Tim Vandenput. ‘Waarom heeft Jambon na alle signalen geen tuchtonderzoek gestart?’, klonk het bij de openbare omroep. Volgens de liberaal belet een gerechtelijk onderzoek de minister geenszins om die stap te ondernemen.

In de omgeving van de minister-president wordt dat argument als ‘onzin’ afgedaan. Opnieuw wordt verwezen naar het politieverslag in 2018. Daarin stonden naar verluidt geen van de elementen die te zien zijn op de camerabeelden van de gespierde aanpak, waaronder een Hitlergroet van een agent.

Maar zelfs als die elementen het verslag hadden gehaald, dan nog had Jambon geen tuchtonderzoek kunnen starten, luidt het in zijn omgeving. Jambon was namelijk geen tuchtoverste van de agenten.

Die taak behoorde toe aan de directeur-generaal Algemene Directie van de Bestuurlijke Politie. Dat was André Desenfants, die vorige week een stap opzijzette. Er wordt verwezen naar het wetboek, waarin staat dat de minister de ‘gewone tuchtoverheid’ is voor louter ‘de directeurs-generaal en de commissaris-generaal’.

Jambon had de zaak naar zich kunnen toetrekken.

Tim Vandenput (Open VLD)

‘Monopolisten van geweld’

Maar met die uitleg neemt Open VLD’er Vandenput geen genoegen. Hij haalt er eveneens de wetteksten bij. Die maken namelijk een onderscheid tussen gewone en hogere tuchtoverheden.

‘De minister van Binnenlandse Zaken is altijd de hogere tuchtoverheid. Ook voor het officierskader en de personeelsleden van niveau A van de luchtvaartpolitie’, zegt hij. Dat ‘niveau A’ verwijst grosso modo naar de loonschaal van de personeelsleden. Jambon had makkelijk aan Desenfants kunnen vragen om dat onderzoek op te starten, zegt Vandenput.

Bovendien zegt de Open VLD’er dat de minister altijd het zogenaamde evocatierecht heeft. Dat recht gaat als volgt: ‘Zolang er nog geen uitspraak van de gewone tuchtoverheid is, kan de hogere tuchtoverheid een zaak evoceren en voortzetten.’

Ook federaal SP.A-fractieleider Meryame Kitir wijst naar dat evocatierecht. Zij zegt dat Jambon daardoor wel degelijk een tuchtprocedure kon opstarten.

In de entourage van Jambon benadrukt men dat er géén signalen waren in het politieverslag die noopten tot een tuchtonderzoek. Bij gebrek aan die signalen was het evocatierecht evenmin aan de orde.

Alarm

Voor Carl Devos is de formele kwalificatie van het soort onderzoek niet eens het punt. ‘Het gaat erom dat je als minister politiek verantwoordelijk bent’, zegt hij aan Knack. ‘Het verslag was niet volledig. Gaan we dan alles overlaten aan de politie?’

‘Ministers zijn verantwoording verschuldigd aan de burgers’, vervolgt Devos. ‘Een man sterft door toedoen van de politie, de monopolisten van geweld. Dan moet er een alarm afgaan.’

Zo lijkt de rol van Jambon in het dossier-Chovanec te verschuiven van de ‘communicatiefout’ naar zijn aanpak ten tijde van de feiten zelf. Dinsdag volgt er een nieuw hoofdstuk, wanneer de Vlaamse regeringsleider naar het federale parlement afzakt voor tekst en uitleg.

Tim Vandenput (Open VLD) op 2 juli 2020.
Tim Vandenput (Open VLD) op 2 juli 2020.© Belga

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content