De repatriëring van de zes kinderen van Belgische IS-strijders is een promostunt om de kandidatuur van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders bij de Raad van Europa in de verf te zetten. Dat heeft oud-staatssecretaris Theo Francken (N-VA) zondag verklaard in De Zevende Dag.
Francken reageerde afgelopen week al bijzonder fors op de repatriëring van de kinderen. Intussen geeft hij wel aan dat kinderen die het slachtoffer waren van ouderontvoeringen ‘een heel andere situatie’ vormen. Maar hij blijft wel voorzichtigheid prediken over het bredere plaatje. ‘Als je begint met repatriëren, dan loop je het juridische risico dat de moeder of vader vroeg of laat ook moet terugkeren’, aldus Francken, die daarbij verwijst naar de tientallen andere kinderen die nog in Syrië aanwezig zijn. Hij haalt ook uit naar de timing van de repatriëring.
Die gebeurt ’toevallig’ – dixit Francken – drie weken na de verkiezingen en ruim een week voor de stemming over een nieuwe secretaris-generaal bij de Raad van Europa, waarvoor minister Reynders kandidaat is. ‘Reynders wil internationaal goede punten scoren’ en tonen hoe hij begaan is met de mensenrechten, laakt de N-VA’er. Francken merkt op dat er ook mensen uit Syrië zijn weggehaald toen hij nog staatssecretaris was, maar die operaties werden nooit in de media gebracht voor ze ten einde waren.
Ook andere landen, waaronder Nederland, Frankrijk, Zweden en Noorwegen, organiseerden de afgelopen weken terugkeeroperaties vanuit Syrië. Voor het voorzitterschap van de Raad van Europa gaat het tussen Reynders en de Kroatische Marija Pejcinovic Buric.
In de omgeving van de minister valt te horen dat de repatriëring een regeringsbeslissing was en dat het om een logische humanitaire operatie gaat die perfect in lijn ligt van de regeringsbeslissing van eind 2017. Toen besliste de federale regering – met Francken aan boord – kinderen van Belgische IS-strijders jonger dan 10 jaar sowieso terug te halen en kinderen ouder dan 10 jaar geval per geval te bekijken. Bovendien waren de onderhandelingen met de Koerdische vertegenwoordigers al maanden bezig en is België niet het enige land dat repatrieert.
Nog in De Zevende Dag merkte directrice Heidi De Pauw van Child Focus, die net is teruggekeerd uit de regio, op dat de vorige federale regering heeft geïnvesteerd in deradicaliseringsprogramma’s en preventie rond radicalisering. ‘Het is bizar dat diezelfde regeringsleden nu zeggen dat die kinderen niet kunnen worden gederadicaliseerd’, doelde De Pauw op Francken. ‘Politici moeten hun populariteit nu gebruiken om ervoor te zorgen dat de regering blijft inzetten in de strijd tegen terrorisme en in een efficiënt preventiebeleid rond deradicalisering, in plaats van te schieten op kinderen die het slachtoffer zijn van de zware fouten die hun ouders hebben gemaakt.’ De Pauw stelde dat er absolute zekerheid bestaat over de herkomst van de kinderen die bij deze repatriëring betrokken zijn.
