Filosoof Johan Braeckman: ‘Mensen de mond snoeren biedt geen antwoord op racisme’

Kamiel Vermeylen

Filosoof Johan Braeckman ondertekende een open brief die waarschuwt voor de zogenaamde cancel culture. ‘De VRT had de Hitlergroet niet uit De Ideale Wereld mogen schrappen.’

Vrijdagochtend werd op de website van Knack een open brief gepubliceerd waarin de ondertekenaars zich zorgen maken over de zogenaamde cancel culture die ‘mensen en groepen uitsluit en stigmatiseert’. Filosoof Johan Braeckman (UGent) zette zijn naam mee onder de bijdrage.

Waarom vond u het belangrijk om deze brief te ondertekenen?

Johan Braeckman: Eigenlijk is dat vrij simpel: ik wil zoveel mogelijk het recht op vrije meningsuiting verdedigen, voor iedereen in alle omstandigheden. Het is momenteel nog niet duidelijk of de hele discussie rond Black Lives Matter dat onderdrukt, maar er zijn wel aanwijzingen dat het soms die richting uitgaat. Voor alle duidelijkheid: ik ben een groot sympathisant van de emancipatorische kant van de Black Lives Matter-beweging en heb ook een artikel geschreven na de gewelddadige dood van George Floyd, om het racisme aan te klagen. Ik ben er echter van overtuigd dat mensen de mond willen snoeren geen antwoord biedt op racisme, seksisme of andere vormen van discriminatie. Mijn overtuiging strookt helemaal met het aforisme dat wel eens aan Voltaire wordt toegeschreven: ‘Ik ben het fundamenteel oneens met wat u zegt, maar ik zou desnoods mijn leven geven opdat u het zou kunnen zeggen’.

Moeten mediaplatformen dan ruimte vrijhouden voor de meest uiteenlopende strekkingen?

Braeckman: Ik vind meerdere meningen verwerpelijk, maar het zou dwaas zijn om ze te verbieden. Ik wil net weten wat mensen denken zodat ik er ook op een zinnige manier mee aan de slag kan. Iemand het zwijgen opleggen of in een hoek wegzetten omdat die er een andere mening op nahoudt, werkt op termijn bovendien averechts. Ik kan me ook beledigd voelen door sommige overtuigingen, maar dat is nu eenmaal de prijs die ik wil betalen voor een vrije samenleving.

Heeft u zelf al ervaren dat u iets niet mocht zeggen?

Braeckman: Zeer kort na de publicatie van de open brief heb ik reeds reacties binnengekregen van mensen die zich afvragen waarom ik me bij extreemrechts aansluit. Wanneer ik enkele weken geleden een artikel schreef naar aanleiding van het overlijden van George Floyd, kreeg ik ook reacties van mensen die me in de extreemlinkse hoek zetten. Zulke verwijten doen me denken aan Amerikaanse toestanden waar iedereen die pleit voor betere gezondheidszorg vrijwel meteen wordt weggezet als ‘communist’. Dát is net het probleem: zodra je iets zinvols probeert te zeggen, dreig je te worden kaltgestellt. Ik heb de indruk dat het recht op vrije meningsuiting bij sommigen stopt van zodra die mening niet strookt met de eigen overtuigingen. Men duwt je in een of andere hoek die niet deugt, alsof dat een zinvolle manier van argumenteren is. Kritiek op Israël? Antisemiet! Kritiek op de islam? Racist!

Ik ben er alleszins van overtuigd dat niet iedereens mening evenveel waard is.

Johan Braeckman

Maar niemand heeft u tegengehouden om dat artikel te schrijven of om de open brief te ondertekenen.

Braeckman: Het heeft natuurlijk een persoonlijke dimensie. De ene reageert terughoudender wanneer hij of zij wordt overladen met kritiek omwille van een bepaalde overtuiging. De andere trekt zich daar dan weer niets van aan. In dat eerste geval is dat een spijtige zaak. Nog erger wordt het als mensen werkelijk worden bedreigd. Onder meer Kamagurka heeft op een bepaald moment aangegeven dat hij geen tekeningen meer zou maken waarin de islam wordt bespot omdat hij zijn leven nog niet beu is. Dat is een bijzonder kwalijke evolutie waar ik me veel zorgen over maak.

Laat ons dat eens concreet maken: Johan Sanctorum schreef vorig jaar een artikel over voetballer Romelu Lukaku dat door medeondertekenaar en Doorbraak-hoofdredacteur Pieter Bauwens werd verwijderd. Vindt u dan dat Doorbraak zich heeft bezondigd aan cancel culture?

Braeckman: Elk medium heeft zelf het recht om te kiezen wat het al dan niet publiceert. Een voorstel tot publicatie weigeren is geen censuur, omdat het recht op vrije meningsuiting niet wordt ingeperkt. Dus Doorbraak mocht uiteraard die bijdrage weigeren of verwijderen. Elk mediakanaal mag dat doen. Bij Knack publiceren ze ook niet elke lezersbrief of ongevraagd ingeleverd opiniestuk, en maar goed ook. Sanctorum kan zijn mening kwijt via allerlei andere kanalen. Het wordt maar echt problematisch als hij wordt afgedreigd, of voortdurend een klacht of proces riskeert. Met moet meningen die men verfoeit bekampen met betere informatie en slimmere argumenten, niet met censuur. Idealiter is er natuurlijk een gezonde diversiteit aan strekkingen in de media, zodat we zo goed mogelijk geïnformeerd worden over wat er leeft aan opinies in de samenleving.

Met betrekking tot de overheid ben ik daar voorzichtiger in. Het is vooral in ondemocratische landen dat de overheid denkt te weten wat er wel en niet aan informatie mag verspreid worden. Een verbod op boeken waarin de Holocaust wordt ontkend bijvoorbeeld, vind ik geen goed idee. We moeten net proberen te werken aan wetenschappelijk verantwoorde duiding waarmee we aan de slag kunnen als antwoord op zulke kwesties. Anders dreigen we blind te geraken voor de ideeën die in onze maatschappij leven, maar aan het blote oog ontsnappen. Het is ook een zwaktebod, om iets dat ons niet bevalt te verbieden.

De VRT – een overheidsbedrijf – schrapte enkele weken geleden een fragment uit de Ideale Wereld met een satirische Hitlergroet. Dat na een interventie van Jan Huijbregts (Vlaams Belang) in de raad van bestuur van het bedrijf.

Braeckman: Dat was een foute beslissing. Als het onder impuls kwam van het Vlaams Belang, wat de partij overigens betwist, was het helemaal fout. Maar als het gebeurde om geen mensen te shockeren, deugt dit soort censuur al evenmin. Musea hangen vol met potentieel shockerende, potentieel kwetsende schilderijen. Moeten we die verwijderen? Natuurlijk niet. Hetzelfde geldt voor romans, voor films, en ook voor filosofische klassiekers. Als je alles wil cancelen dat van ver of van dicht bijvoorbeeld racistisch of seksistisch is, dan schiet er op de duur niet veel meer over.

Onder impuls van de Black Lives Matter-beweging werden de afgelopen weken standbeelden beklad of verwijderd. Wat vindt u daarvan?

Braeckman: Voor het weghalen van die beelden kan ik nog enigszins begrip opbrengen. Zo’n standbeeld van Leopold II bijvoorbeeld brengt echt wel een zeer fout beeld naar voren, en we hebben dat standbeeld niet nodig om onze geschiedenis te leren kennen. Maar verwijder een standbeeld niet overhaast, er zijn misschien zinnige alternatieven, die kunstenaars, activisten en historici kunnen aanbrengen. Zo leren we net bij. Maar we moeten vooral opletten voor precedenten die ons in de richting van het hellend vlak brengen. Denk bijvoorbeeld aan de oproep van een tiental jaar geleden om de stripboeken van Kuifje te verbieden omdat die racistische inhoud zouden bevatten. Toentertijd namen weinigen dat ernstig, maar in het huidige klimaat is het niet ondenkbaar. Dat vormt een probleem omdat niemand nog weet waar het ophoudt.

Steeds vaker vellen we oordelen over het verleden met maatstaven van het heden.

Steeds vaker vellen we oordelen over het verleden met maatstaven van het heden. Laat ons blij zijn dat we nu inzien dat er met sommige denkbeelden uit het verleden iets fout is en daar open en zo geïnformeerd mogelijk over discussiëren. Door te cancellen, dreigen we dat voortschrijdend inzicht net te verliezen. Het is veel interessanter om ‘foute’ kunst, van strips tot romans en films en schilderijen, van de nodige context te voorzien zodat we het debat kunnen blijven voeren. Dan kunnen we lachen om een racistische mop, niet omdat die racistisch of seksistisch is, maar wel omdat die zo fout is. Dat we dat foute inzien, is dan net het waardevolle.

Gaat de discussie over de ‘cancel culture ‘ niet veel meer over de maatstaven van het heden dan om de gebeurtenissen uit het verleden?

Braeckman: Eigenlijk komt dat neer op de vraag of er vandaag een juiste vorm van waarheid bestaat. Ik ben er alleszins van overtuigd dat niet iedereens mening evenveel waard is. Iemand met jarenlange expertise in een bepaald domein heeft uiteraard meer te vertellen dan iemand die amper op de hoogte is, al kan elke expert zich ook vergissen. Daarom is wetenschappelijk onderzoek zo belangrijk: in plaats van Orwelliaans de geschiedenis te elimineren, moeten we investeren in de zoektocht die ons een vollediger en meer verantwoord beeld van de feiten uit het verleden kan bieden. Wellicht zullen we nooit dé waarheid bereiken, maar we kunnen wel voor vooruitgang zorgen wat betreft de betrouwbaarheid van kennis. Misschien is dat wel een van de verdiensten van de Black Lives Matter-beweging, bijvoorbeeld als het over het Belgisch kolonialisme gaat, of de slavernij.

Dreigt de term ‘cancel culture‘ niet snel een containerbegrip te worden? Wie complottheorieën verspreid en niet wordt gehoord, kan het begrip perfect aanwenden om comfortabel in het eigen gelijk te verzanden.

Braeckman: Ik vind niet dat zij noodzakelijk een forum moeten krijgen, want op de sociale media kunnen ze die ideeën naar believen uiten, en dat doet men ook. Ik vind wel dat zulke fenomenen de nodige aandacht verdienen en niet bij voorbaat bij het huisvuil mogen worden geplaatst. Bestudeer ze en vraag duiding aan experts. Ik ben een groot voorstander van boekjes die nog maar eens ontkrachten dat de aarde niét plat is. Een zeer nuttige oefening in helder en kritisch denken, want we onderschatten vaak hoe wijdverbreid bepaalde overtuigingen in onze samenleving aanwezig zijn.

Aandacht is een kostbaar goed. Zijn er geen belangrijker zaken waar we aandacht aan moeten besteden? Of bezondig ik me nu aan ‘de dwingende pensée unique’ die in de open brief wordt gehekeld?

Braeckman: Ik denk niet dat er een hiërarchie moet bestaan tussen verschillende zaken die allemaal onze aandacht verdienen. Ik vind zowel vrije meningsuiting als de armoedeproblematiek belangrijk en beide onderwerpen verdienen de nodige aandacht. Idealiter hebben we voldoende academici, journalisten, politici en burgers die zich grondig in zulke onderwerpen verdiepen en met serieuze kennis van zaken verandering trachten teweeg te brengen. Maar om dat alles goed te kunnen laten verlopen, is de garantie op vrije meningsuiting wel van fundamenteel belang.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content