Filip Watteeuw wil bemiddelen bij Groen

Gentse schepen van Mobiliteit Filip Watteeuw.
Simon Demeulemeester

Gents schepen Filip Watteeuw is bereid te bemiddelen in zijn partij. Daar heerst onvrede over voorzitster Meyrem Almaci. ‘Eén persoon aanwijzen is onrechtvaardig, we zijn collectief verantwoordelijk.’

‘Ik heb gewoon zo’n gezicht’, grinnikt Filip Watteeuw wanneer we hem zeggen dat hij er kwaad uitzag toen hij maandag aankwam op het partijbureau van Groen. Daar werd een hartig woordje gesproken over wat zich de dagen ervoor had afgespeeld, na het afkloppen van het regeerakkoord dat uitmondde in de vorming van de federale regering-De Croo. Dat voorzitster Meyrem Almaci zich verzette tegen een ministerpost voor haar federale fractieleider Kristof Calvo was bij verschillende leden en kopstukken in slechte aarde gevallen. Verschillende partijtoppers gaven voor en na de bestuursvergadering te kennen niet te kunnen leven met de gang van zaken in hun partij.

Filip Watteeuw, schepen in een Gentse Vivaldi-coalitie van Open VLD, SP.A, Groen en CD&V, verdedigt de manier waarop zijn partij kiest wie in een regering mag zitten. ‘Bij ons is basisdemocratie geen hol begrip. Het zijn de fracties, het partijbestuur en de politieke raad, bestaande uit 50 vrijwilligers, die de beslissing nemen. Dat maakt ons kwetsbaar. Het is immers onvermijdelijk dat er een conflict ontstaat tussen degene die de beslissing neemt en degene die niet wordt gekozen. Bij andere partijen beslist de voorzitter op eigen houtje. Wanneer er dan wonden worden geslagen, zoals tussen voorzitter Joachim Coens en Nathalie Muyle, die haar ministermandaat niet verlengd zag, dan moeten twee mensen dat uitpraten. Wij laten die beslissing nemen door de hele partij en dus moet je zulke conflicten ook uitpraten met de hele partij. Het is belangrijk dat wij de basisdemocratie behouden, maar we moeten ons wel beter bewust zijn van de kwetsbaarheid die ze met zich meebrengt.’

Na het partijbestuur van maandag gaf voorzitster Almaci aan dat de procedures zullen worden herbekeken. Een belangrijk aandachtspunt, zei ze, is de manier waarop kandidaat-ministers geïnformeerd worden. ‘Vooral als de timing heel krap is.’ Calvo werd er naar eigen zeggen pas een halfuur voor het toetredingscongres van op de hoogte gebracht dat hij wellicht geen minister zou worden. Bovendien, adding insult to injury, hoorde hij het niet van zijn voorzitster, maar van Brussels minister Elke Van den Brandt. Zij vormde samen met de Leuvense schepen David Dessers en de voorzitter van het partijbestuur Niels Staes het trio dat de selectieprocedure in goede banen moest leiden. ‘Dat is natuurlijk erg moeilijk geweest voor Kristof’, erkent Watteeuw. ‘Zoiets moet je veel vroeger doorspreken. We wisten al een paar maanden dat de kans erin zat dat we in de regering zouden komen. Eigenlijk moet je dan al beginnen na te denken wie de kopmannen- of vrouwen zullen zijn. Voer het gesprek met alle betrokkenen, zodat zij weten waar ze aan toe zijn. Afvallers zullen dan altijd nog ontgoocheld zijn, dat is normaal. Maar ze hebben dan wel de tijd om die te verwerken. En ze weten dan beter waar ze aan toe zijn als ze zich zwaar engageren in regeringsonderhandelingen. Als we onze basisdemocratische procedures willen behouden, waar ik absoluut van overtuigd ben, dan moeten we aan dergelijke vragen beginnen op een moment dat er nog tijd is.’

Bent u niet bang dat men dan zal roepen: ‘Ze zijn alleen maar bezig met de postjes’?

Filip Watteeuw: Kijk, ik ben nu al even schepen in Gent en zo’n uitvoerend mandaat leert je één ding: je moet in de politiek je handen durven vuil te maken, durven uit te komen waar je voor staat en bereid zijn om kritiek te slikken. Het circulatieplan is er ook niet gekomen zonder slag of stoot. We hebben doorgeduwd in het algemeen belang en de resultaten zijn ernaar. En als ik even mag ingaan tegen al te gemakkelijke populistische kreten: het ís gewoon belangrijk wie welke bevoegdheid krijgt en wie minister wordt. Wees daar eerlijk en transparant in, en mensen zien in dat het om meer gaat dan ‘het postje’.

Er valt binnen de partij snoeiharde kritiek te horen op voorzitster Meyrem Almaci. Ze zou de tegenstellingen aanwakkeren binnen de partij en een rommeltje maken van de organisatie.

Watteeuw: Natuurlijk zijn er tendensen en stromingen binnen onze partij. Dat is goed, dat wijst op dynamiek. Ik zie veel energie en veel talent – we hadden nog veel mensen die minister konden worden. Het is de taak van de voorzitter om de verschillende stromingen te bundelen en het talent goed te begeleiden, dat klopt. Maar het is ook niet alleen haar taak. De voorzitter die alles alleen doet – van het bepalen en bewaken van de inhoudelijke lijn over het scouten van talent tot de praktische organisatie – dat is toch een oud en versleten model? Ik vind het onrechtvaardig om nu naar één persoon te wijzen. Critici die de voorzitster polariserend noemen of een slechte organisatie verwijten, hebben de verantwoordelijkheid om dat op tijd aan te kaarten. Ik denk dat de verantwoordelijkheid collectief is.

Verkeert uw partij in een existentiële crisis, zoals bepaalde kopstukken zeggen?

Watteeuw: Existentiële crisis, etterende wonden … Ik hou niet van die zware woorden. Daar kom je geen stap mee verder. Bovendien: waarom zo pessimistisch? Het conflict waarin we nu zitten, vloeit voort uit twee positieve zaken: onze basisdemocratie en de levendige dynamiek in en rond onze partij. Ik heb een verleden als personeelsverantwoordelijke en ik kan u zeggen: het is een klassiek gegeven dat bedrijven of organisaties die alles in handen hebben om goed te draaien, soms toch sputteren.

Kan Groen nog verder met Almaci en Calvo? Er is al onvrede sinds de verkiezingen van 2019. Zij hebben als boegbeelden niet de verhoopte resultaten gehaald.

Watteeuw: Er moet nu eerst gepraat worden. In de eerste plaats tussen Meyrem en Kristof, daarna in en met het partijbestuur, de verschillende fracties en de politieke raad. We moeten ervoor zorgen dat we de volgende maanden heelhuids doorkomen, in het belang van onze partij en van de Vivaldi-coalitie. Ik wil daarin mijn verantwoordelijkheid opnemen. Ik ben een ancien en vooral bezig met mijn werk als schepen in Gent. Dat geeft me de luxe dat ik onze partij een beetje van een afstand bekijk. Als daar vraag naar is, dan wil ik absoluut tijd vrijmaken om te bemiddelen. Er zijn veel mensen die dat kunnen doen, dat weet ik. Maar ik wil mijn verantwoordelijkheid niet ontlopen, daarom bied ik dit aan. En ik hoop dat iedereen die genoeg gewicht heeft in de partij en de mogelijkheid heeft om mee te werken, hetzelfde doet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content