Walter Pauli

‘Elke partij is bekommerd om “de middenklasse”, maar die wordt te ruim en vooral te rijk ingeschat’

‘Politici hebben al veel te lang geen flauw benul meer van het enorme aantal mensen die wakker liggen, “met zorgen”‘, schrijft Walter Pauli.

Deze week publiceert Knack de ronduit zorgwekkende cijfers die Ive Marx en Jeroen Horemans van de UAntwerpen hebben verzameld. Hun bevindingen laten er geen twijfel over bestaan: ook de lagere middenklasse krijgt het moeilijk om het hoofd boven water te houden. Het gaat dan níét om mensen met een klassiek ‘risico op armoede’ – werklozen, inactieven, gepensioneerden – maar om landgenoten met een job. Niet minder dan 10 procent van hen loopt ofwel een groot risico op armoede – dat zijn de 233.000 working poor – of op ‘financiële kwetsbaarheid’ – de toestand waarin nog eens 411.000 landgenoten zich bevinden. Samen gaat het om 650.000 actieve Belgen, of 280.000 Vlamingen.

Het zou goed zijn om de focus meer te leggen op die ‘financieel kwetsbare’ groep. Dat zijn werkende mensen die een gewoon leven leiden, zonder grote financiële besognes. Tegelijk hebben ze geen enkele geldbuffer. Ze mogen dus niet te lang ziek worden, en zeker niet hun werk verliezen. En altijd zit de schrik erin voor onvoorziene kosten. Meestal zijn dat uitgaven die eigen zijn aan de banale gang van het leven: eerder dan verwacht een auto moeten vervangen, een gestolen elektrische fiets, onverwachte tandartskosten voor de kinderen, een wasmachine die het plots begeeft.

Het gaat vaak om mensen die in hun job zelfs een zeker gezag uitstralen: als studiemeester-opvoeder, buschauffeur, verpleegkundige, postbode, kassierster, werknemer bij de gemeentelijke cultuur- of sportdienst, enzovoort. Dat zij financieel kwetsbaar zijn, heeft dan ook minder met hun beroep te maken dan met hun thuissituatie. U ziet niet of de postbode of de kleuterjuf een alleenstaande is, al dan niet met meerdere kinderen, die misschien wel leerproblemen hebben.

Elke partij is bekommerd om ‘de middenklasse’, maar die wordt te ruim en vooral te rijk ingeschat.

Want dat is een van de grote waterscheidingen, aldus Marx: alleenstaanden lopen veel meer risico op een precair bestaan dan gezinnen met tweeverdieners. Zeker als er kinderen bij komen kijken. En die zijn er. De 280.000 actieve Vlamingen die arm of financieel kwetsbaar zijn, voeden 935.000 kinderen op. Bij 660.000 van die kinderen heeft één ouder een job, bij 275.000 kinderen werken beide ouders. En toch.

Marx’ cijfers wijzen niet alleen op een sociaal of een financieel probleem, maar getuigen vooral van een menselijke tragiek die dieper hakt in het dagelijkse leven van honderdduizenden landgenoten dan de meeste opiniemakers of politici kunnen zien. Van helemaal rechts tot zeer links, elke partij in dit land is bekommerd om ‘de middenklasse’. Tegelijk wordt die ‘middenklasse’ te ruim en vooral te rijk ingeschat. Middenklassers, dat zijn toch mensen met een eigen huis, als het kan met zonnepanelen, af en toe een citytrip, een winter- of zomervakantie, tussendoor een etentje of een concertje meepikken? Dat is toch het goede leven van de modale Vlaming?

Echt niet, helaas. Maar het beeld is zo krachtig dat partijen die zeggen of denken dat ze zich op de middenklasse richten, eigenlijk al hun energie (en een onevenredig groot aandeel van het verzamelde belastinggeld) besteden aan het bedienen van de bétere middenklasse. Een paar maanden geleden legde Noël Slangen als voorzitter van het kinderarmoedefonds van de Koning Boudewijnstichting al de vinger op de wonde: ‘Wij verwijzen graag naar het Waalse cliëntelisme. Maar ook Vlaanderen wordt gedomineerd door een sociale groep die zo veel mogelijk middelen voor zichzelf opeist. De Vlaamse partijen hebben de druk niet kunnen weerstaan en hebben zich afhankelijk gemaakt van de middenklasse.’

Een op de tien werkende mensen wordt er bij het bekijken van zijn bankrekening telkens weer aan herinnerd dat het niet waar is wat hem werd ingeprent: dat onze verzorgingsstaat een uitstekende bescherming blijft tegen de ongemakken van het leven, zeker voor wie werkt. Dat is steeds minder waar. En misschien verklaart dat mee waarom het voor steeds meer partijen zo moeilijk is geworden om kiezers aan te trekken. Politici hebben al veel te lang geen flauw benul meer van het enorme aantal mensen die wakker liggen, ‘met zorgen’. En ooit presenteren zij de politiek de rekening.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content