‘Een digitale versnelling hoger schakelen? Sommige mensen zitten twee keer in lockdown’

‘In volle covidcrisis zijn we meer dan ooit op het internet aangewezen om te kunnen leren, werken en communiceren. Maar er zijn ook mensen die nu niet alleen van de echte maar ook van de digitale wereld zijn afgesneden, en dat lossen we niet op door het uitdelen van laptops alleen’, schrijft de taskforce e-Inclusie.

Leerlingen krijgen opdrachten via Smartschool, studenten volgen online les, vergaderen doen we via Zoom, met familie en vrienden communiceren we via WhatsApp, Messenger of FaceTime, webshops worden overspoeld met bestellingen van nieuwe klanten en banken verplichten ons nu nog meer dan anders om al onze verrichtingen digitaal af te handelen. Kortom: de covid-lockdown dwingt ons met z’n allen om een digitale versnelling hoger te schakelen.

Alleen is niet iedereen daartoe in staat. Nieuw is dat natuurlijk niet: al voor de covidcrisis kon een deel van de bevolking geen gelijke tred houden met de digitalisering. In veel gevallen zijn dat mensen die geen eigen laptop, tablet of smartphone hebben of niet over een internetabonnement beschikken. Maar dat is niet de enige reden waarom sommigen op dat vlak achteroplopen. Ook onzekerheid en een gebrek aan digitale vaardigheden weerhouden mensen ervan om online te gaan. Meestal hebben zij ook geen attente zus, welwillende collega of geduldig kleinkind in de buurt om hen in geval van nood wegwijs te maken door de wirwar van digitale toepassingen of een vastgelopen toestel weer aan de praat te krijgen.

Sommige mensen zitten twee keer in lockdown.

Wellicht denkt u nu dat we het over ouderen, mensen in armoede en laagopgeleiden hebben. Het klopt inderdaad dat een belangrijk deel van die groepen niet mee zijn met de digitalisering, maar zij zijn zeker niet de enigen. Dat blijkt overduidelijk uit de huidige covidcrisis. Onder meer jongeren die in de jeugdhulp verblijven, patiënten in psychiatrische instellingen, mensen met een handicap in zorginstellingen, bewoners van woonzorgcentra en nieuwkomers die een inburgeringsstraject volgen, zitten vandaag twee keer in lockdown. Zij zijn niet alleen van de echte maar ook van de digitale wereld afgesneden. Al is het maar doordat veel van die instellingen niet over het nodige materiaal beschikken en omdat openbare computerlokalen in jeugd- en buurthuizen, bij armoedeverenigingen en in bibliotheken zijn weggevallen. Net als de hulp en uitleg die mensen daar kunnen krijgen.

Hoe langer de semilockdown duurt, hoe groter de nood aan oplossingen wordt. De voorbije weken werden al verschillende initiatieven genomen. Zo doorbreekt concultancybureau Deloitte de isolatie van bewoners van woonzorgcentra en patiënten in ziekenhuizen door tablets te verspreiden via het Virtual Hugs. Telecom operatoren bieden klanten extra mobiel datavolume aan en zetten hun netwerk open voor scholieren zonder internet thuis.

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wil scholieren die niet online kunnen, dan weer helpen met Digital for Youth. Na de paasvakantie zullen er via de Vlaamse scholen meer dan 8.000 computers worden uitgedeeld. Brussels minister Sven Gatz (Open VLD) zal hetzelfde doen in de hoofdstad. Op zich een heel mooi project dat op korte termijn tegemoet komt aan de noden van het onderwijs. Alleen volstaat het niet om mensen toegang te geven tot een digitaal toestel en het internet. Er moet ook ondersteuning komen in de vorm van gedrukte en digitale handleidingen. Er moet ingezet worden op telefonische en elektronische begeleiding. Bijvoorbeeld via software die begeleiders toelaat even de computer over te nemen. Natuurlijk met alle aandacht voor de privacy van de betrokkene.

In tijden van lockdown valt er moeilijk naast de digitale isolatie van sommige kwetsbare groepen in de samenleving te kijken. Maar wat als we straks weer naar buiten mogen?

Er blijft echter nog een hele resem andere kwetsbare groepen in de kou staan. Zij slagen er bijvoorbeeld niet in om de online formulieren voor ziekte of technische werkloosheid in te dienen. Daarom is het zeker nu we thuis moeten blijven ontzettend belangrijk dat een aantal openbare computerlokalen op een veilige manier weer wordt opengesteld voor het publiek. Dat kan gebeuren in samenwerking met het middenveld, lokale besturen en sociale diensten. Daarnaast moeten er ook tablets en smartphones gaan naar de groepen die buiten de huidige initiatieven vallen, zoals volwassenen met een handicap.

In tijden van lockdown valt er moeilijk naast de digitale isolatie van sommige kwetsbare groepen in de samenleving te kijken. Maar wat als we straks weer naar buiten mogen? De kans is groot dat de aandacht dan snel weer verslapt. Nochtans is het hoog tijd dat er zowel op Vlaams als federaal niveau een coherent beleid wordt gevoerd wat de digitale insluiting van kwetsbare groepen betreft. Tot nu toe was daar te weinig oog voor. Op langere termijn moet er een inclusief digitaal beleid worden opgezet dat de verschillende bestuursniveaus, departementen en ministers overstijgt. Daarbij is het cruciaal dat er aandacht gaat naar diegenen die vandaag worstelen met digitalisering. Ook dat is een les die we uit deze crisis kunnen trekken.

Taskforce e-Inclusie:

Leo Van Audenhove, Ilse Mariën, Andy Demeulenaere, Davy Nijs, David Loyen, Kris Verellen, Kelly Vreys, Kenneth Schenning, Ann Andries, Dany Dewulf, Sara Jamine, Sara Van Damme, Marieken Dewitte, Jan Dekelver, Saskia Van Uffelen, Willy Wellens, Frederick Scraeyen.

De Taskforce e-Inclusie is een samenwerkingsverband van lokale besturen, publieke instellingen en middenveldorganisaties, die al jarenlang werken aan het digitaal insluiten van kwetsbare groepen. De taskforce bestaat uit volgende instanties: imec-SMIT Vrije Universiteit Brussel, Mediawijs, UC Leuven-Limburg, Link in de Kabel, Digidak, LINC vzw, Stad Kortrijk, VVSG, VOCVO, Digipolis Gent, WeTechCare, Modem Thomas More, Saskia Van Uffelen-Digital Champion, Seniornet en Beego.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content