‘Dit virus drukt ons met de neus op de feiten: is de manier waarop we onze zorg organiseren wel de juiste?’

‘De pauze in de crisis is broodnodig om iedereen die keihard heeft gewerkt even ademruimte te geven om alles te verwerken. Maar ook om de lessen van de afgelopen periode ter harte te nemen’, schrijft Bieke Verlinden (SP.A).

Het coronavirus heeft onze wereld op korte tijd met de neus op verschillende ongemakkelijke feiten gedrukt. Maar in de huidige crisis zien we ook heel wat lichtpuntjes. Denk maar aan de opstoot van solidariteit, de groei van nieuwe inzichten en het ontstaan van heel wat kansen. De centrale vraag: wat ná corona? Want nu het met de curve – hoe precair ook – de goede richting lijkt uit te gaan, komt er stilaan een pauze aan in deze crisis. En die is broodnodig om iedereen die keihard heeft gewerkt even ademruimte te geven om alles te verwerken. Maar ook om de lessen van de afgelopen periode ter harte te nemen.

Dit virus drukt ons met de neus op de feiten: is de manier waarop we onze zorg organiseren wel de juiste?

Zelden stond het belang van onze zorg meer in de spotlights dan de laatste paar maanden. Onze waardering voor de sector groeide zienderogen en al diegenen die zich in deze crisis de benen vanonder het lijf werkten, kunnen dagelijks rekenen op een welgemeend applaus. Dat applaus verdienden ze voor deze crisis begon ook al, maar blijkbaar hadden we dit virus nodig om te beseffen hoe essentieel onze zorg wel is.

Dat inzicht stelt ons ook voor heel wat cruciale vragen: is de manier waarop we onze zorg organiseren wel de juiste? Wat verstaan we onder goede zorg? Evolueert de sector in een richting die we graag willen? Hoe ervaren zorgbehoevenden en zorgpersoneel de huidige aanpak? Zouden we misschien niet beter grondig nadenken over hoe het anders kan?

Sneller, efficiënter, goedkoper!

Het zijn vragen die ik samen met vele anderen al langer stel. Maar ze vielen steeds op de koude steen van de marktlogica die de zorg heeft overgenomen. Sneller, efficiënter en vooral goedkoper: het zijn de neoliberale toverwoorden waarmee beleidsmakers en zorgmanagers de sector de voorbije deccenia in een nieuw keurslijf dwongen. Dat die aanpak ons geen stap vooruit hielp, werd de voorbije maanden nogmaals pijnlijk duidelijk: het schrijnende tekort aan personeel, middelen en gewoon tijd om te zorgen overschaduwde van meet af aan de aanpak van deze crisis.

Wie de werking van onze zorg de laatste jaren een beetje heeft gevolgd, zag ongetwijfeld ook wat die doorgedreven ‘efficiëntielogica’ er aanrichtte. Zorgpersoneel holt zich elke dag te pletter om een zo groot mogelijk aantal patiënten en zorgbehoevenden ‘af te werken’. Alles moet maximaal renderen, want het beleid besliste om enkel nog te financieren op basis van ‘prestaties’. Geen vast bedrag voor een holistische en preventieve aanpak, maar enkel nog geld per ‘afgewerkte’ of ‘gepresteerde’ zorgbehoevende. Wat krijg je dan? Het perverse effect dat zorginstellingen zoals woonzorgcentra en ziekenhuizen baat hebben bij een zo hoog mogelijk aantal zieken en zorgvragers.

Het resultaat is een zorgfabriek met te veel bureaucratie, te weinig personeel en een te hoge werkdruk. Dat de zorg bijgevolg één van de sectoren is met het hoogste aantal burn-outs, daarover zou niemand zich nog mogen verbazen.

Een nieuwe aanpak

Maar sinds de crisis beweegt er vanalles. Zo vertelden zorgverleners uit een woonzorgcentrum me vorige week dat de omstandigheden hen ertoe brachten om de gewone manier van werken anders aan te pakken. Zo kregen ze de handen vrij om zich opnieuw met hun kerntaak bezig te houden: zorgen voor mensen. Ze maakten bijvoorbeeld komaf met de regel dat álle bewoners voor een bepaald uur gewekt, gewassen en aangekleed moeten zijn, en ze kregen meer autonomie om hun werk en gezin te organiseren. Zo kwam er weer tijd om beter te zorgen. Want iedereen geraakt nog steeds perfect gewassen en aangekleed, alleen niet langer aan een gejaagd tempo maar op een rustigere, menselijkere manier. Tijd om écht te zorgen: het deed iedereen deugd. Zo doen zorgverleners opnieuw waarvoor ze ooit in de sector stapten. Ze voelen zich ook weer gewaardeerd. En de bewoners? Die genieten van het rustigere ritme en de aandacht.

De laatste maanden bewijzen het nog maar eens: goede zorg valt niet te vatten in prestaties, cijfers en winsten alleen.

Een ander voorbeeld is de verpleegkundige die me bij de start van deze crisis liet weten dat hij met zijn voltallige afdeling had afgesproken dat – hoe vanzelfsprekend dat ook mag lijken – het welzijn van de bewoners nu écht de prioriteit is. Dat de zee aan administratieve handelingen en de eindeloze registratiemomenten op een lager pitje mochten en dat vanaf nu samenzijn, wandelen en babbelen primeerden. Het deed hem weer beseffen dat dít de zorg is die hij wil kunnen geven. Dat hij liever niet terug wil naar het bandwerk van de zorgfabriek waarin hij voor deze periode aan de slag was.

Het is hoog tijd om deze nieuwe aanpak vast te grijpen en onze zorg grondig te herdenken.

Gezondheid als fundament

Want de laatste maanden bewijzen het nog maar eens: goede zorg valt niet te vatten in prestaties, cijfers en winsten alleen. Welk cijfer plak je op een babbel in het woonzorgcentrum, op de tijd om samen met de ouderen een lach of een traan te delen? Gaan we hierna opnieuw de chronometer bovenhalen om tot op de seconde aan te geven hoe lang verpleging onze grootouders mag begeleiden bij een videogesprek met familie? Hoeveel tijd het mag kosten om een kaartje voor te lezen aan een rusthuisbewoner die dat zelf niet meer kan? Vandaag roept ieder van ons toch: zo veel tijd als nodig! Want die tijd, dát is zorgzaamheid. Goede zorg bestaat net uit wat traag en onmeetbaar is. Rust, aandacht, vriendelijkheid, tijd. Vandaag worden we er op de meest pijnlijke wijze aan herinnerd hoe essentieel die zaken zijn. Hoe graag we willen dat onze geliefden met warmte en zorgzaamheid geholpen worden wanneer ze ziek zijn of hulp nodig hebben. Meer dan ooit zien we wat die aanpak waard is. Van zorgbehoevende en zorgverlener tot familie: iedereen wordt er beter van – in alle betekenissen van het woord.

Rust, aandacht, vriendelijkheid, tijd. Vandaag worden we er op de meest pijnlijke wijze aan herinnerd hoe essentieel die zaken zijn.

Zeker als je stilstaat bij de heldendaden die zij momenteel in de zorg verrichten, zou het van een ongezien cynisme getuigen om onze zorg- en hulpverleners na deze crisis terug te sturen naar de situatie van voorheen. Naar een sector van tekorten, van stress en van steeds meer met steeds minder. Of het nu gaat om kinderopvang of ouderenzorg, over een ziekenhuisbezoek of de volgende gezondheidscrisis waarmee onze samenleving te maken krijgt: de keuzes die we vandaag maken, zullen gevolgen hebben voor wie morgen zorg nodig heeft.

Nu of nooit

Deze crisis toont haarscherp aan dat samenwerking en solidariteit de hoeksteen van een sterke samenleving zijn. Dit is dan ook dé kans om die massale, spontane solidariteit met de zorg om te zetten in structureel verankerde solidariteit op lange termijn. Laat ons weer inzetten op gezondheidswinst, niet op financieel rendement. Kies voor het algemeen welzijn, niet voor beleid op maat van enkele investeringsgroepen. Laat gezondheid en zorg niet langer de speelbal zijn van de markt, maar maak er een fundament van onze samenleving van. Voor ons allemaal.

De zorg was vóór corona al in crisis. Dat zal niet veranderen, tenzij we deze wake-up call vandaag met beide handen aangrijpen. Hoog tijd dus om ons onomwonden af te vragen: wat voor zorg willen we eigenlijk? En laat ons voor deze denkoefening eens níet vertrekken vanuit cijferfetisjisme, procedures of – godbetert – het juiste bevoegdheidsniveau. Want als er iéts is dat het coronavirus ons doet inzien, dan is het dat we crisissen als deze enkel sámen kunnen overwinnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content