Dirk De Wachter: ‘Ik ga naar Afrika om te luisteren’

Dirk De Wachter: 'Dat in het Westen de focus zo op dat ik ligt, lijkt mij een oorzaak van die opvallende cijfers rond eenzaamheid.' © belga
Peter Casteels

Psychiater Dirk De Wachter reist deze maandag naar Tanzania, waar hij projecten van de ngo Child-Help zal bezoeken voor kinderen met spina bifida (open rug) en hydrocefalie (waterhoofd). Knack sprak hem voor zijn vertrek over wat België en Tanzania van elkaar kunnen leren.

‘Spina bifida en hydrocefalie zijn ernstige aandoeningen die veel meer aandacht verdienen in de media’, vertelt psychiater en auteur van Borderline times Dirk De Wachter. ‘Als Pierre Mertens van Child-Help mij dus vraagt om mijn bescheiden bekendheid aan te wenden voor de goede zaak en in te zetten voor kinderen met die ziektes, kan ik daar niet nee tegen zeggen. De vijf projecten die we in Tanzania zullen bezoeken zijn kleinschalig en emanciperend voor de lokale bevolking. Ze vertrekken niet vanuit een idee dat hier in België aan de tekentafel is bedacht, en daarom kan ik er mij ook makkelijk achter zetten.’

Wat zult u zelf ter plaatse doen?

De Wachter: Ik ben van opleiding ook neuroloog, dus die aandoeningen staan niet zo ver van mij af als het misschien lijkt. Maar ik hoop eigenlijk in de eerste plaats om zelf iets te leren van hoe zij de zaken daar aanpakken, hoe raar dat misschien ook klinkt. Onze gezondheidszorg is grootschalig en hoogtechnologisch, waar ik niets tegen heb, maar waardoor de menselijkheid soms verloren dreigt te gaan. Doordat hulpverleners in Afrika minder middelen hebben, zijn ze verplicht om kleinere projecten op te zetten. Die zijn ook beter lokaal ingebed. Bij ons dreigt het sociale contact uit de gezondheidszorg te verdwijnen. Misschien kunnen wij, met onze zogezegd superieure cultuur, wel iets van hen opsteken. Ik zal mijn mond daar wel opentrekken, maar ik ga vooral ook om te luisteren. Ik ga dus niet om die mensen een schouderklopje te geven en hen vanuit het rijke Noorden te vertellen hoe het eigenlijk moet.

In een videoboodschap die u voor deze reis hebt opgenomen zei u dat Afrika in uw jeugdjaren een bepalende rol heeft gespeeld. Welke band hebt u precies met dat continent?

De Wachter: Dat is heel persoonlijk. Mijn oom was missionaris in Congo. Hij kwam maar om de vijf jaar terug naar België om geld op te halen, en toch was hij heel aanwezig in mijn kindertijd. Ons huis stond vol met Afrikaanse beelden, en op foto’s zag hij er met zijn zwarte baard en wit kleed uit als een heilig man. In de jaren zeventig is hij teruggekeerd en uit de kerk getreden. Hij is zelfs getrouwd, maar hij is zich altijd heel actief blijven inzetten voor de derde wereld. Ik heb hem steeds heel bijzonder en moedig gevonden, en heb mijn leven misschien wel op hem proberen te richten.

In die boodschap hekelt u ook de ‘koloniserende hulpverlening’ in Afrika. Bestaat die vandaag nog steeds?

De Wachter: Ik heb heel wat contacten gelegd naar aanleiding van deze reis en ik heb de indruk dat de mentaliteit erg veranderd is. Er wordt hier geen zilverpapier meer ingezameld om in Afrika scholen te bouwen om de zwartjes te bekeren. We moeten chirurgen lokaal ondersteunen, en niet van hieruit opereren. Dat heeft geen zin, en dat helpt op de lange termijn niemand vooruit. Het emanciperen van de lokale bevolking is heel belangrijk geworden, en dat hoop ik op mijn reis met mijn eigen ogen te zien natuurlijk.

Door het jaar bent u bezig met de psychische problemen van Vlamingen. Bent u niet bang dat die zullen verbleken bij wat u in Afrika zult aantreffen?

De Wachter: Ik zal het u weten te zeggen, maar ik denk eerlijk gezegd van niet. Ik geef in Leuven een vak over omgaan met handicaps. Ik laat daarin heel wat mensen met een beperking aan het woord: een blinde dame, iemand met schizofrenie en zelfs ook al iemand met spina bifida. We bespreken in de les hoe zij in het leven en de samenleving staan. Ik denk dat dat niet zo heel erg verschilt van mensen die in een Afrikaans land wonen dat misschien veel armer is en een heel andere cultuur kent. Ondanks die oppervlakkige verschillen gaat het eigenlijk altijd over hetzelfde: inclusie en verbinding. Daar ben ik in Vlaanderen al zo lang mee bezig, en dat is in Tanzania hetzelfde. Hoe houden we kwetsbare mensen – of ze nu een psychische of een neurologische aandoening hebben – in het sociale weefsel, en geven we ze een zinvolle rol in de maatschappij?

Weet u, het draait altijd en overal rond een mens die iets voor een andere mens doet. Ik zal daar ook in de ambassade een lezing geven, en die zal gaan over dat kleine goede, oftewel la petite bonté, een concept van de filosoof Emmanuel Levinas. Daar komt het toch altijd op neer. Bij ons dreigt de zorg soms in al haar professionalisme wat anoniem, verkleuterend of neerbuigend te worden, terwijl we elkaar vooral als mensen in de ogen moeten kijken. Dat zal ik ook in Afrika proberen te doen.

Meer informatie over de projecten en een dagelijks verslag van de reis van Dirk De Wachter vindt u op de site van Child-Help of op de Facebookpagina van de organisatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content