De Wever wil het Mensenrechtenverdrag anders doen interpreteren: kan dat zomaar?

Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Premier Bart De Wever (N-VA) vindt dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens landen kan beletten om mensen zonder verblijfsvergunning uit te wijzen. Daarom pleit hij ervoor om een ‘interpretatieprotocol’ aan het verdrag toe te voegen. Goed idee? Knack vroeg het aan twee asielexperts. ‘Dit is druk op de onafhankelijkheid van rechters die je niet wilt in een rechtsstaat.’

Op een lezing van ons zusterblad EW, donderdagavond in Amsterdam, stipte Bart de Wever aan hoe moeilijk het is om ‘criminele illegalen’ buiten te krijgen. Hij wijst daarbij met een beschuldigende vinger naar de rechterlijke macht. Zo zou het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg de internationale verdragen te eigenzinnig interpreteren.

Die verdragen aanpassen zou volgens de premier niet realistisch zijn en te lang duren. ‘Je moet dus de jurisprudentie (het geheel van rechterlijke beslissingen, nvdr) aanpassen, met name door een interpretatieprotocol aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens toe te voegen. Waarbij je zegt: “De historische geest van dit verdrag was niet om een kanaal voor massamigratie te creëren. Dus u, beste rechter, mag dat er ook niet van maken.”’

Knack vroeg Ellen Desmet, professor migratierecht aan de UGent, en Marc Bossuyt, voormalig rechter bij het Grondwettelijk Hof, wat ze van dat idee vinden.

Klopt het dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en met name artikel 8 over het recht op gezinsleven, EU-lidstaten belet om criminelen uit te zetten?

Ellen Desmet: Het Europees Hof zet niet zomaar alle deuren open. Het maakt altijd een zeer zorgvuldige afweging tussen het belang van de staten inzake nationale veiligheid, en het recht op respect voor het gezinsleven. Daarbij weegt het verschillende elementen tegen elkaar af. Hoe lang is de persoon al in het land? Hoe erg was het criminele feit? Wat zou de impact zijn op het gezinsleven? Wat zijn de banden met het land van herkomst? Vaststelling is dat het Hof daar zeer terughoudend in is. Slechts in een beperkt aantal gevallen oordeelt het dat er effectief een schending van artikel 8 is gebeurd.

Een collega van de Universiteit van Hasselt, Harriet Ní Chinnéide, heeft daarover cijfers opgezocht in de databank van het Hof. Tot eind 2023 sprak het Europese Hof 63 arresten ten gronde uit in dossiers over uitzettingen onder artikel 8. Daarvan gingen er 3 over België. En in slechts één geval oordeelde het Hof dat België het Mensenrechtenverdrag niet correct had toegepast. Het is dus niet zo dat er jaarlijks honderden mensen niet kunnen worden verwijderd omdat het Europees Hof dat tegenhoudt.

Marc Bossuyt: Bovenvermelde statistieken zijn misleidend omdat zij geen rekening houden met de talloze voorlopige maatregelen die vooral in dit domein door het Hof worden bevolen en uitwijzingen onmogelijk maken. Daarbij worden zowel artikel 8 (recht op gezinsleven) als artikel 3 (verbod op foltering en onmenselijke behandeling) van het Europees Verdrag zeer ruim geïnterpreteerd. Dit gebeurt niet enkel door het Hof in Straatsburg zelf, maar ook door nationale rechters die beroepen op de rechtspraak uit Straatsburg. In België gaat het dan om arresten van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Dus ja, premier De Wever heeft wel degelijk een punt.

Het is niet zo dat er jaarlijks honderden mensen niet kunnen verwijderd worden omdat het Europees Hof dat tegenhoudt.

Bart De Wever stelt voor om de jurisprudentie aan te passen door een interpretatieprotocol aan het Europees Verdrag voor de Mensenrechten toe te voegen. Is dat een optie?

Bossuyt: Dat ligt in mijn ogen wel heel moeilijk. Ik onderken het probleem, maar ik zie niet goed hoe je dat met een protocol kunt bijsturen. Daarmee zeg ik niet dat er niets kan worden gedaan. Maar een protocol waarin je schrijft dat de rechter zich wat terughoudender moet opstellen, in het bijzonder in immigratiezaken? Het lijkt me allesbehalve evident dat dat op korte termijn zou worden aangenomen. Verder zie ik ook niet goed in hoe dat de zaken kan verhelpen.

Desmet: Het klopt dat er protocollen kunnen worden toegevoegd aan een verdrag. Vaak gebeurt dat om bijkomende mensenrechten te erkennen, of vanwege procedurele zaken.

Maar een ‘interpretatieprotocol’ waarbij je richting geeft aan wat de rechters gaan zeggen en de interpretatie van het Europees Hof gaat sturen? Dat is echt wel een druk op de onafhankelijkheid van rechters die je niet wilt in een rechtsstaat. Probleem is ook dat het op een niet-empirisch onderbouwde manier gebeurt. Men schetst de indruk dat het Hof enorm pro-migranten oordeelt, terwijl er onder veel academici een consensus bestaat – met uitzondering van enkele stemmen – dat het Hof helemaal niet zo beschermend is ten aanzien van migranten.

Ik vind het niet verkeerd dat regeringsleiders laten merken dat ze ongelukkig zijn met bepaalde interpretaties van het Europees Hof.

De Wever bereidt hierover inmiddels een stappenplan voor dat hij in oktober door negen andere EU-landen wil laten goedkeuren. Maakt hij kans op slagen?

Desmet: De voorbije maanden en jaren zijn er al heel wat zaken gepasseerd waarvan dat ik dacht dat ze geen enkele kans op slagen hadden. We zitten in een heel zorgwekkend tijdsgewricht. Dingen die een aantal jaren geleden nog vanzelfsprekend waren – zoals de scheiding der machten – staan nu ter discussie.

Maar als De Wevers grootste angst is dat onze democratie zou gaan instorten zonder zo’n interpretatieprotocol, dan lijkt me dat paniekzaaierij. Soms zal het Europees Hof oordelen dat de belangen van een migrant onvoldoende zijn meegenomen, maar onze democratie staat daardoor niet op barsten. Een groter risico op instorting is net de invloed die de uitvoerende macht probeert uit te oefenen op de rechtsprekende instanties.

Bossuyt: Toch zijn er mogelijkheden om de rechtspraak bij te sturen. Zo vind ik het niet verkeerd dat regeringsleiders laten merken dat ze ongelukkig zijn met bepaalde interpretaties van het Hof. Dat kan helpen om rechters ervan bewust te maken dat er grenzen zijn – en dat ze die grenzen misschien hebben overschreden. Daarnaast hebben landen ook de mogelijkheid om tussen te komen bij het Hof. Ik heb gemerkt dat Oost-Europese dat vaker doen – onder meer in migratiezaken – dan West-Europese. Zo geven wij de indruk dat we het allemaal goed vinden.

Verder klopt het dat de politiek geen kritiek hoort te leveren op rechterlijke uitspraken in individuele zaken. Daar is de grootste terughoudendheid geboden. Maar wanneer internationale rechters uitspraken doen waarin zij zich als wetgever gedragen – en het Hof van Straatsburg doet dat geregeld – dan zie ik niet in wat er verkeerd aan is aan laten weten dat dat niet past.

Wat als rechters in de toekomst de interpretatie van De Wever niet volgen? Kunnen zij dan aan de kant worden geschoven?

Desmet: Dat zou hallucinant zijn. Neen dus. Met de keuze van rechters die landen naar Straatsburg sturen, kunnen ze natuurlijk wel een zekere invloed uitoefenen. Want de verdragen moeten geïnterpreteerd worden, en rechters zijn geen robotten of machines. De rechtspraak van het Hof wordt door rechters uit de verschillende landen bepaald. Dus wíé er zetelt, heeft natuurlijk een impact. Maar rechters blijven autonoom en onafhankelijk.

Bossuyt: Rechters aan de kant schuiven kan natuurlijk niet. Het is de regering die rechters voordraagt. Dan is het de parlementaire vergadering van de Raad van Europa die daaruit kiest en de rechters aanduidt. Misschien kan de regering wat beter toezien op wie wordt voorgedragen en de parlementaire vergadering op wie wordt verkozen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise