De affaire-Vooruit: ‘Door er geheimzinnig over te doen wordt de zaak groter dan ze is’

© belga
Karin Eeckhout

De voormalige SP.A en Kunstencentrum Vooruit kwamen onderling overeen dat het kunstencentrum zijn naam opgaf in ruil voor geld van de partij. Een perfect wettelijke oplossing, maar de beslissing om er niet over te communiceren, blijkt achteraf een slecht idee: de inhoud lekt toch en het gebrek aan transparantie is voor niemands reputatie goed.

De Gentenaars willen maar niet pleujen. Kunstencentrum Vooruit moét ‘Vooruit’ blijven – of ‘De Vooruit’ worden – zo klinkt het in de straten en op sociale media. Nochtans staan juridische bezwaren in de weg, zo weten we ondertussen. De socialistische partij en het kunstencentrum hebben in een dading afgesproken dat het kunstencentrum zijn naam laat vallen en in ruil daarvoor van de partij een financiële compensatie krijgt.

Dat laatste wilde noch het kunstencentrum noch de partij de voorbije dagen bevestigen maar het staat zwart op wit in het jaarverslag van het kunstencentrum dat De Standaard heeft ingekeken. Volgens Het Laatste Nieuws zou de vroegere SP.A ‘minder dan 100.000 euro’ betaald hebben voor de merknaam.

Of dat klopt, en wat er verder nog in die dading staat, is niet bekend. Want dat is typisch voor een dading: dat de partijen niet communiceren over de gemaakte afspraken.

Wettelijk

Los van de inhoud: mogen twee partijen die gebruik maken van belastinggeld onderling een dading afsluiten waarmee de buitenwereld geen zaken heeft?

Juridisch is er geen enkel probleem, zegt hoogleraar openbare financiën Herman Matthijs (UGent). ‘Elke rechtspersoon mag een dading afsluiten. Dat het gaat om organisaties die (deels) met belastinggeld werken, verandert daar niets aan.’

Ook politicoloog Carl Devos (UGent) ziet geen wettelijke obstakels: ‘Politieke partijen doen met hun dotaties wat ze willen, zolang ze zich houden aan de weinige beperkingen die de wet van 4 juli 1989 op de partijfinanciering oplegt, en die vooral slaan op het respecteren van de sperperiode voor de verkiezingen en de plafonnering van de verkiezingsuitgaven.’

Dat beaamt ook hoogleraar politieke wetenschappen Bart Maddens (KU Leuven). ‘Ook al worden ze grotendeels door de overheid gefinancierd, het gaat hier om privé-organisaties. Politieke partijen besteden hun geld zoals ze willen, zolang dat conform de doelstellingen van hun vzw is. Als een poltieke partij publieke middelen wil gebruiken voor massale investeringen in sociale media, zoals het Vlaams Belang doet, of voor de aankoop van een kantoorgebouw, zoals de N-VA, dan kan dat. Op dezelfde manier heeft de voormalige SP.A het recht om geld uit te geven aan een nieuwe partijnaam.’

Elke rechtspersoon mag een dading afsluiten. Dat het gaat om organisaties die met belastinggeld werken, verandert daar niets aan.

Hoogleraar openbare financiën Herman Matthijs (UGent)

Wenselijk

Zo’n afspraak mag dan wettelijk zijn, is ze ethisch verdedigbaar? ‘Je kunt enige kritiek verwachten nu blijkt dat een partij zo’n bedrag neertelt enkel om bij wijze van spreken een naam te kopen, terwijl de hele partijfinanciering al ter discussie staat,’ zegt Devos.

De politicoloog begrijpt wel waarom de partijen de dading afsloten: ‘De politieke partij hoopte op die manier rust en sereniteit te kopen. Ze wilde de heisa over de naamsverandering stoppen en een rechtszaak vermijden. Er is ook sprake van een zekere goodwill ten opzichte van het kunstencentrum uit de voormalige zuil dat niet kan verhinderen dat de partij de naam gebruikt. Als het zou gaan om een kleine 100.000 euro, zoals Het Laatste Nieuws schrijft, dan is dat wellicht maar een beperkt deel van de totale kost voor de naamsverandering van de partij,’ zegt Devos.

Herman Matthijs denkt dat de kritiek op de betaling door de politieke partij beperkt zal blijven. ‘Er moest een oplossing komen want de partij had de nieuwe naam al aangekondigd en kon dus niet meer terug. De SP.A had nogal wat financiële reserves en 100.000 euro, als dat het bedrag zou zijn, is niet eens zoveel geld in verhouding tot wat de totale rebranding naar Vooruit zal kosten. Vergelijk je dat bedrag met wat er aan verkiezingscampagnes wordt uitgegeven, dan is het zelfs peanuts.’

Ook het kunstencentrum had volgens Devos goede redenen om de dading af te sluiten. Het stond juridisch in een zwakke positie want het had, vreemd genoeg, zijn eigen naam nooit geregistreerd. ‘De uitkomst van een dure en lange juridische strijd zou wellicht in hun nadeel zijn geweest,’ aldus Devos. ‘Als je weet dat een rebranding veel geld kost, dan kun je pragmatisch zijn en ervoor zorgen dat je minstens een stuk van de factuur naar de partij Vooruit kunt doorschuiven.’

Geheim

Blijft de vraag waarom die onderlinge afspraak geheim moest blijven voor de rest van de wereld, terwijl alle betrokkenen toch konden weten dat ze snel publiek zou worden?

Carl Devos: ‘Ze hadden inderdaad kunnen vermoeden dat de inhoud snel zou lekken, want bij het kunstencentrum is niet iedereen gelukkig met de deal. Maar ik begrijp waarom ze de gemaakte afspraken liever niet aan de grote klok hingen. Het gaat om de verkoop van een historische naam, die behoort tot het collectief erfgoed en waar het publiek aan gehecht is, terwijl de politieke partij over 15 of 20 jaar misschien toch weer van naam verandert. Bovendien was dit nooit gebeurd als het kunstencentrum zijn naam geregisteerd had, wat je toch zou verwachten van zo’n organisatie. En hun uitleg dat ze onmogelijk hun naam konden houden als de partij die ook gebruikt, overtuigt lang niet iedereen.’

Ze hadden inderdaad kunnen vermoeden dat de inhoud snel zou lekken, want bij het kunstencentrum is niet iedereen gelukkig met de deal.

Politicoloog Carl Devos (UGent)

Maar erg zinvol is de geheimhouderij niet. ‘Ik verwacht dat het geen week meer zal duren voor we het exacte bedrag kennen’, zegt Herman Matthijs. ‘Hoe dan ook komt die informatie naar buiten want de boekhouding van de betrokken organisaties is openbaar. Ze moeten allebei hun balans neerleggen bij de Nationale Bank, en de boekhouding van een politieke partij wordt ieder jaar gecontroleerd door de Kamer en het Rekenhof.’

Hoogleraar politieke wetenschappen (KU Leuven) Bart Maddens nuanceert: ‘De boekhouding van een politieke partij blijft vrij algemeen. Ik vermoed dat het bedrag dat aan Vooruit is betaald niet apart vermeld zal staan. Van de boekhouding van cultuurinstellingen ken ik de details niet, maar ik denk dat ook daar niet elke factuur afzonderlijk moet worden opgelijst.’

Hoe dan ook was het volgens Maddens een verkeerde inschatting dat dit, ondanks de rancune die er bij nogal wat mensen is, niet naar buiten zou komen. ‘Wat enigszins verwonderlijk is voor iemand als Conner Rousseau, die zich toch profileert als communicatiedeskundige.’

Open kaart

De partijen hadden er beter aan gedaan om open kaart te spelen, vindt Herman Matthijs, zeker omdat ze allebei kunnen uitleggen waarom ze de deal sloten. ‘Door er geheimzinnig over te doen wordt de zaak groter dan ze is.’

Ook Carl Devos denkt dat het beter was geweest om met de overeenkomst naar buiten te komen. ‘Maar hoe dan ook was het beeld van de ‘verkochte’ naam blijven hangen.’

De hele discussie is in ieder geval lastiger voor het kunstencentrum dan voor de partij, vindt Devos. ‘Het betaalde bedrag is voor de voormalige SP.A slechts een onderdeel van de marketingcampagne voor de nieuwe naam. Voor het kunstencentrum stelt zich de vraag hoe ze dat bedrag precies in de boekhouding gaan noteren, ook al is de afspraak wettelijk en deontologisch in orde. Liefst niet op een creatieve manier, want de boekhouding van het kunstencentrum zal nu met meer interesse dan anders bekeken worden. Niet alleen omwille van die naamskwestie, maar ook omdat de boekhouding van gesubsidieerde organisaties sinds het losbreken van de affaire El Kaouakibi gevoelig ligt.’

Er zijn parallellen met de zaak van het campagnegeld dat Sihame El Kaouakibi kreeg van Open VLD

Hoogleraar politieke wetenschappen Bart Maddens (KU Leuven)

Aanzwellende kritiek

‘Zoals de situatie nu evolueert, met kritiek die blijft aanzwellen, is dit geen goede zaak voor de partij’, zegt Maddens, die parallellen ziet met de zaak El Kaouakibi – de zaak die betrekking heeft op het campagnegeld dat ze van Open VLD kreeg, voor alle duidelijkheid. ‘Dat de campagne van kandidaten voor het overgrote deel door de partijen wordt betaald, is perfect legaal en normaal binnen de politiek. Die zaak werd uitvergroot en geframed als ‘kandidaat werd gekocht’. Iets gelijkaardigs gebeurt nu met de ‘gekochte’ partijnaam.’

‘Open VLD heeft in dat dossier snel en transparant gecommuniceerd’, zegt Maddens. ‘De socialistische partij heeft in dit geval blijkbaar die mogelijkheid niet, omwille van die dading. Maar het gebrek aan transparantie is slecht voor de partij, en zal de discussie over de partijfinanciering oppoken, iets waar de meerderheidspartijen niet op zitten te wachten, want ze riskeren zelf te moeten inleveren. Wat mij betreft kunnen het kustencentrum en de socialistische partij beter die dading aanpassen en overeenkomen om zo snel mogelijk volledige transparantie te geven over dit dossier.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content