‘CO2-vervuiling moet je aanpakken als een afvalprobleem’

Afval ruimen klinkt niet als het meest opwindende voorbeeld van innovatie en spitstechnologie. Toch moet dat de focus van de klimaatstrijd zijn, argumenteert Steve Smith, directeur van het Oxford Net Zero Initiative.

CO2 kun je zien als afval dat gecreëerd wordt uit fossiele brandstoffen. De focus in de strijd tegen de klimaatverandering ligt sterk bij inspanningen om die uitstoot te verminderen. Maar meer en meer is er ook aandacht voor de schoonmaak van het afval dat er al is: letterlijk CO2 uit de lucht halen.

We hebben veel goed gekende, betaalbare manieren om de uitstoot te vermijden bij de bron, van hernieuwbare energie tot elektrische auto’s. Maar er zijn activiteiten, zoals landbouw en luchtvaart, waar het zo goed als onmogelijk is om de uitstoot helemaal te vermijden, tenminste in de nabije toekomst.

CO2-vervuiling moet je aanpakken als een afvalprobleem.

In de sector van de afvalverwerking is er een duidelijke hiërarchie ontstaan: verminder, hergebruik, recycleer, werp weg. Die kun je ook perfect toepassen op het klimaat: de productie van CO2 verminderen is prioriteit, maar het verhaal hoeft daar niet te stoppen.

Cruciaal

CO2-schoonmaak is cruciaal om een netto nuluitstoot te bereiken. En het opent zelfs de deur voor “netto negatieve” scenario’s, die nodig zijn om verschillende doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs haalbaar te maken. Volgens adviseurs van de Britse regering moet er jaarlijks 100 miljoen ton CO2 uit de atmosfeer verwijderd worden om de Britse doelstelling van klimaatneutraliteit te halen tegen 2050. (Bovendien moet vrijwel alle uitstoot uit elektriciteit, transport, industrie en verwarming van gebouwen geëlimineerd worden.)

Nu, 100 miljoen ton, dat is geen klein beetje afval. Het is vergelijkbaar met de huidige uitstoot van het transport, de meest vervuilende sector in Groot-Brittannië. Het betekent dat we een nieuwe afvalsector moeten opbouwen in dertig jaar tijd. Een groot deel daarvan zal in landelijke gebieden komen, waar gronden hersteld kunnen worden, en langs de kusten van de Noordzee waar CO2 via pijpleidingen opgeslagen kan worden. Het zijn precies de gebieden die nieuwe opportuniteiten kunnen gebruiken, naarmate de industrieën van het verleden krimpen.

Kaf van het koren

Door de hoogdringendheid van de doelstellingen groeit de interesse in die schoonmaak snel. In Oxford leiden we een nieuwe Greenhouse Gas Removal Hub met steun van de Britse overheid.

Onze doelstellingen zijn drievoudig:

  • Verschillende technieken voor CO2-afvang identificeren en evalueren, om de zwakste varianten te schrappen en de meest veelbelovende te ondersteunen
  • De economische, sociale en politieke factoren begrijpen die de ontwikkeling van die technologieën beïnvloeden
  • Een grotere, meer diverse en meer krachtdadige onderzoeksgemeenschap creëren voor de zoektocht naar de technologieën

We werken daarvoor nauw samen met vijf demonstratieprojecten in het land, die elk nieuwe, betere manieren onderzoeken om CO2 af te vangen en op te slaan op land – bijvoorbeeld via bomen, biochar en turflanden.

Uit onderzoek blijkt dat bossen en natuurherstel een groot potentieel hebben. Maar die aanpak is niet eindeloos op te schalen. Bovendien kan de opgeslagen CO2 weer vrijkomen als landbeheer verandert, of wouden met brand of plagen te kampen krijgen.

IJsland

Andere technologieën zijn in opmars, die veel grotere hoeveelheden CO2 permanent zouden kunnen opslaan. Deze maand nog startte in IJsland een installatie op die CO2 uit de lucht haalt met behulp van ventilatoren, chemicaliën en hitte, om die vervolgens te mineraliseren in vulkanische rots. Het is het grootste project in zijn soort en kan tot 4000 ton CO2 per jaar opslaan. Er is dus nog veel werk aan de winkel, maar het is een belangrijke stap in de goede richting.

In Yorkshire test Drax, de grootste Britse energiecentrale, manieren om CO2 uit de biogeneratoren op te slaan. Het hoopt een pijpleiding aan te sluiten om die CO2 rechtstreeks op te slaan in de bodem van de Noordzee. Als het project succesvol is, kan het 8 miljoen ton CO2 per jaar opslaan.

Maar hoewel er heel wat verschillende technieken opduiken, zullen die zich niet kunnen doorzetten als bedrijven of landbeheerders er geen voordelen in zien.

Tot nog toe zijn die mager. Veel systemen die een prijs kleven op CO2, zoals de Europese emissiehandel, doen dat enkel voor een verlaging van de uitstoot, niet voor CO2-captatie. Er is dus niet alleen innovatie nodig op technologisch vlak, maar ook in het beleid.

Innovatief beleid

Ook daar werken Oxford-onderzoekers aan, met ideeën zoals de “carbon takeback obligation” voor grote uitstoters, of de financiering van captatie door de “afbetaling van schuld” voor de “lening” van CO2-uitstoot in de atmosfeer.

Maar nieuwe ideeën komen niet alleen uit Groot-Brittannië. In de VS investeren grote techbedrijven zoals Microsoft, Stripe en Shopify vrijwillig in nieuwe technologieën, net als de Amerikaanse regering.

Groot-Brittannië kan een testlab worden voor zowel nieuwe technologieën als innovatief beleid. In aanloop naar de Klimaattop in november zal de regering naar verwachting een plan uit de doeken doen over hoe ze klimaatneutraliteit wil bereiken in 2050. Daarin moet voor het eerst dus ook een strategie te vinden zijn over de opschaling van CO2-captatie en opslag.

CO2-captatie en opslag bestaat, en het groeit snel. De vraag is niet of we het moeten doen of niet, maar hoe we dat het best kunnen doen op een duurzame, eerlijke en snelle manier. Er wachten ons fascinerende jaren, en zeker op het vlak van afvalverwerking.

Steve Smith is klimaatdeskundige en directeur van het Oxford Net Zero Initiative.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content