Buitenlands draagmoederschap: ‘Veel willekeur en rechtsonzekerheid voor homokoppels’

© Getty Images/Maskot
Ann Peuteman

Heterokoppels die een kind krijgen via een buitenlandse draagmoeder worden doorgaans als wettelijke ouders erkend, maar voor homostellen ligt dat veel moeilijker.

Omdat er in België geen wet is die draagmoederschap regelt of verbiedt, hebben wensouders hier geen juridische zekerheid. Doen ze een beroep op een draagmoeder, dan kan zij hun kind pas na de geboorte ter adoptie aan hen afstaan. Tot twee maanden daarna kan ze zich nog bedenken. Ondertussen lijken de meeste Belgische politieke partijen het er wel over eens te zijn dat er een wettelijk kader voor draagmoederschap moet worden uitgewerkt. ‘Het ziet ernaar uit dat het parlement draagmoederschap aan het dossier van sperma- en eiceldonatie wil koppelen’, zegt professor recht en diversiteit Pieter Cannoot (UGent). ‘Er zijn dan ook heel wat overeenkomsten. Wat zijn de rechten van het kind dat met behulp van donatie of draagmoederschap is geboren? Welke juridische erkenning krijgen de betrokkenen? Als anonieme donatie niet meer kan, wil dat dan zeggen dat ook de banden met een draagmoeder niet helemaal kunnen worden doorgeknipt?’

Alles wijst erop dat alleen altruïstisch draagmoederschap in België zal worden toegelaten. Met andere woorden: er mag niet voor worden betaald. ‘Maar doordat de wetgever al zolang talmt om een wettelijk kader voor draagmoederschap uit te werken, trekken steeds meer koppels vandaag naar het buitenland om daar via commercieel draagmoederschap een kind te krijgen’, zegt Cannoot. ‘Die praktijk vertroebelt de hele discussie.’

Het ziet ernaar uit dat het parlement draagmoederschap aan het dossier van sperma- en eiceldonatie wil koppelen.

Zelfs als draagmoederschap in ons land wordt geregulariseerd, is de kans groot dat sommige koppels nog altijd naar het buitenland zullen trekken. ‘Naast Belgische wetgeving hebben we ook behoefte aan een Europees of internationaal verdragsrechtelijk kader’, zegt professor internationaal privaatrecht Jinske Verhellen (UGent). ‘Buitenlandse adoptie is al jaren internationaal geregeld, maar voor internationaal draagmoederschap bestaat nog geen verdrag. De Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht werkt daar al sinds 2011 aan, maar zoiets vraagt natuurlijk tijd.’

Geen meevaderschap

Belgische stellen die zich dat kunnen veroorloven, doen het liefst een beroep op een draagmoeder uit de Verenigde Staten of Canada. Daar zijn tientallen betrouwbare agentschappen actief die wensouders tegen betaling in contact brengen met eiceldonoren en draagmoeders. Het is er wettelijk ook mogelijk om vooraf een contract op te maken waardoor wensouders al bij de geboorte de juridische ouders van hun kind zijn. Ze keren dan naar België terug met een geboorteakte of een rechterlijke beslissing waarop hun beide namen staan.

Alleen wordt zo’n akte of vonnis hier vaak niet aanvaard. Heterokoppels die in het buitenland een kind krijgen via draagmoederschap worden tegenwoordig wel al vaak allebei als ouder geregistreerd. Uiteindelijk kan de ambtenaar van de burgerlijke stand niet zeker weten dat het niet de wensmoeder is die in het buitenland van het kind is bevallen. Voor een homokoppel ligt dat moeilijker. ‘Doordat er in de Belgische wet geen meevaderschap bestaat – in tegenstelling tot meemoederschap – kunnen de twee vaders niet allebei als ouder worden geregistreerd. Een van de mannen wordt dan als vader erkend, en de andere moet het kind adopteren’, legt Verhellen uit.

Zo’n adoptie is vandaag nog altijd de snelste manier voor twee vaders om de juridische ouders te worden van een kind dat via buitenlands commercieel draagmoederschap werd geboren. ‘Dan hebben ze nog voor de eerste verjaardag van hun kind rechtszekerheid’, zegt Cannoot. ‘Alleen zijn veel ouders bang dat er ondertussen iets met de juridisch erkende vader zou gebeuren. Bovendien vinden ze het vaak vernederend om een hele procedure te moeten doorlopen om uiteindelijk hun eigen kind te adopteren.’

Naar het Grondwettelijk Hof

De laatste paar jaar zijn er her en der al gemeenten waar men wél bereid is om twee vaders te registreren. Daar is alleen een welwillende schepen voor nodig én een parket dat zich bij die beslissing neerlegt. Afgelopen zomer, bijvoorbeeld, werden in Oostende twee mannen als wettelijke vaders van hun ondertussen vierjarige zoon geregistreerd. ‘Doordat dat in de ene gemeente wel kan en in de andere niet, zijn de willekeur en rechtsonzekerheid vandaag groot’, zegt Verhellen. ‘Er zijn zelfs wensouders die – al dan niet tijdelijk – verhuizen om hun kind te kunnen aangeven in een gemeente waar ze allebei als vader kunnen worden erkend.’

Weigert de burgerlijke stand om twee vaders in te schrijven, dan kunnen ze tegen die beslissing in beroep gaan bij de familierechtbank. Wat daar wordt beslist, verschilt van rechter tot rechter. Als die niet tegen de beslissing van de burgerlijke stand ingaat, kunnen ouders nog naar het hof van beroep trekken. Twee jaar geleden kreeg een homokoppel uit Gent daar uiteindelijk gelijk, waardoor ze alsnog allebei als vader geregistreerd konden worden. Hun zoontje was ondertussen drie jaar oud. ‘Om echt het verschil te maken zou zo’n zaak tot bij het Grondwettelijk Hof moeten raken’, zegt Pieter Cannoot. ‘Dat kan dan nagaan of het wel in overeenstemming is met de grondwet dat een lesbisch of heterokoppel zich als juridische ouders kunnen registreren, maar twee mannen niet. Alleen zullen ouders zich niet snel geroepen voelen om een jarenlange juridische procedure te doorlopen. De meeste mensen willen natuurlijk dat hun kind zo snel mogelijk wordt erkend.’

Toch beweegt er onmiskenbaar iets. De laatste tijd gebeurt het namelijk steeds vaker dat rechters ingaan tegen de weigering van de burgerlijke stand om twee vaders te registreren. Daardoor voelen sommige parketten zich niet langer geroepen om zich te verzetten als in de een of andere gemeente twee mannen als ouders worden geregistreerd. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD), die de voorbije tijd heel wat vragen kreeg van lokale bestuurders, heeft het College van procureurs-generaal om advies gevraagd in de hoop alle parketten op één lijn te krijgen. ‘Dat zou de gemeentelijke ambtenaren die over zulke buitenlandse documenten moeten oordelen én de betrokken vaders duidelijkheid en rechtszekerheid bieden’, zegt Verhellen. ‘Maar dat kan alleen maar een tijdelijke oplossing zijn in afwachting van een wetgevend initiatief.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content