België staat opnieuw aan de zijlijn in het Europese klimaatdebat. Terwijl de Europese ministers dinsdag vergaderen over de uitstootdoelen voor 2040, moest ons land zich alweer onthouden bij de stemming. De reden: een veto van de Vlaamse N-VA en de federale MR, tot frustratie van andere regeringspartners.
Met een brede glimlach betrad Cécile Neven, Waals energie- en klimaatminister, dinsdagmiddag de gebouwen van de Europese ministerraad in Brussel. Maar of er daadwerkelijk veel te lachen viel, is zeer de vraag. Neven kon op de vergadering namelijk maar weinig betekenen, want voor de zoveelste keer in de afgelopen twee jaar moest ons land zich onthouden toen het over de Europese klimaatambities gaat.
Onderwerp van discussie zijn de Europese klimaatdoelen tegen 2040. De Commissie stelt voor om tegen het einde van volgend decennium 90 procent minder uit te stoten in vergelijking met 1990, al legt ze daarbij de nodige flexibiliteit aan de dag om de noodlijdende Europese economieën enige ademruimte te bieden. Zo zou het onder meer mogelijk worden dat de EU-landen een groter deel van hun uitstoot buiten de EU afkopen.
Veto
Voor de MR op federaal niveau en de Vlaamse N-VA bleek dat laatste ontoereikend. Maandagmiddag zette Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) binnen de Vlaamse regering al de hakken in het zand. Tijdens het federale kernkabinet van maandagavond trapte minister van Economie en vicepremier David Clarinval (MR) op de rem voor een overeenkomst binnen de regering-De Wever.
Neven probeerde dinsdagochtend nog een ultiem intra-Belgisch compromis uit de brand te slepen zodat ons land zich niet hoefde te onthouden. Met dat voorstel zou België de EU om extra toegevingen vragen: meer begrotingsruimte voor lidstaten die hun klimaatdoelstellingen halen en een EU-investeringsplan voor de staal- en chemienijverheid. Maar ook dat bleek voor Diependaele en Clarinval onvoldoende.
Wrevel
Zeker binnen de federale regering zorgt die gang van zaken voor de nodige wrevel, met name over de N-VA. Dat de partij op federaal niveau wél akkoord wilde gaan, maar vervolgens op Vlaams niveau de boel blokkeert, kan bij de regeringspartners op weinig begrip rekenen. Het was vicepremier en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) die daar maandagavond al over op tafel sloeg.
Dat de N-VA op federaal niveau wél akkoord wilde gaan, maar vervolgens op Vlaams niveau de boel blokkeert, kan bij de regeringspartners op weinig begrip rekenen.
‘Federaal goedkeuren en Vlaams blokkeren: de N-VA voert een mooi toneeltje op’, vertelt een ingewijde over die gang van zaken. Een regeringsbron meent vooral dat België hier een kans mist. ‘De Commissie keek geruime tijd naar België als beslissende stem om het dossier over de streep te trekken. In zo’n positie zouden we dus inhoudelijk hebben kunnen wegen, maar dat lijkt bij bepaalde partijen niet door te dringen.’
Even bestond er binnen de regering-De Wever de hoop dat de afspiegelingsregeringen in Vlaanderen en Wallonië een Belgisch standpunt op Europees niveau gemakkelijker zouden maken. Die is nu vervlogen. ‘Als we er niet op kunnen rekenen dat een deal met een partij federaal ook een deal met die partij elders is, dan zijn we gewoon elkaars tijd aan het verdoen’, aldus een regeringsbron.