Belg spaart opnieuw meer: 6 alternatieven voor het ‘verliesboekje’

© Illustratie Anna Uru
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Dit jaar sparen de Belgen 5 miljard euro meer dan in vorige jaren. En in 2024 krijgen ze 22,6 miljard terug van de staatsbon. Wat doen ze het best met al dat spaargeld? Knack zocht het voor u uit.

1. Spaarboekje is een verliesboekje

Het spaarboekje is en blijft geliefd bij de spaarder. In 2000 stond er 100 miljard euro op alle spaarboekjes, tien jaar later bijna 200 miljard en eind vorig jaar meer dan 300 miljard. Dat totale bedrag zal nu wel wat zijn afgenomen, want een groot deel van de bijna 22 miljard die spaarders in de laatste staatsbon investeerden, komt van de spaarboekjes. Hoe groot de aderlating voor de spaarboekjes precies was, zullen we in oktober weten als het Instituut voor de Nationale Rekeningen die cijfers heeft verzameld.

Het verhaal van de rente die u op een spaarboekje ontvangt, is genoegzaam bekend, zeker na de drukte om de staatsbon. Nadat de Europese Centrale Bank (ECB) in de zomer 2022 begon met de rente te verhogen om de inflatie te bestrijden, trokken de meeste banken de spaarrente langzaam op. Tergend langzaam, volgens velen. Lange tijd kon u niet meer dan de wettelijke minimumrente van 0,11 procent rente ontvangen, vandaag bieden de grootbanken 1 tot 1,5 procent en een aantal prijsbrekers rond 2 procent op een spaarboekje. Als u minder dan 980 euro rente per persoon ontvangt, hoeft u daarop geen belastingen te betalen.

De voorbije decennia lag de inflatie bijna altijd hoger dan spaarrente.

Als u uw spaargeld op een termijnrekening vastlegt voor één jaar kunt u bij een grootbank met enig aandringen rond 1,85 procent netto rente krijgen. Enkele prijsbrekers geven evenveel als de staatsbon, namelijk 2,81 procent. Afgaande op het gigantische succes van de staatsbon vinden veel spaarders de rente die de banken nu bieden onvoldoende.

Wat u zeker niet mag vergeten, is dat u rekening moet houden met de inflatie, de stijging van de levensduurte. Voor dit jaar wordt een inflatie van 4 procent verwacht. Stel dat u 1,5 spaarrente krijgt, dan verliest uw geld op een spaarboekje 2,5 procent aan koopkracht. Als u 100.000 euro op een spaarboekje hebt staan, verliest u dus in werkelijkheid in één jaar tijd 2500 euro. Het is de prijs die u betaalt om onmiddellijk aan uw geld te kunnen. En nog een pluspunt: uw spaargeld is tot 100.000 euro gewaarborgd door het Garantiefonds. Wat er ook gebeurt, u krijgt uw inleg terug. Merk op, ook met de rente op een termijnrekening op één jaar klopt u de inflatie niet.

Maar het is niet door de hoge inflatie dat u geld op uw spaarboekje verliest. Ook de voorbije decennia verloor u geld met het spaarboekje, want de inflatie lag bijna altijd hoger dan de spaarrente. Wie in 2002 10.000 euro op zijn spaarboekje had staan, hield daar vorig jaar nog slechts 7800 euro over. Er ging dus 2200 euro in rook op. En dat zal de volgende jaren ook zo zijn. Het spaarboekje blijft een verliesboekje.

(Lees verder onder de preview)

2. Vastgoedmarkt koelt af

Terwijl de banken de rente op het spaarboekje maar mondjesmaat verhoogden, trokken ze snel en fors de rente op hypotheekleningen op. Twee jaar geleden kon u nog een hypotheeklening over 20 jaar afsluiten tegen een rente van minder dan 1,5 procent, nu ligt dat een stuk boven de 3 procent. Dat maakt een groot verschil. Stel dat u 200.000 euro leent over 20 jaar tegen 1,5 procent, dan betaalt u maandelijks 964 euro af. Tegen 3,5 procent wordt dat 1154 euro. Dat betekent dat u voor hetzelfde aflossingsbedrag minder geld kunt lenen.

Het gevolg daarvan was meteen merkbaar op de vastgoedmarkt. Zo lag het aantal vastgoedtransacties de eerste zes maanden van 2023 in Vlaanderen 6 procent lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Ook de woningprijzen stegen niet meer zo fel. In het eerste halfjaar van 2023 kostte een huis in ons land gemiddeld 320.937 euro. Zonder rekening te houden met de inflatie was dat, volgens cijfers van de Federatie van het Notariaat, een daling van 0,3 procent in vergelijking met de gemiddelde prijs in 2022. Het was de eerste keer sinds de notarissen de vastgoedprijzen bijhouden dat er op jaarbasis een prijsdaling was, ook al was die miniem.

Wat geldt voor de aankoop van een eerste, eigen huis gaat ook op voor de aankoop van een tweede eigendom. Vorig jaar liep het aantal vastgoedverkopen aan de kust – nog steeds de belangrijkste plek voor tweede verblijven – met 14 procent terug. De stormloop naar de kust lijkt voorbij, de prijzen stabiliseren.

Wat een steeds belangrijkere rol speelt in de vastgoedprijs is de energiezuinigheid van de woning. In Vlaanderen moet de koper sinds begin dit jaar een woning of appartement met energielabel E of F binnen de vijf jaar energiezuiniger maken zodat het minstens label D krijgt. De volgende jaren wordt de lat nog hoger gelegd. Dat zal de prijzen van niet zo energiezuinige woningen drukken. Het kan ook een rol spelen bij de verhuur van een woning: in Vlaanderen mochten verhuurders van slecht geïsoleerde huizen een tijdje de huurprijs niet verhogen. Die maatregel is nu ten einde, maar wie weet wordt hij straks opnieuw van kracht.

Wie in vastgoed wil investeren, moet er ook rekening mee houden dat vastgoed zwaarder zal worden belast bij de invoering van een of andere vermogensbelasting. Misschien wordt het kadastraal inkomen, het fictieve netto-inkomen dat een eigenaar jaarlijks zou ontvangen als hij zijn woning zou verhuren, eindelijk aangepast aan de realiteit. En de kans is reëel dat er in de toekomst een belasting op huurinkomsten wordt ingevoerd.

Steeds vaker wordt de vraag gesteld: zullen de vastgoedprijzen serieus zakken? Dat is niet uit te sluiten, zeker voor woningen die op een slechte locatie liggen en/of niet energiezuinig zijn. Volgens de Nationale Bank zijn onze woningprijzen nu 13,5 procent overgewaardeerd. Bovendien heeft de prijsevolutie in het buitenland aangetoond dat vastgoedprijzen ook kunnen dalen. Aan de andere kant biedt een eigen woning woonzekerheid en wordt het vaak gezien als een extra pensioenpijler, het is een mooi appeltje voor de dorst.

3. Aandelen: vissen in troebel water

Het voorbije decennium dreef de lage rente op spaarboekjes heel wat beleggers naar aandelen. TINA, weet u wel, there is no alternative, wat moest u anders doen met uw spaargeld als u wat rendement wilde? Daardoor stegen de koersen, zonder dat er in de economie of het bedrijf een reden voor was. Tot eind 2021. De coronacrisis was toen onder controle, de economie trok snel sterk aan, er ontstond schaarste op alle vlakken en zowat alles werd fors duurder. Vervolgens viel Rusland in februari 2022 Oekraïne binnen. Daardoor werd energie plots veel duurder en piekte de inflatie. Allemaal geen goed nieuws voor de meeste aandelenkoersen.

De Bel20, de korf van aandelen die een goed beeld geeft van hoe de Brusselse beurs evolueert, verloor vorig jaar 12 procent, zelfs als we de dividenden, de uitkering van de winst aan de aandeelhouders, mee- rekenen. De eerste negen maanden van dit jaar maakte de Bel20 pas op de plaats. Het zijn en blijven troebele tijden voor beleggers op de beurs. De vrees voor hoge inflatie en een recessie wegen op de koersen.

Het komt er dus op aan om enerzijds de juiste aandelen eruit te pikken en anderzijds de beleggingen voldoende te spreiden om het risico dat inherent is aan aandelen te verminderen. Dat is geen makkelijke oefening. Als u het niet ziet zitten om dat zelf te doen, zijn er de bekende alternatieven. Het populairst zijn dan de beleggingsfondsen, die sterk worden aangeprezen door de banken. Maar let daar goed op voor de transactie-, dossier-, beheers- en bewaarkosten. Ze vreten aan het rendement.

Al die kosten vallen weg als u belegt in een holding, een vennootschap die niets anders doet dan in andere bedrijven participeren. Door in een holding als GBL, Sofina of Ackermans & van Haaren te beleggen, spreidt u ook het risico. Maar opnieuw opgelet, het betekent niet dat u automatisch winst maakt. Vandaag noteren GBL en Sofina tegen dezelfde prijs als begin dit jaar, en bij Ackermans & Van Haeren incasseert u 11 procent verlies. Maar in aandelen beleggen doet u voor de lange termijn, u moet het geld voor langere tijd kunnen missen. Wie weet wat er de volgende jaren gebeurt? Als de centrale banken een einde maken aan de renteverhogingen zou dat de economie en dus de aandelen kunnen aanvuren.

4. Staatsbons en obligaties

Na het recente succes van de staatsbon zal iedereen wel weten wat een staatsbon is: u leent geld aan de staat voor een bepaalde periode, tegen een afgesproken prijs. Een obligatie is ook zo’n lening, maar dan aan een bedrijf.

Vergelijk de rente van een obligatie steeds met de rente op een termijnrekening bij de bank.

Lange tijd waren obligaties en staatsbons niets voor particulieren. De rente stond zo laag dat bedrijven en landen op de financiële markten konden lenen tegen uiterst lage of zelfs negatieve rentes: er werd betaald om geld te mogen uitlenen. Tussen maart 2019 en juni 2022 gaf België zelfs geen staatsbons voor het grote publiek uit, want de rente zou zo laag geweest zijn dat niemand interesse zou hebben getoond.

Dat is veranderd sinds de ECB de rente agressief verhoogde van 0 procent in juli 2022 naar 3,75 procent vandaag. Het gevolg is dat lenen voor overheden en bedrijven op de financiële markten duurder is geworden. Eind 2021, begin 2022 bedroeg de rente op een Belgische staatsobligatie op tien jaar 0 procent, tegenwoordig meer dan 3 procent. Sinds de zomer van 2022 geeft België dan ook weer elk kwartaal een staatsbon uit waar het grote publiek op kan intekenen. In juni werden bijvoorbeeld twee staatsbons gelanceerd. Op de staatsbon met een looptijd van drie jaar kreeg u bruto 2,50 procent, dus na aftrek van 30 procent roerende voorheffing kwam dat neer op 1,75 procent netto. De tienjarige staatsbon bracht bruto 3 procent op of netto 2,10 procent.

De eenjarige staatsbon die een paar weken geleden werd gelanceerd kwam er om politieke redenen: minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) wilde de banken aansporen om de rente op spaarboekjes serieuzer te verhogen. Daarom werd uitzonderlijk een staatsbon met een looptijd van één jaar uitgebracht en de roerende voorheffing verlaagd naar 15 procent zodat u van het rendement van 3,30 procent bruto, netto 2,81 procent overhoudt. Zoals gezegd tekenden spaarders er massaal op in, met de 22 miljard euro die werd opgehaald werd zeker een Europees en misschien zelfs een wereldrecord gevestigd.

Of obligaties en staatsbons de komende tijd interessant zijn als belegging? Obligaties en staatsbons zijn relatief veilige investeringen, want u weet aan wie u het geld uitleent, hoeveel het rendement zal zijn en wanneer u uw geld terugkrijgt. Dankzij de hogere rente zijn ze interessant geworden, in elk geval interessanter dan de voorbije jaren. Het komt erop aan om de nettorente steeds goed te vergelijken met de rente die u kunt krijgen op een termijnrekening bij een bank met dezelfde looptijd.

5. Is de dollar nog een veilige haven?

Traditioneel is de dollar de veilige haven waar spaarders en beleggers schuilen als het stormt. En als de dollar sterker wordt, winnen beleggingen in dollars, zoals aandelen van Amerikaanse bedrijven, aan waarde dankzij de wisselkoers. Vorig jaar steeg de dollar met 15 procent naar het hoogste peil in 20 jaar. Iedereen die dollars of beleggingen in dollars had, deed toen een uitstekende zaak.

Maar sinds begin dit jaar verloor de dollar van zijn pluimen en werd de euro weer sterker. De voorbije negen maanden daalde de dollar ten opzichte van de euro 7 procent in waarde. Dat heeft opnieuw veel te maken met het rentebeleid van de centrale banken. De Amerikaanse centrale bank, de FED, besloot om de rente niet meer op te trekken, terwijl de Europese Centrale Bank, de ECB, doorging met het verhogen van de rente. De verwachting is dat de ECB ook later deze maand de rente nog zal opdrijven naar 4 procent of hoger. Dat zorgt voor meer vraag naar euro’s, met als gevolg dat de koers van de euro wat stijgt. Voor de rest van het jaar verwachten de meeste economen weinig grote schommelingen.

Vooral huizen die niet energiezuinig zijn, zullen in waarde dalen.

6. Cryptomunten blijft gokken

Cryptomunten zijn een recent verschijnsel. De bekendste digitale munt, de bitcoin, werd in augustus 2008 voor het eerst gelanceerd. Zo’n digitale munt bestaat alleen maar uit een computercode, waar geen financiële instellingen aan te pas komen en waar centrale banken geen vat op hebben. Het virtuele geld wordt alleen door de gebruikers in stand gehouden via onlinenetwerken.

2022 was een dramatisch jaar voor cryptomunten. De bitcoin verloor meer dan 60 procent van zijn waarde, vooral als gevolg van financiële schandalen. De cryptoplatformen Celsius en FTX gingen failliet en de ‘stable coin’ terraUSD implodeerde. Maar sinds begin dit jaar is de bitcoin weer 60 procent duurder geworden: de koers steeg van 15.400 euro naar 24.000 euro.

Dat illustreert dat er voor de koersbewegingen van cryptomunten geen zinnige uitleg te geven valt. Crypto-believers blijven beweren dat de bitcoin richting 100.000 euro of zelfs meer zal stijgen, maar de meeste economen zijn ervan overtuigd dat we te maken hebben met een zeepbel die vroeg of laat uit elkaar spat. In elk geval hebben cryptomunten niets te maken met verstandig beleggen, het komt neer op gokken. U kunt dus evengoed naar het casino gaan.

Lees ook: 10 dingen die u moet weten over de digitale euro: is het zoals bitcoin en wat zijn de gevolgen voor banken?

7. Goud blijft wat hangen

Goud wordt niet als grondstof in de industrie gebruikt en speelt al meer dan een halve eeuw geen rol meer in het internationale betaalverkeer. In 1971 kwam een einde aan het systeem van Bretton Woods, waarin bepaald werd dat dollars konden worden ingewisseld voor goud. Toch is goud, naast de dollar, nog steeds een toevluchtsoord in onzekere of spannende tijden. Dat hebben we gezien na de financiële crisis van 2008, tijdens de eurocrisis enkele jaren later en ook met de coronacrisis: telkens veerde de koers van het goud op.

Na de inval van Rusland in Oekraïne in het voorjaar 2022 steeg de koers van het goud opnieuw, van 1800 dollar naar meer dan 2000 dollar voor een troy ounce. Maar sinds mei vorig jaar brokkelde de prijs wat af en tot op vandaag draait de goudprijs rond 1900 dollar. En het rendement voor wie in goud investeert, moet komen van de evolutie in de goudprijs, want het edelmetaal levert intussen geen dividend of zo op.

Wat zal de goudprijs de komende tijd doen? Wie zal het zeggen? Volgens sommige analisten kan de goudprijs verdubbelen: ‘Zeggen dat de goudprijs naar 4000 euro kan stijgen, is niet dwaas,’ aldus de hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis Philippe Gijsels, ‘maar het kan jaren duren om dat niveau te bereiken.’ Anderen vinden de goudprijs nu al zwaar overschat. ‘De reële waarde van goud is niet zo hoog’, zegt de Gentse econoom Gert Peersman altijd. ‘Wat kun je ermee doen? Hooguit een valse tand steken.’

Slotsom

Voor de spaarder is de wereld grondig veranderd. Het spaarboekje en termijnrekening beginnen stilletjesaan wat meer rente op te leveren, maar nog steeds ruim onvoldoende naar de zin van de meeste spaarders. Obligaties en staatsbons zijn met de hogere rente opnieuw aantrekkelijk geworden. Maar trap niet in de val van de geldillusie: kijk niet alleen naar de rente die u ontvangt, maar heb ook oog voor de inflatie. En dan zal u moeten concluderen dat uw geld verdampt op het spaarboekje en de termijnrekeningen. En omdat de inflatie nu zo hoog is, geldt dat zelfs in de meeste gevallen voor de centen die u in een staatsbon of obligatie steekt. Inflatie wurgt de spaarder langzaam.

Door de renteverhogingen is lenen veel duurder geworden en dat weegt op de vastgoedmarkt. De woningprijzen stijgen niet meer, prijsverlagingen zijn niet uitgesloten. Vooral de huizen die niet zo energiezuinig zijn zullen in waarde dalen.

Resten nog de aandelen, waarvan de koersen momenteel vrij stabiel blijven. Dat is het gevolg van twijfel. Als de inflatie niet (snel) kan worden bedwongen of als we in een recessie sukkelen, dan is dat geen goed nieuws voor de aandelenkoersen. Als daarentegen de inflatie afneemt en de centrale banken beslissen om de rente niet meer te verhogen, zou dat de economie en de bedrijven opnieuw wat ademruimte geven en de aandelenkoersen kunnen aanzwengelen.

Maar misschien moet u niet alleen oog hebben voor het financiële rendement. U zou uw geld ook kunnen investeren in goede doelen, zoals Rode Kruis, Amnesty International, Artsen zonder Grenzen enzovoort. Of in uzelf, daar is niets mis mee. De allerverstandigste investering is misschien wel een fiets. Goed voor uw portemonnee, het milieu en uw gezondheid. De investering is gering, de opbrengst onbetaalbaar.

Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet, Je geldbijbel. Verstandig investeren in de eerste, tweede en derde helft van je leven, Lannoo, 802 blz., 34,99 euro. Alleen verkrijgbaar via Knack en de andere bladen van Uitgeverij Roularta. Voor meer info surf naar knack.be/geldbijbel

12% verloor de Bel20, de leidende aandelenindex voor de Brusselse beurs, in 2022.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content