Asielexpert Marc Bossuyt pleit in een nota, geschreven op vraag van premier Bart De Wever (N-VA), om strenger toe te zien bij de benoeming van rechters bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. ‘Ze interpreteren de tekst van het Mensenrechtenverdrag veel te ruim.’
Schuift België onder premier Bart De Wever (N-VA) op wanneer het over migratie gaat? De Wever is een van de negen staatshoofden die in een brief van 23 mei hun beklag deden over de manier waarop het Europese Hof voor de Mensenrechten het Mensenrechtenverdrag interpreteert. Dat gebeurt volgens die negen landen nu veel te vergaand.
Die migratiekritische richting, nieuw voor België op het Europese toneel, wordt ernstig genomen. Zo schreef Marc Bossuyt, de voormalige Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen die geldt als de architect van het Belgische asielbeleid, op vraag van De Wever een nota, waarover Euractiv en De Standaard berichtten.
In die nota pleit Bossuyt onder andere voor een herdenking van het Schengenverdrag, en waarschuwt hij regeringen dat ze erover moeten waken om zo weinig mogelijk activistische rechters naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens af te vaardigen. Een aanzienlijk deel van die nota kwam terug in de HJ Schoo-lezing die De Wever verzorgde bij het Nederlandse weekblad EW Magazine, waar de premier onder andere pleitte voor een strenger Europees asielbeleid.
U gelooft niet dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens moet worden aangepast. Waarom niet?
Marc Bossuyt: Omdat het niet nodig is, en omdat het ook niet praktisch haalbaar is. Het is niet nodig, omdat de tekst van het Europees Verdrag het probleem niet is. Het probleem is de ruime interpretatie die de rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg er – in sommige zaken – aan geven.
Het lijkt me sowieso onbegonnen werk om het verdrag te herschrijven. Ik zie niet in hoe 46 regeringen en 46 parlementen overeenstemming kunnen vinden om dat allemaal goed te keuren.
U wilt eigenlijk een gedragsverandering bij de rechters bewerkstelligen.
Bossuyt: Dat is inderdaad het voornaamste. Daarom vind ik het ook niet verkeerd dat negen Europese regeringsleiders daar onlangs hun bezorgdheid over hebben geuit.
Daarop kwam veel kritiek.
Bossuyt: (blaast) De rechtsstaat was in gevaar! De scheiding der machten! Dat is gewoon niet juist. Regeringsleiders hebben evenveel recht als u en ik om hun bezorgdheid te uiten. Als dat ertoe leidt dat rechters zich beter bewust worden over de problemen die hun rechtspraak veroorzaakt, is dat toch enkel positief?
Eigenlijk pleit u voor beïnvloedingsoperaties, meneer Bossuyt.
Bossuyt: Ik zou niet weten wat daar verkeerd aan is. Rechters moeten waken over het evenwicht tussen het individuele belang en het algemeen belang. Dat evenwicht is nu soms totaal zoek.
Het zijn niet politici die de scheiding der machten schenden door commentaar te geven op uitspraken van het Hof van Straatsburg. Het zijn net de Straatsburgse rechters die – in bepaalde gevallen – uitspraken doen die als wetgeving gelden. Politici hebben in zulke gevallen het recht om hun bezorgdheid uit te drukken.
Maakt u dat eens concreet.
Bossuyt: Neem de zaak Paposhvili vs. België uit 2016. Dat was een zaak waarin een man die illegaal in België verbleef, een procedure is gestart om toch geregulariseerd te worden. In dat arrest staat dus dat België (en alle andere verdragspartijen) in een procedure voor medisch asiel moeten voorzien. Sorry, maar geen enkele staat is partij bij een verdrag dat verplicht om in medisch asiel te voorzien.
Maar rechters vinden zulke dingen toch niet zomaar uit?
Bossuyt: Ze interpreteren de tekst van het Mensenrechtenverdrag veel te ruim. Artikel drie zegt dat lidstaten niet mogen folteren en niemand onmenselijk mogen behandelen. In Straatsburg heeft men daarvan gemaakt dat wie naar België komt en ernstig ziek is maar meteen geregulariseerd moet worden. Sorry, maar dat is niet aan een rechtbank om dat te bepalen. Dat is aan het parlement.
Is het niet naïef om te denken dat er nog rechters zijn die niet inzien hoe belangrijk het onderwerp migratie is?
Bossuyt: Eerlijk gezegd heb ik de indruk dat rechters ondertussen, na al die kritiek, toch al wat voorzichtiger zijn geworden. Ik ben misschien pretentieus, maar ik durf te denken dat mijn geschriften daar toch enigszins toe hebben bijgedragen.
‘Ik heb de indruk dat rechters al wat voorzichtiger zijn geworden.’
U pleit ook om nauwer toe te zien op de benoeming van rechters, en minder ‘activistische’ rechters te benoemen. Is ‘minder activistisch’ niet gewoon hetzelfde als ‘rechtser’?
Bossuyt: Dat wordt vaak zo geïnterpreteerd. Ik weet niet of het correct is. Er worden nu te vaak rechters benoemd waarvan men zich onvoldoende de vraag stelt: wat voor rechter is dat? Hoe zal die rechter te werk gaan? Ik hoop dat men daar een beetje waakzamer op wordt.
Hoe wilt u meten of een rechter al dan niet activistisch is?
Bossuyt: Daar bestaan wel degelijk methoden voor. Toen ik in de jaren tachtig in Californië les gaf, ontdekte ik dat je daar gewoon statistieken kon vinden over hoe activistisch een rechter zich opstelt. Het Hooggerechtshof kreeg toen de kritiek dat het toen te activistisch was. Vandaag krijgt het Hooggerechtshof de kritiek dat het veel te star is en de grondwet te nauw interpreteert.
Afgaande op de brief van de regeringsleiders zullen 9 van de 27 EU-lidstaten voortaan nauwer toezien op de benoeming van rechters. Daar springt u niet ver mee.
Bossuyt: Men zegt mij dat die negen ondertussen al met twintig zijn. Die brief heeft heel wat in beweging gezet. Ik heb de indruk dat het tij aan het keren is.
U hebt het in de nota over ‘falende lidstaten’ die aan hun verplichtingen verzaken. Aan welke landen denkt u?
Bossuyt: Ik denk in de eerste plaats aan België. De Nederlandse Raad van State heeft op 23 juli beslist dat Nederland een Afghaanse asielzoeker niet kan terugsturen naar België, omdat hij hier niet goed zou worden opgevangen.
Die uitspraak stemt honderd procent overeen met de EU-wetgeving en de rechtspraak van het Hof voor de Rechten van de Mens. Maar het is duidelijk dat zulke uitspraken een pervers effect hebben. Landen die hun zaken niet op orde hebben, zoals België, worden beloond, want zij moeten minder asielzoekers opvangen.
Landen zoals Nederland worden dan weer bestraft. Dat is op termijn onhoudbaar. Op den duur blijven er maar een handvol lidstaten over en die zullen dan worden overspoeld.
40 procent van onze asielaanvragen wordt ingediend door asielzoekers van wie is vastgesteld dat hun procedure niet door België behandeld moet worden, maar door een andere lidstaat.
Uw oplossing is dat we die problemen eigenlijk moeten negeren.
Bossuyt: Ik vind dat het veel gemakkelijker moet worden om asielzoekers binnen de EU over te dragen. Eigenlijk zou dat zonder rechterlijke tussenkomst moeten kunnen. Maar voor Straatsburg moet dat allemaal eerst worden onderzocht.
Dat betekent: beslissing in eerste aanleg, soms ook in beroep, een rechter, een advocaat, een tolk. Daarbij moeten die rechters nog onderzoeken of het in Griekenland, Italië of weet ik waar wel goed is geregeld. En ondertussen moeten wij hen opvangen. Dat is onnodig omslachtig.
‘Viktor Orbán heeft soms wel een punt wanneer het over migratie gaat.’
Het neemt niet weg dat die dingen wel degelijk fout gaan en asielzoekers soms onmenselijk behandeld worden, toch?
Bossuyt: Artikel 3 is indertijd opgevat als een negatieve verplichting: je mag niet folteren. Dat betekent: de politie van dat land moet de richtlijn krijgen dat zij niet mogen folteren. Dat kost uiteraard niets. Het is nooit de bedoeling geweest dat het als een positieve verplichting zou gelden.
Artikel 3 bepaalt niet dat er voor asielzoekers een behoorlijke opvang moet zijn, en een behoorlijke asielprocedure. Die opvang kostte België verleden jaar een miljard euro. Dat is, met alle respect, toch wat anders dan het verbod op folteren.
‘Ik denk dat we het Migratiepact nog moeten herbekijken.’
Een asielzoeker die door België wordt teruggestuurd naar pakweg Italië, staat binnen de paar dagen gewoon terug in België.
Bossuyt: Dat is inderdaad moeilijk te voorkomen. Maar in dat geval hoeven we hem niet meer op te vangen. Dat staat ook in het nieuwe Europese Asielpact dat volgend jaar in werking treedt. Onze minister voor Asiel en Migratie past dat nu al toe.
Het valt me op dat u dat Migratiepact, dat volgend jaar in werking treedt, eigenlijk in zijn geheel niet vermeldt.
Bossuyt: Dat pact is een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet. Ik denk dat we het nog zullen moeten herbekijken. Het voornaamste probleem is dat asielwetgeving veel te ingewikkeld is. Ik klop al 35 jaar op die nagel. En toch werd die wetgeving altijd maar zwaarwichtiger.
Het was een huzarenstuk om het Migratiepact onderhandeld te krijgen. En nu wilt u het al heronderhandelen?
Bossuyt: (grinnikt) Dat is het voordeel van een academicus te zijn. Ik hoef niet aan tafel te gaan zitten.
U bent binnenkort te gast bij het Mathias Corvinus Collegium, een denktank die gefinancierd wordt door het regime van Viktor Orbán.
Bossuyt: Ik heb dat inderdaad ook vastgesteld. Ik zie het probleem niet. Mijn academische standpunten zijn voor iedereen beschikbaar.
Ziet u Orbán als een bondgenoot?
Bossuyt: Ik vind het vergezocht om hem een bondgenoot te noemen. Maar hij heeft soms wel een punt wanneer het over migratie gaat.