
Amerikanen leveren nieuw vliegtuig, maar Fransen blijven niet met lege handen achter
Ons land ‘in de cockpit van de Europese Unie’ krijgen: premier Charles Michel kan een van zijn grote ambities kracht bijzetten door te investeren in een toekomstig Europees gevechtsvliegtuig van Frans-Duitse makelij.
De aankondiging dat ons land 34 Amerikaanse F-35-gevechtsvliegtuigen zal aankopen, was bezwaarlijk een verrassing. Al geruime tijd viel informeel te horen dat het Amerikaanse toestel met voorsprong als beste uit de evaluatieprocedure was gekomen. Donderdag bleek dat de enige andere kandidaat, de Eurofighter, niet alleen op alle prestatiecriteria slechter scoorde, maar ook dat de economische returns voor ons land lager waren en dat het toestel honderden miljoenen euro duurder was.
Op de achtergrond probeerde ook Rafale-bouwer Dassault zich in de debatten te mengen, al speelde dat vliegtuig al enige tijd geen rol van betekenis meer. Premier Charles Michel had het nochtans wel geprobeerd: midden juni trok hij het dossier, dat toen eigenlijk al beslissingsrijp was, naar zich toe. Plots moesten alle opties opnieuw op tafel: de officiële evaluatieprocedure die overzien werd door het ACCAP-team (Air Combat Capability Program) van Defensie en waarop de Eurofighter en F-35 ingetekend hadden, maar ook de Rafale en zelfs een levensduurverlenging van de F-16’s.
Met dat manoeuvre trachtte de premier, een nadrukkelijk pleitbezorger van diepgaande Europese integratie en samenwerking, tijd te kopen voor het Franse aanbod, dat buiten de vastgelegde paden om overgemaakt werd. Al gauw bleek dat geen realistische optie: de Fransen wilden enkel concrete informatie geven als de regering haar handtekening zette onder een geheimhoudingsovereenkomst, maar dat dreigde juridische problemen te veroorzaken en de aanbesteding in onzekerheid te storten, met een risico op schadevergoedingen. Het gevolg: Dassault wilde wel heel graag de vervanger van de F-16 leveren, maar plakte daar op geen enkel moment zelfs maar een prijskaartje op. Een onmogelijke onderhandelingspositie.
Het idee was dan ook om de aankoop van de F-35 wereldkundig te maken in november, na het staatsbezoek van Emmanuel Macron aan ons land, zodat Michel enkele plooien glad kon strijken. In ieder geval zou Frankrijk wel een aanzienlijke vloot gevechtsvoertuigen voor de landmacht mogen leveren. De planning van de premier werd echter doorkruist door de termijn van de Amerikanen: hun aanbod was op vraag van de regering al verlengd van 14 oktober naar 29 oktober. Besliste de regering pas in november, dan zou het bod wel eens duurder kunnen uitvallen.
De F-35 bleef uiteindelijk een flink eind onder de maximale kostprijs die de regering afgesproken had: ongeveer 4 miljard euro, met een overschot van 647 miljoen. Dat biedt Michel mogelijkheden om de Fransen alsnog tegemoet te komen. Een deel van het bedrag zou immers gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van een toekomstig Europees gevechtsvliegtuig, klonk het – meer bepaald gaat het om 369 miljoen euro, weet De Tijd.
Het toekomstig vliegtuig maakt deel uit van het SCAF-project (Système de combat aérien futur), een Frans-Duitse militaire samenwerking waarin Dassault en Airbus de speerpunt vormen. Het is het Franse bedrijf dat de leidende rol zal nemen in de ontwikkeling van een nieuw vliegtuig. Dassault zal haar Rafale hier dan misschien niet slijten, maar ziet mogelijk toch een aardige cheque uit België komen. Michel verwezenlijkt op die manier ook een van zijn vaak herhaalde ambities: ons land ‘in de cockpit van de Europese Unie’ krijgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier