‘5 weken geen les (minstens), wat kan het effect zijn?’

Pedagoog Pedro De Bruyckere staat stil bij de aangekondigde maatregel dat de lessen in de scholen voorlopig opgeschort zijn, gevolgd door twee weken Paasvakantie.

Het is vandaag de laatste schooldag voor even. De lessen in België worden alvast geschorst tot en met 3 april – en dan volgt er de paasvakantie. Het is nog onzeker wat er na de paasvakantie zal gebeuren.

5 weken geen les (minstens), wat kan het effect zijn?

Maar wat zijn de effecten van een dergelijke periode zonder les? We zitten op ongekend terrein en dit is geen kritiek op de beslissing om de lessen op te schorten. Ik denk dat het de enige beslissing was die men kon nemen, maar laat ik toch wat beredeneerde gokken wagen.

  • Parallel met wat we weten over het leereffect van een lange zomervakantie – waarvan het leereffect bij Hattie -,02 is – kan je vermoeden dat het effect gemiddeld negatief kan zijn als er helemaal niks gebeurt rond leren. In mijn lezingen leg ik uit dat dit een gemiddelde is, en dat voor sommige het effect positief kan zijn als er aan cultuur gedaan wordt, gelezen wordt, enz. De vraag is wel hoe dit nu zal zijn, nu bijna alles ook dicht gaat, reizen nauwelijks een optie zijn, en de bib op veel plaatsen ook geen optie is.
  • Er worden plannen gemaakt voor online lessen en afstandsonderwijs. Voor alle duidelijkheid: dit is niet iets dat je even doet, om dan zeker met iets kwalitatiefs en/of effectiefs te eindigen. Maar je kan ook rederen: alles is beter dan niks. Ik kreeg gisteren in verschillende reacties op mijn inspiratielijstje voor digitaal leren de vraag hoe het zit met kinderen met slechte of beperkte toegang tot technologie. Dit is een goede vraag. Wat met een gezin met drie kinderen en bijvoorbeeld maar 1 computer? En nee, veel basisschoolkinderen hebben nog geen eigen gsm. Communicatie zal hier de grootste uitdaging worden. Het is zeker zo dat vandaag via digitale wegen veel ouders en daardoor ook hun kinderen bereikt kunnen worden, maar je zit daar ook met een grote groep die moeilijk bereikbaar zijn om velerlei mogelijke redenen, zoals bijvoorbeeld taal.
  • Voor kinderen in de vroege leerjaren kunnen de verschillende vormen van automatiseren van lezen, schrijven en rekenen een ferme deuk krijgen indien ze niet genoeg geoefend worden.
  • De examens in het secundair onderwijs voor de paasvakantie worden geen optie – al vermoed ik dat hier ook scholen misschien taken of online zullen proberen. Dit kan leiden tot zwaardere evaluatiemomenten op het einde van het schooljaar. Sommige ouders zullen hun kinderen genoeg laten bijhouden, andere zullen misschien de komende weken benaderen als vijf weken zeer aparte vakantie. Tegelijk zijn er kinderen die de hele tijd op school zullen doorbrengen, en misschien krijgen die wel ‘onder de radar’ toch wat les of vorming.
  • Leraren zullen keuzes moeten maken in het curriculum, want niet alles kan online, niet alles kan verschoven worden, enz.
  • Ondertussen hopen sommigen dat dit voor een shift in onderwijs en de digitalisering van onderwijs kan zorgen, maar ik zou toch voorzichtig blijven. In hoger onderwijs kan dit mogelijk zijn, maar ik vermoed dat hoe jonger de kinderen zijn, hoe kleiner deze kans is. Sowieso is afstandsleren voor kleuters geen evidentie.
  • De verschillen ook tussen scholen kunnen enorm worden.

Een belangrijke uitdaging is dat de ondersteuning van kinderen en duiding bij deze aparte situatie niet meer of veel moeilijker door hun leraren kan gegeven worden.

Wat valt er bij dit alles op:

  • De druk op ouders kan groter worden. Gezinnen zullen trouwens sowieso meer op elkaar aangewezen zijn, zonder veel mogelijkheden tot uitwegen omdat alles dicht is.
  • Doorheen alles zit een reële kans dat het effect van de hele situatie erg kan verschillen van kind tot kind, en de ongelijkheid tussen kinderen kan toenemen.
  • Na de paasvakantie zullen veel scholen – hopelijk – tegelijkertijd moeten remediëren voor wat verloren ging, zoals na een lange vakantieperiode en op een kortere tijd toch nog een deel van het curriculum moeten trachten te realiseren.
  • Communicatie zal een uitdaging zijn om iedereen te bereiken.

Persoonlijk denk ik dat de media – klassiek en online – een belangrijke rol kunnen spelen bij dit alles. Ik denk dan onder andere aan goede teksten voor kinderen met bijvoorbeeld duiding bij alles wat er gebeurt maar de nodige alternatieven voor de gesloten bibliotheken. Of leerrijke tussenflimpjes of zelfs oefeningen via Ketnet of andere kanalen, ook op VTM, Vier of Een tussen de programma’s door? Het grote probleem is dat het allemaal snel moet geregeld worden. En het zal nog steeds moeilijk zijn om zo iedereen te bereiken.

Deze bijdrage verscheen eerder op de blog van Pedro De Bruyckere.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content