De toekenning van burgerschap aan een nieuwkomer gebeurt het best na een burgerschapsexamen en een plechtigheid, waarmee de opname van een nieuw lid in de gemeenschap wordt gevierd. Dat zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever in een nieuw boek over identiteit.
In ‘Over Identiteit’ maakt De Wever een analyse van het begrip identiteit en wat het betekent voor Vlaanderen en voor Europa. Niet voor België. ‘Het land is uiteengevallen in twee democratieën, omdat de Belgische elite er niet tijdig in geslaagd is om één natie gestalte te geven waarin Vlamingen en Franstaligen als gelijkwaardig werden beschouwd.’
Vlaanderen staat dus in de beste positie om ons een identiteit te verlenen, maar ook Europa is niet onbelangrijk volgens De Wever. ‘Onze nationale identiteit is Vlaams. Maar ze kan de ambitie koesteren om op termijn Europees te worden.’
Normen en waarden
De Wever ziet weinig bewijs dat we naar een onvermijdelijke botsing gaan tussen onze Vlaamse of Europese beschaving en andere culturen. Er is volgens hem eerder sprake van een strijd voor het voortbestaan van de moderniteit. ‘Binnen de Europese context manifesteert zich dat het meest pertinent in de groeiende confrontatie met de politieke islam.’
De Wever bestrijdt het idee dat alle normen- en waardenpatronen evenwaardig zouden zijn. ‘De wereld zou er echt beter aan toe zijn als iedereen op het kompas van de Verlichting mee in deze richting zou varen’, schrijft hij.
We moeten onze eigen identiteit opnieuw durven definiëren, gebaseerd op de waarden van de Verlichting. ‘Er zijn wel degelijk culturele normen waarvan wij mogen eisen dat iedereen zich eraan conformeert. Sommige daarvan zijn gecodificeerd in onze wetgeving’, schrijft hij.
Andere normen niet, maar die zijn daarom niet minder belangrijk. ‘We hebben bijvoorbeeld geen behoefte aan een wet die stipuleert wie er in welke context een hand moet schudden of mag weigeren. Het neemt niet weg dat we ook dergelijke particuliere culturele gebruiken wel degelijk als dwingend kunnen beschouwen in een sociale context.’
Neutraliteit
We moeten een leidcultuur vooropstellen, vindt de N-VA-voorzitter. ‘Die leidt, maar dwingt niet. Geen enkel individu kan of mag worden gedwongen zich volledig akkoord te verklaren met de principes van de verlichting, noch met de heersende interpretatie daarvan in de samenleving. Maar men moet wel aanvaarden dat de leidcultuur wordt vooropgesteld als uitgangspunt voor de organisatie van onze publieke cultuur.’
Het eerste principe van onze leidcultuur is de neutraliteit van de overheid. Vertegenwoordigers van de overheid mogen hun persoonlijke overtuiging in hun professionele optreden niet kenbaar maken.
‘Als de overheid bijvoorbeeld een uitzondering maakt voor moslima’s en hen een hoofddoek laat dragen in publieksfuncties, dan zendt ze daarmee ook de boodschap uit dat ze ervan uitgaat dat een echte moslima wellicht altijd een hoofddoek zal willen dragen. Ongewild wordt de overheid zo partner van degenen binnen een overtuiging of religie die iedereen strikt binnen de leer willen houden en geen vernieuwing of nieuwlichterij wensen.’
Nederlands
Een tweede principe van de leidcultuur is het dwingend vooropstellen van de Nederlandse taal als enige voertaal van ons openbare leven.
Het voorstel van het Gemeenschapsonderwijs uit 2017 om ook thuistaal toe te staan op de speelplaats, vond De Wever een fout signaal. Het geeft volgens hem de boodschap ‘dat onze taal en onze manier van samenleven slechts opties zijn, naast de optie om volledig in de warme buik van de gemeenschap van herkomst te blijven’.
Nieuwe burgers
Om te bepalen wie naar hier mag komen, moet België veel meer de noden van onze economie voorop stellen. Migranten moeten in staat zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.
Wie tot onze samenleving wil toetreden, moet vervolgens aantonen dat hij het burgerschap waard is. ‘Dit burgerschap is geen vodje papier dat als welkomstcadeau aan eenieder kan worden gegeven. Het is de essentiële articulatie van onze identiteit en van de verlichte leidcultuur die daaraan dynamisch vormgeeft.’
De toekenning ervan moet worden gekoppeld aan voorwaarden inzake periode van verblijf, taalkennis en andere bewijzen van maatschappelijke participatie. ‘Het verlenen van het burgerschap, na het afleggen van een burgerschapsexamen, wordt best ook gekoppeld aan een plechtigheid waarin de opname van een nieuw lid in de gemeenschap wordt gevierd via een eigensoortige pledge of allegiance.’
Collectieve identiteit
De Wever besluit zijn boek met de overtuiging dat een collectieve identiteit onontbeerlijk is om ons maximaal te ontplooien, maar ook om solidariteit te organiseren. Die identiteit is de jongste decennia volgens hem afgebroken door een intellectueel klimaat van postmoderne zelfdestructie, met nodeloze zelfschaamte en cultuurrelativisme tot gevolg.
‘Ik geloof dat Europa trots moet zijn op de manier waarop de verlichtingswaarden vandaag gestalte geven aan de identiteit van de gemeenschappen die het continent bewonen. Nooit was er meer vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Wij moeten voluit durven te kiezen voor de positieve kracht van een gezonde, inclusieve identiteit met een verlichte leidcultuur als broncode’, concludeert hij.