70 procent van de ruim 1 miljoen auto’s die in 2025 in ons land werden ingeschreven, was tweedehands. Vooral de verkoop van elektrische occasiewagens is sterk gestegen. Internationaal gezien springt de spectaculaire terugloop van de bedrijfswinsten van Europese merken in het oog.
2025 is in vele opzichten een abnormaal jaar geweest. Steeg de verkoop van stekkerauto’s in 2024 nog met 30 procent, dan is die in 2025 met ruim de helft teruggelopen. Dat is te wijten aan de daling van de verkoop van bedrijfswagens, die in ons land de overgrote meerderheid van de e-auto’s vertegenwoordigen.
Volgens cijfers van de leasefederatie Renta is driekwart van alle nieuwe bedrijfswagens in ons land ondertussen volledig elektrisch, en zit ook de verkoop van tweedehands elektrische wagens in de lift. Dat laatste heeft te maken met het ruimere aanbod aan elektrische occasiewagens en de forse daling van hun prijzen.
Negatieve ontwikkeling
Volgens analisten is de terugloop van de verkoop van nieuwe elektrische auto’s een teken dat de elektrificatie van de Belgische autoverkoop dreigt stil te vallen. Enerzijds is er de terugval in de verkoop van nieuwe bedrijfswagens en de verlenging van de looptijden van leasecontracten, anderzijds lopen particulieren nog niet warm voor elektrische wagens.

Die laatste blijven te duur voor normaalverdieners die geen aanspraak kunnen maken op een salariswagen. Voor wie niet thuis of op het werk kan opladen, veroorzaken ze bovendien problemen of ongemakken die soms zwaarder doorwegen dan de financiële voordelen.
De pro’s en contra’s van elektrisch rijden zijn ook sterk afhankelijk van de onvoorspelbaarheid van het fiscale beleid van de politiek. Omzeggens elke machtswissel resulteert in nieuwe fiscale regelgeving en onzekerheid bij de belastingbetaler, ongeacht zijn of haar fiscaal statuut.
Dat leidt ertoe dat de aankoop van een nieuwe auto op de lange baan wordt geschoven, dat het wagenpark veroudert en dat de schadelijke uitstoot van uitlaatgassen toeneemt, terwijl het net de bedoeling is de CO₂-uitstoot te reduceren.
Die negatieve ontwikkeling treft in eerste instantie de bedrijfswagenmarkt. In korte tijd is de looptijd van leasecontracten verlengd van vier naar vijf à zes jaar, wat verstrekkende gevolgen heeft voor de verkoop van bedrijfswagens. Volgens de sector resulteert de verlenging van de gemiddelde duur van een leasecontract met één jaar in een daling van de verkoop van nieuwe leasewagens met 20 procent.

Europese automerken met de rug tegen de muur
Over de gevolgen van de recente versoepeling van het verbod op de verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor vanaf 2035 is het voorlopig koffiedik kijken. De beslissing hing al een tijdje in de lucht, maar kwam uiteindelijk toch nog als een verrassing, omdat ze het gevolg is van alweer een koerswijziging van de christendemocratische fractie (EVP) in het Europees Parlement. De EVP en haar vertegenwoordigers in de Europese Commissie waren altijd vurige voorstanders van het verbod op de verkoop van nieuwe wagens met een verbrandingsmotor vanaf 2035, maar hebben het geweer plots van schouder veranderd.
Dat de Europese Commissie nu een versoepeling voorstelt, heeft te maken met de zware druk van de Europese autoconstructeurs. Die staan met de rug tegen de muur omdat ze te laat op de elektrische trein zijn gesprongen. Daardoor hebben ze een technologische achterstand opgelopen ten opzichte van de grote Aziatische automerken.
Ondanks grote woorden zijn ze er in 2025 niet in geslaagd die achterstand te verkleinen en zijn ze daardoor in het kamp van de verliezers beland. De implosie van de bedrijfswinsten treft omzeggens alle constructeurs en roept vragen op over de toekomst van enkele Europese automerken.
Vorige week is in het Verenigd Koninkrijk de laatste Jaguar F-Pace van de band gerold, en het is maar de vraag of Jaguar er in 2026 in zal slagen een doorstart te maken als luxemerk met peperdure, elektrisch aangedreven modellen waar niemand op zit te wachten. En welke toekomst gaat het nichemerk Land Rover tegemoet zonder Jaguar?
Ook andere Europese premiummerken die van ‘electric first’ of ‘electric only’ een topprioriteit hadden gemaakt – denk aan Audi, Bentley, Mercedes, Porsche en Volvo – kunnen hun gedane beloften niet waarmaken en moeten een versnelling lager schakelen. Met alle gezichtsverlies van dien.
Ook de Europese volumemerken delen in de klappen. Het marktaandeel van de Duitse, Franse en Italiaanse satellietmerken van fusiegroep Stellantis (Abarth, Alfa Romeo, Citroën, DS, Fiat, Lancia, Maserati, Opel, Peugeot) smelt als sneeuw voor de zon.
Ook de Volkswagen Group verkeert in zwaar vaarwater door tegenvallende verkoop- en winstresultaten. De bedrijfsresultaten van met name Audi en Porsche zijn in 2025 naar een historisch dieptepunt gezakt en hebben tot verschuivingen aan de top geleid. Of hiermee de rust aan boord van het zwalpend schip terugkeert, zal de toekomst uitwijzen.

Het goede nieuws is dat de Duitse autogroep in 2026 een nieuwe generatie compacte elektrische auto’s op de markt brengt, die elektrisch rijden voor een veel ruimere groep mensen bereikbaar moet maken. Volkswagen heeft bovendien zopas een nieuwe batterijcellenfabriek in gebruik genomen in Salzgitter en wil zo zijn concurrentiekracht tegenover de Chinese merken versterken.
Zoals gezegd lanceert VW in 2026 de ID. Polo met een aangekondigde instapprijs van 25.000 euro. Nieuws heet van de naald wijst er echter op dat die instapversie niet meteen beschikbaar zal zijn. Eerst komen de duurdere versies op de markt. De Duitse autogroep leert blijkbaar niet uit haar fouten.
Chapeau voor Renault
Gelukkig blijven Renault en Dacia het goede voorbeeld geven met betaalbare modellen die het verschil maken: deels elektrisch, deels volledig elektrisch aangedreven, en tegelijk up-to-date qua vernieuwend design en innovatieve software.
De Renault 5 E-Tech Electric en R4 E-Tech Electric roepen herinneringen op aan iconische modellen uit de jaren zeventig en tachtig. Dat geldt ook voor de Twingo E-Tech Electric, die als betaalbare full electric citycar over de nodige troeven beschikt om op termijn de meest verkochte e-auto te worden.
Op haar beurt zet de zesde generatie Clio nieuwe maatstaven in het B-segment door het model de look-and-feel te geven van een auto uit het duurdere C-segment.
Dacia is in ons land hét favoriete merk van de particuliere autokoper en biedt meer waar voor zijn geld dan om het even wie. Voor mij is de Dacia Bigster dan ook dé auto van het jaar 2025, ex aequo met de elektrisch aangedreven Mercedes CLA, die een toonbeeld is van efficiëntie en elegantie. A new star is born.
Europese Commissie moet meer visie en politieke daadkracht tonen
Gezaghebbende waarnemers vrezen dat het recente reddingsplan van de Europese Commissie niet de verhoopte reddingsboei is voor de noodlijdende Europese autosector. De voorgestelde maatregelen bestrijden de symptomen, maar niet de oorzaken die aan de basis liggen van de technologische achterstand. Ze vormen een compromis dat zowel de kool als de geit spaart, op een moment waarop visie, langetermijnstrategie en politieke moed gevraagd zijn.
Voor alle duidelijkheid: er is niets mis met een politieke overheid die haar beleidsdoelstellingen en strategisch plan aanpast aan onvoorziene gebeurtenissen of omstandigheden die nieuwe inzichten opleveren, op voorwaarde dat die aanpassingen uitzicht op beterschap bieden.
De toekomst zal uitwijzen of dat ook geldt voor het reddingsplan van de Europese Commissie. Wat blijft er over van de zogenaamde Green Deal van de EU, die kadert binnen het Klimaatakkoord van Parijs richting 2050, en hoe groot zal de milieuschade uiteindelijk uitvallen?
De versoepeling van het verbod op de verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor na 2035 betekent overigens niet dat iedereen dan nog met een benzine- of dieselauto mag of kan rijden. In principe zou nog amper 10 procent van de markt mogen bestaan uit zuivere verbrandingsmotoren; boven dat percentage dreigen zware boetes.
Dat betekent dat negen op de tien kopers toch voor een deels of volledig elektrische auto zullen moeten kiezen. Onder deels elektrische wagens vallen ook de zogenaamde electric range extender vehicles (EREV’s). Die hebben een kleine benzinemotor aan boord die uitsluitend dient om de accu van de elektrische auto op te laden en in geen geval de wielen aandrijft.