Het jaar met de hoogste kortingen zorgde niet voor heropleving autoverkoop

Een recordaantal nieuwe modellen en historisch hoge kortingen zorgden het voorbije jaar niet voor de verhoopte heropleving van de autoverkoop. Naar schatting één dealer op drie verkeert in grote financiële moeilijkheden, voor 2014 is geen beterschap in zicht.

Eén dealer op drie in financiële moeilijkheden

De autoverkoop in ons land is het afgelopen jaar quasi constant gebleven tegenover 2012, wat een goed resultaat is in vergelijking met de situatie in de ons omringende landen. Maar de inschrijvingsstatistieken vertellen maar de halve waarheid. Feit is dat omzeggens alle merken – het ene al meer dan het andere – via hun dealers nieuwe auto’s inschrijven zonder dat die daadwerkelijk zijn verkocht aan een particuliere klant of een bedrijf. Fiat is koploper met meer dan 30 procent nepverkopen, we hebben er geen ander woord voor. Die zorgen voor een sterk vertekend beeld van de reële situatie. De verkochte auto’s blijven immers in de showroom of op de parking van de dealers staan, in afwachting van een kandidaat-koper. Die wordt gelokt met historisch hoge (stock)kortingen tot 30 procent en meer – voor het eerst ook bij de Duitse merken. Toch houdt de consument de knip op de beurs. En laat hij zich toch verleiden, dan tonen de banken zich weinig inschikkelijk bij het beoordelen van de financieringsdossiers. Voor heel wat dealers wordt de situatie stilaan precair, naar schatting één dealer op drie verkeert in grote financiële moeilijkheden. Voor 2014 is geen beterschap in zicht.

Om te kunnen voldoen aan de strenge normen van de merken hebben de dealers de voorbije jaren zwaar moeten investeren in nieuwbouw, technische uitrusting en personeel. De beslissing om te gaan investeren, is meestal genomen op een moment dat het met de autoverkoop in ons land nog de goede kant opging. Maar nu de autoverkoop stagneert, klopt hun businessplan plots niet meer. Aan de ene kant genereren ze minder inkomsten dan gepland door de terugloop van de verkoop, aan de andere kant moeten ze meer uitgeven door de stijging van de loonkosten. Garages werken met gespecialiseerde vaklui en die willen goed betaald worden.

Om de rendabiliteit op te krikken, is schaalvergroting noodzakelijk. Voor de dorpsgarage met een baas die zelf nog aan uw auto sleutelt en zijn vrouw die u een tas koffie inschenkt en de rekening maakt, is er definitief geen plaats meer in de 21^ste eeuw. We evolueren naar grootschalige projecten van tientallen miljoenen langs de grote invalswegen die uiterst professioneel worden gerund en de filosofie van het merk uitstralen – vaak tot in het absurde toe. Dat gaat niet zelden ten koste van de inbreng en creativiteit van de dealer/ondernemer die zich hoe langer hoe meer moet schikken naar de richtlijnen die op de hoofdkantoren van de merken worden uitgedokterd. Dat die soms geen rekening houden met de specifieke behoeften van de lokale markten zal de bedenkers ervan een zorg wezen. De marketers moeten immers niet zelf opdraaien voor de financiële consequenties van hun strategische miskleunen. Die zijn voor rekening van de dealers. Wie zich niet schikt naar de richtlijnen van hogerhand, gaat eerder vroeg dan laat voor de bijl. Door de nieuwe Europese regelgeving zijn de dealers aan handen en voeten gebonden en berust alle macht bij de invoerders. De kaalslag is ingezet: er gaat geen week voorbij zonder dat een dealer zijn bedrijf sluit of verkoopt.

Duitse luxemerken verliezen ook geld in Europa

De constructeurs zelf staan ook onder sterke druk. Door de aanhoudende malaise op de Europese markten stapelen de verliezen van de Franse en Italiaanse merken zich op. Zij verkopen een kwart minder auto’s en kampen met overcapaciteit én imagoverlies. Hun situatie verslechtert zienderogen. Dat zij (kunnen) overleven, hebben zij te danken aan de voorkeursbehandeling die zij krijgen van hun respectievelijke regeringen die als de dood zijn voor fabriekssluitingen en massale afdankingen. Maar met lapmiddelen los je het probleem van overcapaciteit en technologische achterstand niet ten gronde op.

Ook de Duitse luxemerken verliezen geld in Europa , maar die doen gelukkig gouden zaken buiten Europa. Auto’s made in Germany genieten daar een groot aanzien, onder meer door hun technologische voorsprong op hun Amerikaanse en Aziatische concurrenten. Maar de verschillen worden elke dag kleiner. In het segment van de kleine gezinswagens staan enkele Aziatische autobouwers bijna op gelijke hoogte. Inzake duurzaamheid scoren die zelfs beter dan de Europese merken.

Europa is niet langer het mekka van de automobiel

Fiat-baas Sergio Marchionne wil naar verluidt 9 miljard investeren in de modernisering van enkele fabrieken. Made in Italy moet opnieuw een keurmerk worden. Maar hoe rijm je die ambitie met de beslissing om voortaan enkel nog Panda en Cinquecento te gaan bouwen? Fiat is destijds groot geworden met kleine auto’s maar niemand gelooft dat Marchionne die krachttoer kan herhalen in een hard bevochten segment waarin nu de Aziatische merken de toon aangeven. Ze doen dat met een uitgebreid aanbod aan betrouwbare en aantrekkelijke modellen die zijn uitgerust met milieuvriendelijke motoren en de modernste technologische snufjes. Zelfs de Franse merken slagen er niet in een vuist te maken en verliezen almaar meer marktaandeel. Peugeot/Citroën kan enkel nog gered worden door een alliantie met een financieel sterke partner, nu GM zich terugtrekt als aandeelhouder. En Renault moet hopen dat de verkoop van elektrische auto’s snel van de grond komt.

De blikvangers van 2013

Die hoop koestert ook BMW. Met de futuristisch ogende elektrisch aangedreven stadsauto i3 zet BMW zijn directe concurrenten andermaal een neus, want wie eerst zaait eerst maalt. De imagowinst is helemaal voor rekening van BMW. Zoals Mercedes-Benz met de pluimen gaat lopen in het topsegment. De nieuwe S-klasse is zonder meer een imposante maar niettemin sierlijke verschijning met een subliem rijcomfort en een onovertroffen aanbod aan rijhulpsystemen en accessoires. De nieuwe S-klasse is best of class!

De titel van beste allrounder gaat de nieuwe Range Rover Sport. Die is zo’n 400 kg lichter dan zijn voorganger en daardoor nog dynamischer onderweg, zowel op als naast de weg. Geen enkele andere SUV beschikt over zo’n potentieel aan mogelijkheden, is zo ruim en zo goed uitgerust. Een plezier om mee te rijden, al is dat plezier niet voor iedereen weggelegd. Dat geldt ook voor de Jaguar F-type, een streling voor het oog mét racekwaliteiten en een waardige opvolger van de legendarische E-type. In het A- en B-segment verdient de nieuwe Hyundai i10 de titel van nieuwkomer van het jaar: compact maar toch veel ruimte binnenin, veilig en comfortabel rijgedrag, kwalitatief hoogstaand uitrustingsniveau en dat tegen een betaalbare prijs, inclusief 5 jaar garantie zonder kilometerbeperking. Proficiat.

In het nieuwe jaar zijn we er opnieuw, met een vooruitblik op wat 2014 aan interessant autonieuws in petto heeft. Tot kijk en kijk uit!