Autobouwers vragen ‘drastische’ opschaling laadinfrastructuur

In een reactie op de ‘extreem ambitieuze’ reductiedoelstellingen voor de uitstoot van CO2 door personenwagens en bestelwagens die de EU-lidstaten dinsdagnacht overeengekomen zijn, pleiten de Europese autobouwers voor meer laadinfrastructuur.

De milieuministers van de lidstaten beslisten afgelopen nacht dat nieuwe personenwagens tegen 2030 55 procent minder CO2 moeten uitstoten dan in het referentiejaar 2021. Voor bestelwagens gaat het om een reductie van 50 procent. Tegen 2035 moeten beide categorieën 100 procent minder CO2 uitstoten, wat de facto neerkomt op een verbod op benzine- en dieselmotoren. Over de nieuwe emissienormen moet wel nog een akkoord gesloten worden met het Europees Parlement.

In een reactie pleit sectorfederatie ACEA voor ‘drastische actie’ op het vlak van laadinfrastructuur om de massale uitrol van elektrische voertuigen mogelijk te maken. ‘De beslissing van de Raad brengt grote gevolgen met zich mee. Niet enkel voor de auto-industrie, maar voor de Europese economie in haar geheel’, zegt ACEA, die de zestien grootste autobouwers van Europa vertegenwoordigt. De constructeurs willen de shift naar een elektrisch aangedreven voertuigenpark maken, maar het halen van de reductiedoelstellingen hebben ze naar eigen zeggen niet helemaal zelf in de hand. ‘Ook anderen moeten hun rol spelen’, luidt het.

Het is volgens ACEA van vitaal belang dat alle randvoorwaarden vervuld worden om een EU-wijd netwerk van laad- en tankinfrastructuur uit te bouwen en dat alle noodzakelijke grondstoffen ontsloten worden. ‘Belangrijke vragen zijn nog niet beantwoord, zoals hoe Europa de strategische toegang tot de belangrijkste grondstoffen van elektrische mobiliteit zal verzekeren’, zegt ACEA-voorzitter Oliver Zipse, die ook CEO is van BMW. ‘Als de EU een pionier wil zijn op het vlak van duurzame mobiliteit, moet de beschikbaarheid van deze materialen verzekerd zijn. Zo niet, dreigen we met nieuwe afhankelijkheden geconfronteerd te worden. Andere economische regio’s hebben namelijk al vroeg positie ingenomen.’

Zipse verwijst ook naar het akkoord om in 2026 na te gaan of ook andere brandstoffen een bijdrage kunnen leveren aan het halen van de reductiedoelstellingen. Het was niet toevallig Duitsland, dat verschillende grote autobouwers huisvest, dat daar tijdens de onderhandelingen om vroeg. “Technologische openheid betekent dat ook waterstof en andere CO2-neutrale brandstoffen een belangrijke rol kunnen spelen bij het koolstofvrij maken van het wegvervoer”, aldus Zipse.

Partner Content