
Auto van het Jaar: 6 van de 7 genomineerden zijn full electric
De opmars van de elektrische auto is niet meer te stuiten. Zes van de zeven genomineerden voor de titel ‘Auto van het Jaar 2022’ zijn full electric. De 61 juryleden uit 23 landen staan voor een moeilijke keuze, de kandidaten zijn aan elkaar gewaagd. Door de afwezigheid van een Duitse finalist zullen de punten van de Duitse juryleden allicht de doorslag geven.
Vorige week heeft de voorzitter van de COTY-jury (Car Of The Year) de genomineerden voor de titel ‘Auto van het Jaar 2022’ bekendgemaakt. In alfabetische volgorde zijn dat de Cupra Born, Ford Mustang Mach-E, Hyundai Ioniq 5, Kia EV6, Peugeot 308, Renault Mégane E-Tech en Skoda Enyaq IV. Zes op de zeven zijn volledig elektrisch aangedreven, enkel de Peugeot 308 is uitgerust met een conventionele verbrandingsmotor.
Mannenwereld
Vorig jaar was de verhouding nog vijf tegen twee in het nadeel van de electric cars en sleepte de Toyota Yaris de titel in de wacht. Onverwacht, want er zetelen geen Japanse autojournalisten in de jury. Die bestaat uit 61 leden uit 23 landen waaronder zes vrouwen.
Op dit niveau is de autowereld nog een echte mannenwereld, vandaar allicht het initiatief Women’s World Car of the Year. De 50-koppige jury uit 38 landen bestaat voor 100 procent uit vrouwen en verkoos vorig jaar de Land Rover Defender tot winnaar. Sabrina Parant zetelt voor België.
Europese verkiezing
De geschiedenis van de verkiezing ‘Auto van het Jaar’ gaat terug tot 1964. Toen verkozen zes Europese autobladen (Auto, Autocar, Autovisie, L’Automobile Magazine en Vi Bilägere) en het Duitse nieuwsmagazine Stern de Rover 2000 tot winnaar. De jury onder het voorzitterschap van de Nederlander Fred van der Vugt bestond uit 26 autojournalisten uit 9 landen. Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk telden ieder zes leden, de andere landen moe(s)ten het stellen met één, twee of drie vertegenwoordigers. Ons land heeft recht op twee leden (Joost Bolle en Stéphane Lemeret).
Intussen is het autolandschap grondig veranderd door onder meer de delokalisatie van de autoproductie naar goedkope loonlanden in Oost-Europa en staat de verdeling per land haaks op de realiteit. De verdeling in 1964 was gebaseerd op het aantal geproduceerde en verkochte wagens per land. Ondertussen rollen in een aantal Oost-Europese landen meer auto’s van de band dan in Nederland of in ons land. Veel mensen zijn bovendien in de overtuiging dat de verkiezing van ‘Auto van het Jaar’ een initiatief is dat wereldwijd wordt gedragen terwijl het in feite om een louter Europees initiatief gaat.
De juryleden worden geacht professionele en onafhankelijke fulltime autojournalisten te zijn én jonger dan 65 jaar. De zogenaamde COTY-leden genieten een voorkeursbehandeling tegenover hun collega’s in de zin dat zij als eersten de nieuwste modellen mogen testen. Dat zij hun stemgedrag daar laten door beïnvloeden, is cafépraat. Om mogelijk gesjoemel op het spoor te komen, wordt het stemgedrag van alle 61 leden na de proclamatie trouwens publiek gemaakt. Een jurylid mag 25 punten verdelen, verspreid over tenminste 5 kandidaten met een maximum van 10 punten aan één kandidaat. Op die manier probeert men favoritisme of nationalistisch stemgedrag tegen te gaan.
Appelen met peren vergelijken
Een aantal binnen- en buitenlandse media vergelijkt modellen binnen eenzelfde markt- en prijssegment, wat de logica zelf is en een meer objectieve vergelijking mogelijk maakt. De verkiezing van de ‘Auto van het Jaar’ kent maar één winnaar. Dat betekent dat de juryleden soms dure luxewagens vergelijken met minder dure, populaire modellen wat niet betekent dat de duurste modellen tot winnaar worden gekroond. In 2021 ging de titel naar de Toyota Yaris, in 2020 naar de Peugeot 208.
Volgens Joost Bolle (HLN, Trends) maken de COTY-juryleden helemaal geen vergelijkende test maar beoordelen zij elk model afzonderlijk op zijn kwaliteiten op basis van een reeks criteria zoals verbruik, uitstoot, veiligheid, comfort, design, prestaties alsook met de verhouding kwaliteit/prijs en het innovatief karakter van de kandidaten.
‘Bekijk de lijst van de winnaars en je zult zien dat de premiummerken ondervertegenwoordigd zijn alhoewel zij uitstekende auto’s maken. Voor 2022 zijn de onderlinge verschillen relatief klein en springt enkel de Peugeot 308 in het oog omdat hij de enige finalist is met een verbrandingsmotor. Wat een nadeel is want op het vlak van technologische vernieuwing scoort hij minder goed dan de elektrische modellen.
Lees verder onder de foto’s
‘Ik heb intussen met alle kandidaten gereden en mijn rij-impressies zijn inmiddels ook al gepubliceerd. Afgaand op het rijgedrag gaat mijn voorkeur uit naar de Ioniq 5 en Renault Mégane E-Tech. Maar ik moet nog alle voor en tegen op een rijtje zetten, ik heb voor mezelf nog geen definitieve ranking opgemaakt. Op 7 en 8 februari volgt in de omgeving van Parijs nog een laatste testsessie met alle genomineerden en moeten we onze punten overmaken aan de voorzitter.
‘Een torenhoge favoriet is er niet, de Ioniq 5 en Kia EV6 vormen in feite een ééneiige tweeling, enkel het design verschilt. De Skoda Enyaq IV en Ford Mustang Mach-E zijn een nummer groter dan de Cupra Born en Renault Mégane E-Tech en volgens mij te groot.
‘Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar een compacte elektrische auto die over een behoorlijke autonomie beschikt en min of meer betaalbaar is. Hoe groter en krachtiger een elektrische auto, hoe groter de batterij en hoe zwaarder de auto. Ik heb een andere opvatting over energie-efficiëntie. Vraag me niet welke kandidaat op 28 februari als winnaar uit de bus komt, ik weet het niet. Na de bijeenkomst van begin februari weet ik misschien meer, nadat ik met mijn collega’s uit andere landen heb gesproken. Maar misschien ook niet. Hoe dan ook verwacht ik een nek-aan-nekrace.’
Ik koop geen kat in een zak
Stel dat Joost Bolle morgen een nieuwe auto moet kopen, welke wordt dat?
Joost Bolle: ‘Ik zou zeker geen nieuwe kopen omdat er vandaag nog te veel onbekenden zijn. Het autolandschap is in volle transitie, het EV-modellenaanbod neemt gelukkig snel toe maar elektrische auto’s zijn nog altijd veel te duur voor een doorsneeverdiener. Een vergelijkbaar model met een benzinemotor en lage CO2-uitstoot is minstens 10.000 à 15.000 euro goedkoper.
‘De stroomversnelling en EV-opmars waar de media het constant over hebben, zijn volledig voor rekening van de bedrijfswagenmarkt. De EV-verkoop aan particulieren in ons land is verwaarloosbaar klein. De mensen hebben gelijk: wie garandeert mij dat de stroomprijzen niet verder de hoogte inschieten en dat de regering haar autofiscaliteit niet weerom in de ene of andere richting aanpast? En waar de blijven de beloofde laadpalen?
‘Begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van elektrisch autorijden voor evidente redenen, maar ik koop geen kat in een zak. Koning auto levert jaarlijks zo’n 20 miljard aan inkomsten op voor de schatkist. Ik geloof nooit dat de regering aan die bron van inkomsten wil of zal verzaken.’
Meest gewonnen h2>
Opvallende vaststelling: omzeggens elk nieuw model van Fiat werd verkozen tot Auto van het Jaar. De Renault Clio en VW Golf – niet toevallig de best verkopende modellen in Europa – vielen ieder al tweemaal in de prijzen. Twee keer ging de overwinning naar een model made in Belgium, te weten de Ford Mondeo en Volvo XC40. De Nissan Leaf was in 2011 de eerste elektrisch aangedreven wagen die werd uitgeroepen tot Auto van het Jaar. p>
Fiat numero uno p>
Overlopen we de lijst van de winnende merken dan springt de zegereeks van Fiat (9) in het oog. Een aantal constructeurs (Austin, NSU, Rover en Simca) is inmiddels van de markt verdwenen. Tweede opvallende vaststelling: de Duitse premiummerken zijn zwaar ondervertegenwoordigd. BMW won niet één keer, Mercedes-Benz en Porsche elk éénmaal in de jaren zeventig. Hierna volgt een rangschikking op basis van het aantal bekroningen. p>
9 zeges p>
Fiat p>
6 zeges p>
Renault, Peugeot p>
5 zeges p>
Ford, Opel p>
4 zeges p>
Volkswagen p>
3 zeges p>
Citroën, Toyota p>
2 zeges p>
Alfa Romeo, Audi, Chrysler/Simca, Nissan, Rover, p>
1 zege p>
Alpine A110, Austin, Jaguar, Lancia, Mercedes-Benz, NSU, Porsche, Volvo p>
Lijst met winnaars h2>
1964 Rover 2000 p>
1965 Austin 1800 p>
1966 Renault 16 p>
1967 Fiat 124 p>
1968 NSU RO 80 p>
1969 Peugeot 504 p>
1970 Fiat 128 p>
1971 Citroën GS p>
1972 Fiat 127 p>
1973 Audi 80 p>
1974 Mercedes-Benz 450 SE p>
1975 Citroën CX p>
1976 Simca 1307/1308 p>
1977 Rover SD1 p>
1978 Porsche 928 p>
1979 Chrysler/Simca Horizon p>
1980 Lancia Delta p>
1981 Ford Escort p>
1982 Renault 9 p>
1983 Audi 100 p>
1984 Fiat Uno p>
1985 Opel Kadett p>
1986 Ford Scorpio p>
1987 Opel Omega p>
1988 Peugeot 405 p>
1989 Fiat Tipo p>
1990 Citroën XM p>
1991 Renault Clio p>
1992 VW Golf p>
1993 Nissan Micra p>
1994 Ford Mondeo p>
1995 Fiat Punto p>
1996 Fiat Bravo p>
1997 Renault Mégane Scenic p>
1998 Alfa Romeo 156 p>
1999 Ford Focus p>
2000 Toyota Yaris p>
2001 Alfa Romeo 147 p>
2002 Peugeot 307 p>
2003 Renault Mégane p>
2004 Fiat Panda p>
2005 Toyota Prius p>
2006 Renault Clio p>
2007 Ford S-Max p>
2008 Fiat 500 p>
2009 Opel Insignia p>
2010 VW Polo p>
2011 Nissan Leaf p>
2012 Opel Ampera p>
2013 VW Golf p>
2014 Peugeot 308 p>
2015 VW Passat p>
2016 Opel Astra p>
2017 Peugeot 3008 p>
2018 Volvo XC40 p>
2019 Jaguar I-Pace/Alpine A110 (ex-aequo) p>
2020 Peugeot 208 p>
2021 Toyota Yaris p>
Meest gewonnen h2>
Opvallende vaststelling: omzeggens elk nieuw model van Fiat werd verkozen tot Auto van het Jaar. De Renault Clio en VW Golf – niet toevallig de best verkopende modellen in Europa – vielen ieder al tweemaal in de prijzen. Twee keer ging de overwinning naar een model made in Belgium, te weten de Ford Mondeo en Volvo XC40. De Nissan Leaf was in 2011 de eerste elektrisch aangedreven wagen die werd uitgeroepen tot Auto van het Jaar. p>
Fiat numero uno p>
Overlopen we de lijst van de winnende merken dan springt de zegereeks van Fiat (9) in het oog. Een aantal constructeurs (Austin, NSU, Rover en Simca) is inmiddels van de markt verdwenen. Tweede opvallende vaststelling: de Duitse premiummerken zijn zwaar ondervertegenwoordigd. BMW won niet één keer, Mercedes-Benz en Porsche elk éénmaal in de jaren zeventig. Hierna volgt een rangschikking op basis van het aantal bekroningen. p>
9 zeges p>
Fiat p>
6 zeges p>
Renault, Peugeot p>
5 zeges p>
Ford, Opel p>
4 zeges p>
Volkswagen p>
3 zeges p>
Citroën, Toyota p>
2 zeges p>
Alfa Romeo, Audi, Chrysler/Simca, Nissan, Rover, p>
1 zege p>
Alpine A110, Austin, Jaguar, Lancia, Mercedes-Benz, NSU, Porsche, Volvo p>