2018: kanteljaar zorgde voor ongeloof en onzekerheid bij de brave automobilist

Op de nieuwe Audi e-tron is de achteruitkijkspiegel vervangen door een achteruitrijcamera met een OLED-scherm in de deuren. © /
Urbain Vandormael
Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Het einde van 2018 nadert. De hoogste tijd voor een blik in de achteruitkijkspiegel. Zolang dat nog kan, want op de nieuwe Audi e-tron is die vervangen door een achteruitrijcamera met een OLED-scherm in de deuren. In feite gaat het om een gadget waarmee het Duitse premiummerk dezer dagen positief in het nieuws komt. Slim bedacht én een balsem op de wonde die de opsluiting van topman Rupert Stadler op verdenking van bedrieglijke praktijken naliet. Ook andere merken kwamen ongunstig in het nieuws, Tesla ging zelfs bijna overkop.

Elke medaille heeft twee kanten. De zomer van 2018 gaat de geschiedenis in als de heetste en langste sinds mensenheugenis. Het slechte nieuws is dat we die onvergetelijke zomermaanden te danken hebben aan de opwarming van de aarde, mede veroorzaakt door de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen door het toenemende autoverkeer. Nog meer slecht nieuws: wie recent een nieuwe dieselauto heeft gekocht die Euro 6 d-Temp (WLTP) gecertificeerd is, riskeert straks toch met een dieselverbod te worden geconfronteerd in enkele Europese grootsteden zoals Brussel en Parijs. Jarenlang heeft de politiek de diesel de hemel in geprezen om die vervolgens, van de ene dag op de andere, te verketteren. De brave automobilist begrijpt er niks meer van en voelt zich bedrogen. Wie of wat mag hij nog geloven?

Belofte maakt schuld. Wie die niet vervult, krijgt een dikke bult.

De zigzagkoers van politiek Europa zorgt zowel bij de consumenten als producenten voor onzekerheid en wrevel. Want inderdaad, wat mag nog wel, wat niet? En wat vandaag mag, mag dat morgen en overmorgen ook nog? De dieselhetze is een schoolvoorbeeld van het vaak ondoordachte en onsamenhangende mobiliteits- en milieupolitiek op regionaal, nationaal en supranationaal niveau.

Jarenlang heeft de politiek de diesel de hemel in geprezen om die vervolgens, van de ene dag op de andere, te verketteren. De brave automobilist begrijpt er niks meer van en voelt zich bedrogen. Wie of wat mag hij nog geloven?

Maar dat betekent niet dat de autoconstructeurs vrijuit gaan. Die hebben decennialang zoete broodjes gebakken met de politiek die oor heeft naar het argument dat de automobielindustrie een zeer belangrijke werkgever is. De sector wordt terecht aanzien als de drijvende kracht achter de economische ontwikkeling en welvaart van een land, de autonijverheid en politiek hebben alle belang bij een goede verstandhouding en samenwerking.

Dieselschandaal gooide roet in het eten

Na het dieselschandaal is het in Duitsland tot een regelrechte vertrouwensbreuk gekomen tussen beide belangengroepen. De Volkswagen-top draagt hier een verpletterende verantwoordelijkheid en heeft – door haar bedrog én huichelachtige gedrag achteraf – de hele Duitse industrie zware imagoschade toegebracht. Dat Audi-topman Rupert Stadler maandenlang in de cel heeft gezeten, is illustratief voor de inmiddels gespannen verhouding tussen de rooms-rode regering van Merkel en de Duitse automobielindustrie. Op een voorkeursbehandeling in eigen land of politieke ruggensteun vanuit Berlijn in Brussel kunnen Audi, BMW, Mercedes, Porsche en VW niet meer rekenen.

Het tegendeel is waar. De Duitse merken krijgen almaar meer kritiek te verduren omdat zij hun beloften niet nakomen en te laat op de elektrische trein zijn gesprongen. Mercedes heeft aan de wieg gestaan van de automobiel en Audi, BMW en Porsche hebben de voorbije vijftig jaar een voortrekkersrol gespeeld bij de ontwikkeling en implementatie van innovatieve technologieën. Op het vlak van elektromobiliteit zijn ze echter op achtervolgen aangewezen. In de race tegen de tijd rijden Tesla, Jaguar, Renault en een reeks Aziatische merken voorop.

De tijd dringt voor de Europese automerken

Als het waar is dat er de komende vijf jaar meer zal veranderen in de autosector dan de voorbije vijftig jaar, ziet hun toekomst er minder hoopgevend uit dan hun recordwinsten van de voorbije jaren laten vermoeden. Dat heeft er onder andere mee te maken dat de Duitse constructeurs nagelaten hebben eigen batterijen te ontwikkelen voor hun elektrische auto’s, waardoor ze nu voor 100 procent afhankelijk zijn van een handvol Aziatische leveranciers. Uitgerekend uit dat deel van de wereld waar elektromobiliteit absolute prioriteit geniet.

Tot nu toe was Azië een zeer lucratief wingebied voor de Europese automerken, daar komt nu verandering in. De eerste tekenen van verval zijn al merkbaar: BMW en Mercedes hebben een daling van hun bedrijfswinsten aangekondigd en zijn op zoek naar Chinese alliantiepartners, om te kunnen ontsnappen aan de invoerquota van de Chinese regering. Die voorzien een minimum aandeel aan elektrische voertuigen, wat niet haalbaar is voor de Duitse merken. In feite hebben die hun lot niet meer in eigen handen. Sterker nog, sinds vorig jaar is de Chinese ondernemer Li Shufu de grootste aandeelhouder van Mercedes geworden. Dat gebeurde tegen de zin in van de Mercedes-top in Stuttgart die vanaf nu verantwoording moet afleggen aan de eigenaar van de Chinese autogroep Geely die onder meer het Zweedse Volvo en sportwagenmerk Lotus in zijn portefeuille heeft.

Bij jonge en stadsmensen wordt het stilaan vanzelfsprekend dat zij niet langer eigenaar moeten zijn van een auto om van een auto gebruik te kunnen maken op het moment dat zij die nodig hebben.

2018 was ook geen goed jaar voor de Amerikaanse autoconstructeurs. General Motors en Ford hebben fabriekssluitingen en massale ontslagen aangekondigd en Tesla overleeft dankzij de gulheid van een groep believers die Elon Musk onvoorwaardelijk trouw blijft, ondanks zijn onvoorspelbaar gedrag dat vragen oproept over zijn mentale gezondheidstoestand. De scheidingslijn tussen genialiteit en krankzinnigheid is soms heel dun, dat heeft de geschiedenis al meermaals bewezen.

De Kia e-Niro zet nieuwe maatstaven op het vlak van autonomie en gebruiksvriendelijkheid.
De Kia e-Niro zet nieuwe maatstaven op het vlak van autonomie en gebruiksvriendelijkheid.

Aan de pluszijde van 2018 zien we dat de financiële gezondmaking van Opel binnen de Franse autogroep PSA zich voortzet, dat Jaguar LandRover blijft innoveren en groeien en dat Hyundai/Kia zijn opmerkelijke opmars voortzet. Door consequent te blijven inzetten op vernieuwend design en innovatieve technologieën is de Zuid-Koreaanse autogroep uitgegroeid tot een toonaangevende speler op wereldvlak. Met de Kona EV, Nexo en e-Niro zetten Hyundai en Kia drie elektrische modellen in de markt die nieuwe maatstaven zetten op het vlak van autonomie en gebruiksvriendelijkheid. Tegen een min of meer betaalbare prijs bovendien.

Magere oogst

Daarmee zijn we aanbeland bij de nieuwkomers van het voorbije jaar en de zeven kandidaten voor de titel van ‘Auto van het Jaar 2019’: de Alpine A110, Citroën C5 Aircross, Ford Focus, Jaguar I-Pace, Kia Ceed, Peugeot 508 en Mercedes A-klasse. De selectie is illustratief voor de magere oogst van 2018. Op uitzondering van de I-Pace en Alpine A110 gaat het om betaalbare gezinswagens voor dagelijks gebruik, zuinig en betrouwbaar. Daar is niks mis mee, maar opgewonden raak je er niet door.

Jaguar I-Pace, de logische favoriet voor de titel van 'Auto van het Jaar 2019'.
Jaguar I-Pace, de logische favoriet voor de titel van ‘Auto van het Jaar 2019’.

De I-Pace is de logische favoriet voor de overwinning omdat hij verwijst naar het succes van de SUV en de verpersoonlijking is van de aandrijving van de toekomst. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de nieuwe Alpine A110, een hommage aan de gelijknamige Franse sportwagen uit de jaren zestig die ik voor de eeuwigheid in mijn hart heb gesloten.

Nieuwkomers die om de een of andere reden in herinnering zijn gebleven, zijn in alfabetische volgorde de Alfa Stelvio, Audi Q3 en Q8, BMW X2, Cupra Ateca, Dacia Duster, DS 7 Crossback, Ford Focus, Kia Ceed, Mitsubishi Outlander PHEV en VW Touareg. De prijs voor de lelijkste nieuwkomer van 2018 ken ik met plezier toe aan de Rolls-Royce Cullinan, een gedrocht op vier wielen.

Autogebruiker versus autobezit

Ook in 2018 blijft autodelen aan belangstelling en belang winnen. Met name bij jonge en stadsmensen wordt het stilaan vanzelfsprekend dat zij niet langer eigenaar moeten zijn van een auto om van een auto gebruik te kunnen maken op het moment dat zij die nodig hebben. Zij willen met andere woorden wel de lusten maar niet de lasten van een eigen auto. De automerken zijn daardoor verplicht om hun actieterrein uit te breiden en zich om te scholen tot aanbieders van mobiliteitsdiensten. Dat zal bloed, zweet en tranen kosten maar zolang de gebruikers daar beter van worden, is dat een goede evolutie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content