Advocaat Benjamin Herman staat stil bij het protest van de artsen tegen de hervormingsplannen van de federale regering. ‘Wat minister Vandenbroucke vandaag voorstelt, lijkt eerder beperkt in vergelijking met wat de Vlaamse overheid nu al doet – en nog meer van plan is – in de ouderenzorg.’
Artsen voeren actie tegen de Kaderwet van minister Vandenbroucke. Ze maken zich vooral zorgen over twee zaken: de beperking van de ereloonsupplementen en de mogelijkheid dat de minister voortaan zelf – via de Koning – een procedure zou kunnen vastleggen voor het toekennen, gebruiken en intrekken van het RIZIV-nummer.
Maar waar klagen deze artsen precies over? Want wat minister Vandenbroucke vandaag voorstelt, lijkt eerder beperkt in vergelijking met wat de Vlaamse overheid nu al doet – en nog meer van plan is – in de ouderenzorg.
Er is een opvallende gelijkenis tussen beide beleidsniveaus. Zowel op Federaal als Vlaams niveau kiemt het debat in een sfeer van wantrouwen. Artsen zouden buitensporige inkomsten genereren. Commerciële woonzorgcentra zouden dan weer winst vooropstellen ten koste van zorgkwaliteit. In beide gevallen worden zorgverleners afgeschilderd als graaiers, met de patiënt of bewoner als slachtoffer.
Er zijn ook verschillen. Artsen vrezen dat hun RIZIV-nummer een drukmiddel wordt. Wie het beleid niet volgt, krijgt symbolisch ‘stokslagen’. Maar precies zo’n mechanisme bestaat al in de Vlaamse ouderenzorg. Woonzorgvoorzieningen hebben een erkenning nodig om te mogen werken, en die wordt toegekend, geschorst of ingetrokken door de Vlaamse minister, niet door een onafhankelijke instantie. Er is wel een adviescommissie, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de minister.
Voor artsen is de situatie vandaag omgekeerd: de schorsing en intrekking van het visum gebeurt door de onafhankelijke Toezichtscommissie met vertegenwoordigers van de beroepsgroepen. De Kwaliteitswet garandeert zo rechtszekerheid en autonomie. Het zou dan ook verbazen mocht Minister Vandenbroucke daar radicaal van afwijken.
En dan is er nog de winst…
In de ouderenzorg reikt de Vlaamse greep nog verder. De dagprijzen zijn strikt gereglementeerd. En Vlaanderen overweegt een verbod op winst op zorg – een ingreep die door alle partijen stilaan als evident wordt beschouwd.
Over mogelijke gevolgen, zoals een tekort aan zorgaanbieders, wordt nauwelijks gesproken. Tegenover zo’n fundamentele maatregel lijkt de beperking van supplementen voor artsen eerder licht. Bovendien: artsen zullen ook na de Kaderwet, zelfs in ongewijzigde vorm nog steeds winst mogen maken.
Het echte pijnpunt: macht zonder tegenmacht
Minister Vandenbroucke wil meer grip op de organisatie van de zorg. Dat is duidelijk. Maar om nu al te spreken van ‘staatsgeneeskunde’ is overdreven. Wie lessen wil trekken, kan beter kijken naar de ouderenzorg. Regulering op zich is niet het probleem.
Het wordt pas problematisch wanneer de controle op die regulering in handen ligt van de uitvoerende macht, zonder onafhankelijke tegenmacht. Daar ligt de echte rode lijn – voor artsen én voor het bredere gezondheidsbeleid.
En daar zou het politieke debat over moeten gaan. Niet alleen op federaal niveau, maar ook in Vlaanderen.
Benjamin Herman is advocaat actief in de gezondheidszorg met een bijzondere interesse voor de ouderenzorg.