‘Arno stond voor de ultieme vrijheid’

John Parish © Redferns via Getty Images

Drie keer werkte de Britse producer John Parish samen met Arno. Hij heeft niets dan lof.

Ruim tien jaar geleden gaf Zita Swoon enkele concerten waarvoor frontman Stef Kamil Carlens fraaie gastmuzikanten uitnodigde: Arno en John Parish. ‘Arno en ik namen samen de trein van Parijs naar Brussel, en onderweg hadden we een aangenaam gesprek’, herinnert Parish zich. ‘Enkele weken later vroeg hij me of ik de opnames van zijn lp Future Vintage in goede banen wilde leiden. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: ik hield enorm van zijn stem.

‘Gek genoeg had ik al een plaat van T.C. Matic in huis, ooit gekregen van een Belgische vriend. Maar aangezien Arno in het Verenigd Koninkrijk nauwelijks bekend is, was de link me niet meteen duidelijk. Ik ben wél vertrouwd met de Belgische scene, en veel muzikanten vertelden me in de loop der jaren hoe essentieel die band voor hen is geweest. Elk land heeft een groep nodig die alle ramen en deuren wijdopen gooit. Bij jullie was dat T.C. Matic.

‘Arno kwam me meteen voor als een boeiende figuur, een larger than life-type. Wanneer ik als producer beslis met een artiest in zee te gaan, ga ik meestal af op mijn buikgevoel. Ik had nog geen enkele song gehoord die Arno voor zijn plaat wilde gebruiken, maar hij was geestig en makkelijk in de omgang. En terugkijkend op onze drie lp’s samen, weet ik dat mijn instincten me niet hebben bedrogen.’

À l’ostendaise

Grondig studeren kwam er niet bij te pas. ‘Ik heb me bewust niet in zijn eerdere platen verdiept’, zegt Parish. ‘Ik wil de dingen fris houden, niet buigen onder het gewicht van iemands geschiedenis. Hooguit zal ik snel enkele dingen checken om te vermijden dat we in herhaling vervallen. Tenslotte kwam Arno bij me aankloppen omdat hij eens iets anders wilde doen. Ik hielp hem artistieke keuzes te maken die nieuw voor hem waren.’

Sommigen zien Arno als de archetypische Belg, die in vele talen zingt maar er geen enkele beheerst. Toch begrijpt Parish zijn aantrekkingskracht: ‘Toen ik met mijn vrouw naar een van zijn shows ging kijken, vond ze het tegelijk vreemd én schattig dat hij voortdurend van de ene taal op de andere overschakelde. Maar voor hem was dat volkomen natuurlijk. Er zat niets gekunstelds aan en het weerspiegelde ook zijn muzikale aanpak, zijn brede waaier aan invloeden. En laten we niet vergeten hoe toegewijd Arno wel was. Wat me intrigeert, is dat zijn performances in de studio niet verschilden van die op het podium. Hij durfde in de studio helemaal voluit te gaan. Het was opwindend om daar getuige van te mogen zijn. Als vertolker belichaamde hij de ultieme vrijheid.’

Het arnoversum

‘Zijn sterke en zwakke punten? Eerlijk, ik kan me geen zwakheden voor de geest halen. Arno wist goed wat hij wou en wat niet. Het probleem was dat hij noch het ene noch het andere precies kon uitleggen, en het soms een uitdaging was hem tegemoet te komen. Maar meestal kwamen we er wel uit. Bovendien wist hij zich te omringen met uitstekende muzikanten. Als ik hen vroeg een bepaalde song eens op een totaal andere manier te spelen, was dat nooit een probleem. Ze waren veelzijdig genoeg om de dingen op hun kop te zetten, en hadden genoeg openheid en zelfvertrouwen om elk idee een kans te geven.’

Met wat goede wil kon je Arno een kruising van Tom Waits en Serge Gainsbourg noemen, zij het dan met een surrealistische inslag. De vraag is of zijn bijzondere humor – denk aan ‘Don’t say it loud, but the bone is on strike’ – wel bevattelijk was voor een Angelsaksisch publiek. ‘Ik had er geen moeite mee’, benadrukt Parish. ‘Ik zie niet in waarom andere Engelstaligen zijn geestigheden niet zouden snappen. Het probleem is dat Britten of Amerikanen zelden de moeite nemen om te luisteren naar iemand die geen native speaker is. Frustrerend, vind ik zelf. But it’s our loss.’

Bracht het Parish nooit in de verleiding om in te grijpen? Hij lacht. ‘Als iets totaal van de pot gerukt of cliché klonk, werd er weleens aan gesleuteld. En ik lette ook wel op de uitspraak. Maar het ging altijd om kleinigheden. Arno’s teksten waren doorgaans zo absurdistisch of hilarisch – denk aan ‘Les saucisses de Maurice’ – dat ze een universum op zich vormden. Hij bedacht verhalen en personages die perfect in zijn wereld pasten. En door de manier waarop hij talen door elkaar haspelde, vielen zijn rare zinswendingen niet echt uit de toon. Het maakte allemaal deel uit van het totaalpakket.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content