Ocad, het orgaan dat de terreurdreiging moet analyseren, krijgt kritiek te verwerken na een rapport van zijn toezichthouder. Ocad zou immers zelf als een inlichtingendienst werken en zo in het vaarwater komen van de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst.
Dat schrijft De Standaard.
Het Ocad, voluit het ‘coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse’, moet op basis van inlichtingen analyseren hoe ernstig de terroristische en extremistische dreiging is. Voor die analyses baseert het orgaan zich op de input van verschillende diensten, zoals de Staatsveiligheid, de federale politie en de militaire inlichtingendienst (Adiv). Dat het Ocad op eigen houtje op zoek gaat naar informatie, is niet de bedoeling. Maar toch gebeurt dat laatste wel, blijkt uit een doorlichtingsrapport van het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert.
‘Ergernis’
Volgens De Standaard is er ook bij de andere veiligheidsdiensten, de Adiv en de Staatsveiligheid, ergernis over de volgens hen parallelle contacten die Ocad-topman André Vandoren de voorbije jaren heeft uitgebouwd met buitenlandse diensten. Zo zou hij onder andere nog voor de burgeroorlog zijn afgereisd naar Oekraïne en Rusland, voor contacten met de veiligheidsdiensten, en zou hij ook met Chinezen en Amerikanen in contact staan.
Ocad wordt, schrijft De Standaard, door politici vermeld als een belangrijke verwezenlijking op het vlak van terreurbestrijding, wat de discussie over de rol van Ocad bemoeilijkt.
Vandoren meldt aan de krant dat hij en zijn dienst zich niets te verwijten hebben.
(Belga/RR)
