Wouter Van Bellingen

Als het beest los is

Wouter Van Bellingen Directeur van het Minderhedenforum

De Koppen-reportage toont de gemeenste kant van de mens, schrijft Wouter Van Bellingen – directeur van het Minderhedenforum. ‘Tegelijk is er ook een hoopvol feit: dat discriminerend gedrag wordt aangeleerd en dus ook kan worden afgeleerd (of niet aangeleerd)’

U mag als lezer vrij reageren hieronder, strooi gerust met bloemetjes

“Vroeger stond er op de toog een negertje en als je daar vijf frank in stak, begon dat te dansen.” Die lezersreactie stond onder mijn vorige column en het is er maar een van de vele die de man en zijn origine spelen in plaats van de bal. Ik ben al heel vaak terug naar mijn eigen land gemoeten: waar ik niet geboren ben, noch opgegroeid. Te pas en te onpas delen we vanuit het recht op vrijemeningsuiting slagen en verwondingen uit.

Geef mensen een forum om zich te laten gaan en hun gemeenste kant komt boven. Dat zagen we ook in de VRT-reportage op Koppen. Daarin werd een Amerikaans experiment uit 1962 nog eens overgedaan. In een Antwerpse basisschool deelde een leraar zijn klas op in bruinogige en blauwogige kinderen. De kinderen met blauwe ogen werden door de leraar uitgesloten en streng behandeld, de kinderen met bruine ogen mochten vrij water halen en speelgoed halen.

Sinds 2002 leidde geen enkele inbreuk op de anti-discriminatieregels tot een strafrechtelijke vervolging. Geen enkele

Wel, de drang tot overheersing en vernedering kwam snel bovendrijven bij de kinderen die de touwtjes in handen kregen. Wie de macht krijgt, voelt zich de koning te rijk. Maar even opvallend: de kinderen die inferieur werden behandeld, begonnen aan zichzelf te twijfelen. Ze schreven plots woorden fout waarmee ze vroeger nooit enige moeite hadden. Ook verenigden zij zich in het verzet, de groepsidentiteit van deze kinderen werd versterkt. Ze plooiden op zichzelf terug en voelden zich sterk verbonden met elkaar.

Tegelijk zit in de Koppen-reportage ook een hoopvol feit: dat discriminerend gedrag wordt aangeleerd en dus ook kan worden afgeleerd (of niet aangeleerd). Als we een onderwijs en een arbeidsmarkt uitbouwen die ongelijkheid verzwakt in plaats van versterkt en uitsluiting tegengaat, dan worden de geesten van onze kinderen en van de burger ook kleurrijker gevoed. In het onderwijs kunnen we bv. inzetten op een diverser lerarenkorps en ook de studiekeuze uitstellen, zodat jongeren die nog niet op het juiste spoor zitten, tijd hebben om in te pikken. Op de arbeidsmarkt kan je door mysterycalls en streefcijfers discriminatie bestrijden.

Opdeling en uitsluiting is nefast voor de samenleving, we moeten er voortdurend tegen ingaan. Vandaag zegt één op vijf Vlamingen niemand van buitenlandse origine als poetshulp te willen inschakelen en stelt 38 procent geen vertrouwen te hebben in mensen met een migratieachtergrond. En wat zeggen wij als samenleving: ‘u doet maar’. Wij treden te weinig op, we zijn er te weinig mee bezig. Drie op vier dienstenchequebedrijven die schoonmakers uitsturen, gaan in op de discriminerende vraag van een klant – en dit met overheidssubsidies, maar tegelijk krijgen vastgestelde inbreuken zelden of nooit een juridisch staartje. Sinds 2002 leidde geen enkele inbreuk op de anti-discriminatieregels tot een strafrechtelijke vervolging. Geen enkele.

Mensen die gediscrimineerd worden en vooral diegene om hun origine geven het dan ook op: van de negenhonderd pv’s die de Vlaamse inspectiediensten dit jaar binnenkregen, gaan er amper tien over discriminatie.

Dat de mensen de moed in de schoenen zakt, heeft niet alleen met die straffeloosheid te maken. Als je herhaaldelijk scheef wordt bekeken en wordt uitgesloten, dan bescherm je sowieso jezelf. Dan trek je je terug uit overlevingsdrang. Permanente uitsluiting hakt er stevig in. Het leidt tot opgeven, tot kwaadheid en frustratie. Dat zien we ook in de oefening. Bij een minderheid krijgt dat een vertaalslag in afstuderen zonder diploma, in werkloosheid, in criminaliteit.

Strooi met bloemetjes

En aan bijvoorbeeld de moslima die wel dapper doorzet en een functie bekleedt, vragen we haar hoofddoek af te doen. Sommigen denken namelijk – vanuit een vooringenomen perspectief – dat deze dame vooringenomen handelt en niet objectief zou werken (en dat met een hoofddoek af te zetten dit ineens zou veranderen). We fluiten ze terug om haar blauwe ogen.

U mag als lezer vrij reageren hieronder. Ik hoop alleen maar dat uw reactie niemand in bruine en blauwe kampen duwt. We weten nu waartoe dit leidt. In elk van ons zit ook de gave van omarming. Daar hoef ik geen experiment voor af te wachten. Door een voorbeeld uit te dragen voor onze kinderen, zetten we een eerste, cruciale stap. Strooi hieronder gerust met bloemetjes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content