Alexander De Croo (Open VLD): ‘Waarom zou Egbert Lachaert geen Vlaamse Macron kunnen worden?’

Alexander De Croo: 'We moeten het algemeen belang weer sexy maken.' © Franky Verdickt
Ewald Pironet

Vicepremier Alexander De Croo (Open VLD) vindt het tijd om zich uit te spreken over een paar belangrijke onderwerpen die de agenda bepalen: de stand van het land, de moeizame federale regeringsvorming en de toekomst van zijn partij, die later deze maand een nieuwe voorzitter kiest. ‘Natuurlijk komt er een regering.’

Alexander De Croo mag dan lang hebben gezwegen, maar als hij eindelijk instemt met een interview laat hij er geen gras over groeien. Meteen verwijst hij naar de recente Knack-cover met de opengespatte, naar ‘de politiek’ geworpen tomaat. En hij becommentarieert: ‘Niet alleen de wereld, maar vooral ook het vertrouwde straatbeeld verandert enorm snel. Ik heb het niet over vrouwen met een hoofddoek, het favoriete beeld van de populisten. Nee, het lokale postkantoor sluit, in het dorp is geen bankkantoor meer te vinden. Veel alledaagse vormen van houvast verdwijnen, en dat in een veel sneller tempo dan vroeger. Dat zorgt voor een zekere Unheimlichkeit. Mensen vragen zich af: wie controleert dit land en deze wereld nog?’

Ik begrijp nog altijd niet wat de CD&V bezield heeft om vanaf dag één bij elke regeringsmaatregel te zeggen: “Oneerlijk.

Ja, wie is in deze turbulente wereld nog bereid om ons te helpen?

Alexander De Croo: Er zijn twee antwoorden. Extremisten en populisten kiezen ervoor de onrust rond etniciteit en angst nog te versterken. Het klassieke politieke antwoord daarop – zeg maar: de vaste Wetstraat-reflex – is minstens zo schadelijk: ‘We gaan meppen op de populisten.’ Met alle macht gaan we dus de partijen te lijf die claimen dat ze het onbehagen van de burger begrepen hebben en er iets aan willen doen. En daardoor voelt de burger zich nog meer losgelaten. Dat betekent de tomaat op de Knack-cover voor mij: mensen zijn kwaad, niet alleen om wat de populisten vertellen, maar minstens evenveel om hoe de andere partijen daarop reageren.

Dat geldt ook voor de Open VLD?

De Croo: Ja. Als liberale partij bekijken wij de problemen soms te rationeel-economisch. Als een kind bij zijn ouders komt klagen dat het zich niet goed voelt op school, zeggen wij: ‘We hebben je begrepen. Hier heb je 20 euro extra zakgeld.’ We geven zakgeld in plaats van houvast. Wij hebben met fiscale hervormingen en een verlaging van de sociale bijdragen het inkomen van de mensen substantieel verhoogd. Door de taxshift kregen de meeste mensen er op jaarbasis een extra dertiende maand bij. De Nationale Bank noemt dat de hoogste verhoging van de koopkracht in dit land sinds decennia.

En toch kregen de regeringspartijen bij de laatste verkiezingen kletsen.

De Croo: We hebben bijzonder weinig dank gekregen, ja. Omdat de verhoging van de inkomens alleen geen antwoord is op de grote vragen en onzekerheden waarmee veel Vlamingen worstelen. Die Unheimlichkeit is blijkbaar veel moeilijker aan te pakken dan bijvoorbeeld de werkloosheid. Mensen die zelf niet meer naar de bank gaan, begrijpen wel dat er minder bankkantoren zijn. Toch betreuren ze de teloorgang van het sociale weefsel waartoe die kantoren behoorden. En dan vragen ze zich opnieuw af: wie controleert dit land en deze wereld nog? Wie neemt het op voor mij? Het is niet toevallig dat Boris Johnson de recentste ‘brexitverkiezingen’ heeft gewonnen met de slogan: ‘ Take back control‘. Dat sprak de Britten aan.

Mensen zijn boos omdat de politieke klasse er na negen maanden nog altijd niet in geslaagd is om een federale regering te vormen.

De Croo: Het duurt zo lang omdat de regeringsvorming heeft afgehangen van de ‘wie-discussie’: wie wil met wie regeren? We moeten naar een ‘wat-discussie’: wat willen verschillende partijen doen? En van daaruit naar een coalitie zoeken.

Zijn de verschillen tussen rechts en links, tussen Vlaanderen en Wallonië uitgesprokener dan ooit?

De Croo: Uit verkiezingsonderzoek is gebleken dat álle partijen, rechtse en linkse, standpunten innemen die extremer zijn dan die van hun kiezers. Blijkbaar duwen sociale media en allerlei belangengroepen en influencers ons allemaal naar extremere standpunten. Dat leidt mij naar een belangrijkere conclusie: we moeten het algemeen belang weer sexy maken. Mensen begrijpen dat. Ze begrijpen dat we Vlaanderen niet helemaal kunnen volbouwen, of dat we het milieu niet oneindig kunnen vervuilen. En ze zijn bereid maatregelen te steunen die nodig zijn voor het algemeen belang.

Het algemeen belang was de centrale notie in Verhofstadts Derde Burgermanifest uit 1994. Dat was het liberale antwoord op die vroegere periode van Unheimlichkeit, toen Vlaams Belang op Zwarte Zondag, 24 november 1991, een grote overwinning boekte.

De Croo:(knikt) Vandaag zitten we stilaan terug in de jaren negentig. De samenleving wordt opnieuw ontwricht door big business en big lobby, zoals ze vroeger werd ontwricht door big church. Eigenlijk kun je nog verder teruggaan dan de Burgermanifesten: het Manifest van Oxford, de liberale basistekst, werd niet toevallig geschreven in 1947 – dus na een nog veel grotere crisisperiode, de Tweede Wereldoorlog. Opnieuw worden mensen met andere meningen verketterd. Opnieuw ligt het multilateralisme onder vuur. Opnieuw neemt het economisch nationalisme hand over hand toe. In de fond moet het liberalisme dus niet veranderen.

Alexander De Croo: 'Echte liberalen zijn tegen big business. Monopolies maken de vrije markt kapot.'
Alexander De Croo: ‘Echte liberalen zijn tegen big business. Monopolies maken de vrije markt kapot.’© Franky Verdickt

Met alle respect, maar als de liberale boodschap van 1947 nog zo actueel is, waarom overtuigt de liberale partij dan zo weinig kiezers? De Open VLD behaalde vorig jaar amper 13 procent.

De Croo: Dat is een vraag die u ook aan de CD&V en de SP.A kunt stellen.

Maar u bent de vicepremier voor de Open VLD: welke fouten heeft uw partij gemaakt?

De Croo: Misschien heeft men het onbehagen nog gevoed door binnen de regering-Michel zo veel ruzie te maken. Voor een liberale partij was de Zweedse coalitie een reusachtige gemiste kans: we zullen nooit meer een regering krijgen die liberaler samengesteld zal zijn. Mij heeft het gedrag van sommige andere partijen onwaarschijnlijk verbaasd. Ik begrijp nog altijd niet wat de CD&V bezield heeft om vanaf dag één bij elke regeringsmaatregel te zeggen: ‘Oneerlijk.’ Waarom zo uithalen naar bijvoorbeeld een taxshift die focuste op de lage lonen en middellonen? Wij liberalen hadden onze lastenverlaging kunnen claimen, en Kris Peeters (CD&V) had kunnen zwaaien met de sociale correcties die hij had aangebracht. De regering-Michel wás een kibbelkabinet, van bij het begin.

Hoe was de sfeer aan de regeringstafel?

De Croo: Meestal ging het er collegiaal aan toe. Maar op de beslissende momenten lagen de verhoudingen zéér moeilijk. Bovendien versterkte de negatieve externe communicatie nog eens extra wat er binnenskamers was gezegd. Goed, het hoort erbij dat er onder ministers stevig wordt gediscussieerd. Maar in een ploeg moet je op het einde van het debat wel dezelfde boodschap uitdragen. Dat is te weinig gebeurd.

Ook inhoudelijk zijn er zware fouten gemaakt. De regering-Michel heeft ons met het meest desastreuze begrotingstekort in decennia opgezadeld.

De Croo: Op het moment dat de N-VA de regering-Michel liet vallen, in december 2018, bedroeg het tekort 0,8 procent. Na de Marrakesh-crisis (over het Migratiepact van de Verenigde Naties, nvdr) zei ik: ‘Dat zal ons minstens 2 miljard kosten.’ Het is nog véél meer geworden.

In 2014 had de regering beloofd om tegen het einde van de regeerperiode een begroting in evenwicht te hebben. Veel mensen denken: als we dat evenwicht bereikt hebben, zijn we er. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Ook erna moet je inspanningen blijven leveren. Alleen al voor de vergrijzing, bijvoorbeeld, moet elk jaar minstens 2 miljard extra vrijgemaakt worden. Als je een regering hebt, kun je een begroting opstellen en kun je die ook bijsturen. Zonder regering kan dat niet. Tegelijk is er vorig jaar een terugval in de conjunctuur geweest.

Het is dus de schuld van de anderen?

De Croo:(onverstoorbaar) Zonder regering kun je ook niets doen aan moeilijk te verantwoorden privileges van bepaalde groepen. De wijze waarop de grootste Amerikaanse bedrijven winst tot stand brengen, via belastingparadijzen als de Bahama’s, Luxemburg, Zwitserland én Nederland – met zijn ‘stichtingen’ – is totaal onverdedigbaar. Díé internationale constructies moeten we aanpakken, net zoals de grote kartels binnen Europa. België alleen kan dat niet, Europa wel. Ik zeg niet dat dat gemakkelijk is. Op de telecommarkt heb ik, tot nu toe, ook mijn tanden stukgebeten.

In België zijn de telecomprijzen nog altijd te hoog.

De Croo: Om voor meer concurrentie te zorgen, wilden we de markt openstellen voor een vierde mobiele operator. Wel, ik ben omvergevallen van de georganiseerde lobbymachine die de drie bestaande telecomoperatoren (Proximus, Base/Telenet en Orange, nvdr) inzetten. Het verbaasde me ook hoe weinig steun ik voor mijn beleid kreeg, ook in de pers. Telenet en Proximus zijn grote adverteerders: zag daarom niemand er graten in dat alleen de drie huidige operatoren zouden mogen meebieden voor een vierde licentie?

Gaan we de Belgische staat nú hervormen? Dat zou een slecht idee zijn. Alle partijen moeten eerst hun huiswerk maken.

Proximus heeft de Belgische overheid als belangrijkste aandeelhouder, en toch dwarsboomt dat bedrijf de strategie van diezelfde overheid.

De Croo: Daarover heb ik binnen de regering stevig gediscussieerd. Ik herinner me een kernkabinet waarin de vierde licentie werd besproken. Op een bepaald moment las een collega-minister – geen namen – een nota voor. (aarzelt even) Bovenaan stond nog net niet het logo van Telenet. Toen heb ik gezegd: ‘Kijk eens, als ik moet onderhandelen met Telenet, doe ik het liever rechtstreeks met de ceo.’ Waar zijn we anders mee bezig? In hoeverre kunnen particuliere belangen zelfs in een kernkabinet zwaarder doorwegen dan het algemeen belang?

Vandaar dat ik herhaal dat echte liberalen ook tegen big business zijn. Monopolies maken de vrije markt kapot. De consument is daar de dupe van en lokale ondernemers krijgen minder kansen.

De Open VLD staat voor voorzittersverkiezingen. Wie wordt het?

De Croo: Ik vind dat we vier sterke kandidaten hebben. Met Bart Tommelein heb ik zeer goed samengewerkt toen hij federaal staatssecretaris was en later Vlaams minister. Met Els Ampe had ik vaak contact toen ze Brussels fractieleider was. Stefaan Nuytten ken ik ook, want hij stuurt mij voortdurend mails met allerlei ideeën. En Egbert Lachaert en ik zijn ongeveer tegelijk in de politiek gestapt.

U kunt maar voor één kandidaat kiezen.

De Croo: Egbert Lachaert heeft wat de Open VLD nodig heeft. Hij heeft een sterke liberale fond, is doordrongen van de liberale filosofie, en kan die politieke inzichten ook heel breed toepassen in praktische kwesties. Hij kent zijn dossiers en pakt de zaken inhoudelijk aan. What you see is wat you get: dát is Egbert Lachaert. Ik heb hem door de jaren zien groeien. Eerst als Vlaams en daarna als federaal parlementslid, en nu als onze fractieleider in de Kamer. Egbert is een absolute topper. Hij heeft de energie en de aantrekkingskracht om opnieuw mensen naar ons toe te halen.

Kan een stamboekliberaal als Lachaert ook niet-liberale kiezers aantrekken?

De Croo: Dat is de cruciale vraag. Ooit stond onze partij op 23 procent, nu blijft er nog 13 procent over. Wie haalt die kiezers terug? Daar gaat het inderdaad over. Wie het ook wordt, altijd zal hij of zij geconfronteerd worden met de paradox van verkiezingen: eerst wordt iedereen gedwongen om te kiezen, daarna zijn we verplicht om allemaal samen te werken. Dat is trouwens ook de paradox van de huidige federale regeringsvorming.

Het schijnt dat de nieuwe liberale koers van de Franse president Emmanuel Macron inspirerend werkt in uw partij.

De Croo: Macron heeft een van de grote politieke story’s van de voorbije tien jaar geschreven. Hij heeft een verstard land als Frankrijk opnieuw in beweging gebracht. Hij heeft een antwoord weten te geven op een belangrijke vraag waarmee elk ernstig politicus vandaag kampt: hoe breng je een gematigde boodschap over in een wereld van extremistische schreeuwers, een wereld waarin een quote herleid wordt tot een tweet? Daar hebben weinigen een antwoord op gevonden – maar Macron wel.

Kan Macrons aanpak een voorbeeld zijn voor de Open VLD?

De Croo: Ik geloof niet in het oude verhaal van politieke herverkaveling vanuit de bestaande partijen. Ik vind wel dat een liberale partij ook buiten de lijntjes moet durven te kleuren, om ook bij andere stromingen ideeën op te pikken. Daarvoor moet je wel een voorzitter met een solide liberale basis hebben. Alleen wie stevig op eigen benen staat, kan buiten zijn grenzen gaan. Egbert kan dat, ja. Waarom zou Lachaert geen Vlaamse Macron kunnen worden?

Natuurlijk komt er een regering. Al wordt het er misschien één die zich initieel beperkt tot een akkoord over vijf of zes prioriteiten.

Lachaert lijkt wel een superman.

De Croo: Ach, overdrijven we ook niet? De nieuwe voorzitter moet niet in alles een primus inter pares zijn, maar zal ook ook ruimte moeten geven aan anderen. Zoals Gwendolyn (Rutten, huidig Open VLD-voorzitter, nvdr) en ik jarenlang schouder aan schouder hebben gestaan.

Tot ze zich tijdens de campagne als de nieuwe federale nummer één presenteerde?

De Croo: Ivan De Vadder heeft toen gezegd dat ik erbij stond alsof ik een acute aanval van diarree had. Dat vond ik niet fair, want dat was niet zo.

In elk geval zijn velen van toen af aan gaan denken: Rutten rijdt voor zichzelf.

De Croo:(denkt na) Goh… Ik weet niet welk punt Gwendolyn precies wilde maken. Het was wellicht eerder ‘Het is tijd voor een vrouwelijke premier’ dan ‘Het is tijd voor een vrouwelijke premier en ík moet dat zijn’. Ik ben in elk geval blij dat Sophie Wilmès (MR) eindelijk door dat glazen plafond is gebroken.

Ook Ruttens enthousiasme over de informateursnota van Paul Magnette (PS) stuitte op veel onbegrip: die nota stond haaks op het Vlaamse regeerakkoord, dat de Open VLD had ondertekend.

De Croo: Ik kan me wel indenken dat veel mensen toen hebben gedacht: ‘Welke richting gaat de Open VLD nu uit?’ Zeker omdat de nota-Magnette onduidelijk bleef over de vraag hoe je die plannen budgettair rond zou krijgen.

Welke communautaire koers volgt de Open VLD? Egbert Lachaert wil dat de regio’s de volledige verantwoordelijkheid krijgen over inkomsten en uitgaven. Dat is een confederalistische insteek. U bepleit het tegenovergestelde: een herfederalisering van bevoegdheden.

De Croo: Lachaert zegt wel iets wat je tot nu toe nergens hoort. Hij is voor meer fiscale autonomie, maar – en dat is essentieel – tegelijk pleit hij voor een hiërarchie die nu nog niet bestaat: als de regio’s er niet uit raken, beslist de federale overheid als scheidsrechter. Hij zegt ook in alle duidelijkheid dat gezondheidszorg, justitie en de andere veiligheidsdepartementen, zoals het leger en de federale politie, exclusief federale bevoegdheden blijven.

Mijn vraag is: gaan we de Belgische staat nú hervormen? Met half uitgewerkte plannen? Dat zou een slecht idee zijn. Daarom stel ik voor dat alle partijen eerst hun huiswerk maken. Ten laatste in 2024 zijn er nieuwe verkiezingen. Laten we dan allemaal naar de kiezer gaan met uitgewerkte politieke programma’s over het functioneren van België. En dan kan die kiezer oordelen.

Hoe kan dit land volgens u efficiënt functioneren?

De Croo: Zeker niet via de emotioneel-ideologische eenrichtingsstraat die sommigen bewandelen: de splitsing van het land. We zouden wel sneller moeten kunnen beslissen. Onze staat is opgebouwd uit wantrouwen tussen Vlamingen en Walen, katholieken en vrijzinnigen, werkgevers en werknemers. Daarom is ze historisch zo gebouwd dat je vooral niet snel kunt beslissen. In de wereld van vandaag is dat een onwaarschijnlijk nadeel. Een klein land moet snel zijn. Is dat oude wantrouwen nog wel relevant? Ik vind van niet. Dat is de essentie.

Dus terug naar het unitaire België, zoals MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez wil?

De Croo: Georges-Louis is een verfrissing voor de Belgische politiek, maar ik ben het niet eens met zijn terugkeer naar het unitaire Belgique à papa. Dat soort nostalgie slaat nergens op. Moeten we een aantal zaken extra regionaliseren? Misschien wel. Misschien moeten we zelfs sommige zaken nóg lokaler organiseren. Even zeker is dat we een aantal belangrijke bevoegdheden opnieuw moeten federaliseren.

De politicus die niets wil veranderen aan de werking van onze democratie, heeft oogkleppen op.

Maar er moet ook iets met ons kiessysteem gebeuren. De politicus die niets wil veranderen aan de werking van onze democratie, heeft oogkleppen op. Alleen de Waals-Brabantse kiezers hebben Charles Michel (MR) op zijn premierschap mogen afrekenen. Dat is niet goed voor de democratie en moet dus veranderen. Bij voorkeur door een grote, federale kieskring in te voeren. Dat lukt pas als je tegelijk, zoals CD&V-voorzitter Joachim Coens voorstelt, terugkeert naar kleinere arrondissementele kieskringen. Zo zullen de politici opnieuw verplicht zijn meer direct contact met hun kiezers te zoeken.

Wat denkt u van het voorstel van CD&V-topper Koen Geens om voor de hervorming te vertrekken van artikel 35 van de Grondwet: de deelstaten beslissen wat ze nog samen willen doen op federaal niveau, de rest doen ze zelf.

De Croo: Egbert denkt daar ook zo over, maar ik ben er geen fan van. Waarom zouden we in ons microscopisch klein landje de zaken nog verder uit elkaar halen, op een moment dat de grote mondiale uitdagingen – klimaatopwarming, asiel en migratie, extremisme en criminaliteit… – alleen op te lossen vallen door meer internationale samenwerking. Natuurlijk, in België maak je iets communautair als je het communautair wílt maken. Dat is wat sommigen nu ook proberen te doen tijdens de regeringsformatie.

Nu al komt meer dan de helft van onze wetgeving van Europa. We kunnen ons beter bezighouden met de vraag hoe we Europees zwaarder kunnen wegen in plaats van alles verder op te splitsen, waardoor we daar aan invloed inboeten. Nu al neemt België in sommige dossiers geen standpunt meer in.

Moet er in de toekomstige federale regering een Vlaamse meerderheid zijn?

De Croo: De voorbij twee regeringen hadden ook niet in elke regio een meerderheid. Was dat een probleem? Ja, Vlaanderen heeft meer inwoners en doet het economisch beter dan andere landsdelen. Maar moet de Vlaamse regering dan een Antwerpse meerderheid hebben omdat Antwerpen de economische motor is van Vlaanderen? En misschien moet de vraag ook eens aan de N-VA worden gesteld: vinden jullie dat de Zweedse coalitie onrechtvaardig is geweest voor de Walen omdat ze geen Waalse meerderheid had? Ik denk niet dat het antwoord ja zal zijn.

Komt er eigenlijk een regering of mogen we toch nieuwe verkiezingen verwachten?

De Croo: Natuurlijk komt er een regering. Al wordt het er misschien één die zich initieel beperkt tot een akkoord over vijf of zes prioriteiten. Dat is iets anders dan een ‘noodregering’ zonder echte meerderheid, die alleen maar geacht zou worden een begroting door het parlement te krijgen. Dat zou toch niet lukken, want geen enkele fractie zou in die constellatie ‘onpopulaire’ maatregelen durven goed te keuren.

Of komt er een expertenregering?

De Croo(ironisch) Prima idee, want wij politici zijn per definitie een bende nullen die er niets van kennen. Zeker, de expertenregering die onlangs Oostenrijk bestuurde, was behoorlijk populair. Maar dat kwam niet omdat het een regering van experten was, wel omdat zij onderling geen ruzie maakten.

Trouwens, ik kan het iedereen aanraden om eens te kijken hoe het er in het buitenland aan toegaat. Dat helpt om de dingen te relativeren. De voorbije jaren ben ik als minister van Ontwikkelingssamenwerking vaak in Centraal-Afrika geweest. Ik zorgde er dan altijd voor dat ik ’s vrijdags terug in België was voor de ministerraad. En als dan ’s morgens in de Wetstraat een journalist een microfoon onder mijn neus duwde en me vroeg om te reageren op weer een scheet die iemand had gelaten, dacht ik weleens: beseffen jullie wel hoe klein onze problemen eigenlijk zijn? Zijn ze écht politieke crisissen waard?

Alexander De Croo

– 3 november 1975: geboren in Vilvoorde

Studie handelsingenieur (Solvay Business School, VUB, 1998), MBA aan de Kellogg School of Management, Northwestern University, Illinois (2002-2004)

– 1999-2006: werkt bij The Boston Consulting Group

– 2006-2009: oprichter en bedrijfsleider van Darts-IP

– 2009-2012: voorzitter van de Open VLD

– 2012-2014: vicepremier en minister van Pensioenen (regering-Di Rupo)

– 2014-2018: vicepremier, minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecom en Post (regering-Michel)

– Sinds 2018: vicepremier, minister van Financiën en Ontwikkelingssamenwerking (regering-Michel en regering-Wilmès)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content