Advocaat Walter Van Steenbrugge: ‘De geestelijken kozen hun prooien zorgvuldig uit’

Walter Van Steenbrugge © Jonas Lampens

Meester Walter Van Steenbrugge weet het nogal zeker: in het dossier over seksueel misbruik binnen de kerk is het meest perverse nog altijd ongezegd. Met zijn kantoor kreeg hij zopas gehoor bij het Europees Hof in Straatsburg. ‘Het wordt een uitputtingsslag, maar we gaan tot het uiterste.’

Met een groepsvordering of class-action aan het adres van de Belgische bisschoppen en (vooral) de Heilige Stoel in Rome haalden Walter Van Steenbrugge en co. zes jaar geleden de voorpagina’s van kranten in binnen- en buitenland. Tientallen slachtoffers van seksueel misbruik die hun pijlen rechtstreeks op het Vaticaan richtten: dat was ongezien.

Maar komt het ooit tot een echte juridische confrontatie? Van Steenbrugge heeft er, meer dan ooit, een goed oog in. ‘Vrijdag hadden we met ons kantoor een teambuilding’, vertelt de advocaat. ‘We hebben geluncht in de schaduw van de IJzertoren in Diksmuide. Tijdens de lunch heb ik aan onze medewerkers verteld dat ook wij naar de oorlog trekken. Een gerechtvaardigde oorlog, welteverstaan.’

Van Steenbrugge kon zijn troepen tijdens die sessie meteen ook moed inspreken. Hij had belangrijk nieuws meegebracht. Nadat de groepsvordering was afgewezen door de rechtbank van eerste aanleg, het hof van beroep en het Hof van Cassatie, stapte hij vorig jaar naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Dat liet zopas weten dat de klacht van de slachtoffers ‘niet onontvankelijk’ is. ‘Dat is een eerste belangrijke stap in de goede richting’, zegt Van Steenbrugge. ‘Verreweg de meeste klachten raken niet voorbij die eerste selectie.’

We zullen stukken tonen die bewijzen dat geestelijken gedwongen werden om te zwijgen op straffe van excommunicatie

Wat betekent die uitspraak concreet?

Van Steenbrugge: In Straatsburg start nu een procedure ten gronde waarin de Belgische rechtspraak over de class-action tegen het licht wordt gehouden van de fundamentele rechten van de mens. De slachtoffers van seksueel misbruik kregen in België nooit toegang tot een rechter. De Belgische rechters vonden dat een groepsvordering procedureel niet toelaatbaar was, en kende daarnaast ook immuniteit toe aan het Vaticaan. Volgens mij is dat een duidelijke inbreuk op artikel 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat bepaalt dat je áltijd bij een rechter terecht moet kunnen als je subjectieve rechten geschonden zijn. Ik zie weinig redenen waarom het Europees Hof ons daarin niet zou volgen. De immuniteit van het Vaticaan gaat alleen op voor staatsrechtelijke beslissingen, maar het Vaticaan is ook de bestuurder van de rooms-katholieke kerk. In die hoedanigheid kan het natuurlijk wel aangesproken worden en valt zijn immuniteit weg. Als Straatsburg die redenering volgt, kan – eindelijk en voor het eerst – de beoordeling van de aansprakelijkheid van het Vaticaan en de bisschoppen beginnen. Wij zullen het Hof er dan van proberen te overtuigen dat de kerk in Vlaanderen, op verzoek van Rome, altijd de andere kant heeft uitgekeken. We zullen stukken tonen die bewijzen dat geestelijken gedwongen werden om te zwijgen op straffe van excommunicatie, en dat er misbruik is gemaakt van het morele gezag, met aantoonbare schade tot gevolg.

Hebt u enig idee wanneer er een uitspraak zal volgen?

Van Steenbrugge: Uit ervaring weet ik dat zulke procedures soms jaren aanslepen. Het kan dus nog wel even duren, maar dat wist ik al langer dan vandaag en heb ik ook altijd tegen onze cliënten gezegd. Wij vechten met ongelijke wapens. De kerk beschikt over fortuinen én geniet steun binnen het federaal parket. Dat maakt dit proces zo moeilijk. Om het met een koersmetafoor te zeggen: wij zijn een klein ploegje, genre Wanty; zij zijn het steenrijke Team Sky (de ploeg van meervoudig Tourwinnaar Chris Froome, nvdr.). Dat is een ongelijke strijd, die nog bemoeilijkt wordt doordat het steenrijke team bevoorrecht wordt door de koersdirectie. Het wordt een uitputtingsslag, maar wij zijn met het kantoor bereid om tot het uiterste te gaan. In het korte leven dat ook ik maar heb, zou het een laffe daad zijn om al voor de eindmeet in de bezemwagen te kruipen.

De Brugse bisschop Roger Vangheluwe wordt dit jaar 82. De kans dat hij ooit een straf zal uitzitten, lijkt niet bijzonder groot.

Van Steenbrugge: Onderschat hem niet. Hij is nog buitengewoon kwiek. Ik acht hem nog in staat om de Tourmalet op te rijden.

Zijn ook uw cliënten nog bereid om tot het uiterste te gaan?

Walter Van Steenbrugge: 'Onderschat Vangheluwe niet. Hij is nog buitengewoon kwiek. Ik acht hem in staat om de Tourmalet op te rijden.'
Walter Van Steenbrugge: ‘Onderschat Vangheluwe niet. Hij is nog buitengewoon kwiek. Ik acht hem in staat om de Tourmalet op te rijden.’© Jonas Lampens

Van Steenbrugge: Meer dan ooit. Als advocaat verdedig ik al sinds de jaren negentig slachtoffers van seksueel misbruik. Toen waren die mensen als vogeltjes wier vleugeltjes waren afgebroken. Ze hadden de kracht niet om hun zaak voor de rechtbank te brengen. Dat is veranderd in 2010, door het getuigenis van mijn cliënt Marc Vangheluwe in het kader van de Danneels-tapes. Die zaak heeft de slachtoffers hun vleugels teruggegeven. Sterker nog: de vogeltjes zonder vleugels werden arenden. Slachtoffers beseften dat wat hen was overkomen op bijzonder grote schaal was gebeurd. Ze waren met velen, en dat maakte hen sterker. Na vele jaren, soms zelfs pas na decennia, vonden ze eindelijk de kracht om met hun verhaal naar buiten te komen.

Daar komt nog bij dat veel slachtoffers sowieso tijd nodig hadden om de echte ampleur van wat hen is overkomen onder ogen te kunnen zien. Zo kregen we hier een echtpaar over de vloer dat al vijftig jaar getrouwd was, maar toch had de ene partner de andere nog nooit verteld dat hij in zijn jeugd was misbruikt. Het is ongelooflijk hoeveel slachtoffers zijn opgestaan sinds de zaak-Vangheluwe begon. Waarnemers zoals kerkjurist Rik Torfs zeiden aanvankelijk dat onze juridische procedures contraproductief waren, en dat we de slachtoffers daarmee nog meer in de vernieling zouden rijden. Maar wie dat beweert, onderschat hen. Wij waren niet degenen die aan de touwtjes van de procedures trokken. Dat waren de slachtoffers zelf.

Een van die slachtoffers, Carine Van Speybroeck, lanceerde vorige week in Knack een petitie om de verjaringstermijn voor deze delicten af te schaffen.

Van Steenbrugge: Daar sta ik uiteraard achter. Al in de jaren negentig ben ik samen met priester Rik Devillé naar het kabinet van toenmalig minister van Justitie Marc Verwilghen (Open VLD) gestapt om te praten over het schrappen van de verjaringstermijn.

Is het niet gevaarlijk om te tornen aan een belangrijk juridisch principe als verjaring?

Van Steenbrugge: Waarom bestaan verjaringstermijnen? Om de rust in de samenleving te laten terugkeren, en uiteraard ook omdat het na verloop van tijd heel moeilijk wordt om de feiten nog te bewijzen. Door de bank genomen, is het dus goed om zo’n termijn vast te leggen. Maar dat geldt volgens mij niet voor seksueel misbruik van minderjarigen. Seksueel misbruik van kinderen is het enige misdrijf in het strafwetboek waarbij slachtoffers soms pas vele jaren later echt beseffen wat er met hen is gebeurd. Dan is het toch niet fair dat ze geen stappen meer kunnen zetten? Zeker niet omdat de schade vaak het grootst is bij slachtoffers die er vele jaren over doen om de volle draagwijdte van de feiten onder ogen te zien. Seksueel misbruik verwoest levens. Slachtoffers vragen zich soms af of ze dood niet beter af zouden zijn, sommigen plegen ook werkelijk zelfmoord. Als er dus één misdrijf is waarvoor de verjaringstermijn mag worden geschrapt, is het wel seksueel misbruik van minderjarigen.

Nog niet zo lang geleden werd de verjaringstermijn opgetrokken van tien jaar naar vijftien jaar, een periode die bovendien pas ingaat als het slachtoffer achttien wordt. Is dat dan een maat voor niets geweest?

Van Steenbrugge: Nee, maar het is niet voldoende. Vergeet ook niet dat veel feiten net zijn verjaard doordat de kerk zo lang de andere kant heeft opgekeken. Veel slachtoffers hebben het misbruik destijds wel degelijk aan de kerkelijke autoriteiten gemeld, maar zoals gezegd: gesteund door de consignes van het Vaticaan deed men er niets mee en werd ook het gerecht niet ingelicht. In plaats van tussenbeide te komen, verplaatste men de priesters gewoonweg van parochie, waarna ze nog eens hun gang konden gaan. Volgens psychiaters en psychologen heeft die houding haast evenveel schade aangericht als het misbruik zelf.

Wij vechten met ongelijke wapens. De kerk beschikt over fortuinen én geniet steun binnen het federale parket

Ook de slachtoffers van wie de feiten nog niet zijn verjaard, lijken nu bot te vangen.

Van Steenbrugge: Iedereen doet alsof alle procedures over seksueel misbruik in de kerk al achter ons liggen, maar niets is minder waar. Nogmaals: de echte strijd moet nog beginnen. Het federale parket heeft er natuurlijk wel alles aan gedaan om de zaak geen verder gevolg te laten kennen. Bij Operatie Kelk, waarbij in Mechelen onder meer in het bisschoppelijk paleis en de woning van kardinaal Godfried Danneels huiszoekingen werden uitgevoerd, nam het federaal parket het standpunt in dat er een algehele buitenvervolgingstelling moest komen. Het zou niet om misdrijven gaan, of hoogstens om verjaarde misdrijven. Maar toen wij dat strafdossier eindelijk mochten inzien, en al die duizenden pagina’s doornamen, wisten we niet wat we zagen. Op de computers die bij de huiszoekingen in beslag zijn genomen, werd massaal kinderporno gevonden. Maar het federaal parket houdt vol dat het alleen volwassenenporno is.

U bent heel zeker dat er minderjarigen op die beelden te zien zijn?

Van Steenbrugge: Natuurlijk. Iedereen kan toch het verschil zien tussen kleine kinderen en een meerderjarige? Alleen bij het parket zijn ze daar blijkbaar niet toe in staat. Als ze in al die walgelijke prenten al geen kinderporno herkennen, dan mogen ze in dit land niemand meer veroordelen voor het bezit van kinderporno.

U verdenkt het federaal parket van selectieve blindheid?

Van Steenbrugge: Ik kan alleen concluderen dat het parket blijkbaar niet wíl dat de zaak voorkomt. Dat verwondert me ook niet. In de zomer van 2010, hooguit zes weken na de huiszoekingen in het kader van Operatie Kelk, heeft het parket samen met oversten van de kerk een demarche gedaan bij de kamer van inbeschuldigingstelling om ervoor te zorgen dat de in beslag genomen stukken om procedurele redenen werden vernietigd. In volle zomer en na amper zes weken! Ze hadden niet eens de kans gehad om alle stukken te bekijken. En ik, die toen al burgerlijke partij was, moest in de krant lezen dat daarover een zitting zou plaatsvinden, zonder dat mijn cliënten of ikzelf werden opgeroepen. Op dat moment begreep ik al dat er iets grondig fout zat.

Wil dat zeggen dat al die documenten nu voor eeuwig en altijd verloren zijn?

Van Steenbrugge: Niet noodzakelijk. Of beter: niet voor nieuwe partijen in deze zaak.

Waarom zou het federaal parket zo veel moeite doen om de kerk uit de wind te zetten?

Van Steenbrugge: Dat moet je hen vragen. Misschien hebben sommigen hun benoemingen te danken aan de kerk en de katholieke partij?

Melden er zich nu nog nieuwe slachtoffers?

Van Steenbrugge: Af en toe.

Volgens de advocaten van de kerk zijn degenen die nu pas naar voren komen alleen maar opportunisten. Hoe gaat u na of hun verhalen authentiek zijn?

Van Steenbrugge: Ik beweer niet dat we de wijsheid in pacht hebben, maar onze selectie is wel streng en grondig. We weigeren weleens iemand omdat we denken dat zijn of haar verhaal niet klopt, maar dat is heel uitzonderlijk.

Walter Van Steenbrugge: 'Ik werd gevolgd en gefotografeerd, kreeg dreigtelefoons. Ze reden zelfs mijn oprit op.'
Walter Van Steenbrugge: ‘Ik werd gevolgd en gefotografeerd, kreeg dreigtelefoons. Ze reden zelfs mijn oprit op.’© Jonas Lampens

Wie beslist daarover?

Van Steenbrugge: Mijn vennoot Christine Mussche, die al zo’n 35 jaar ervaring heeft met slachtoffers van seksueel misbruik, doet de intakegesprekken. Makkelijk is dat niet. Zeker degenen die nu pas met hun verhaal naar buiten komen, kunnen er soms heel moeilijk over praten. Zo was er een dame die jarenlang, van haar achtste tot haar zeventiende, gruwelijk werd misbruikt door een priester op wie ze stapelgek was. Nooit heeft ze daarna nog seksueel contact gehad. Ook niet met haar echtgenoot. Toen ze bij ons aanklopte, was ze al rond de zestig. Al die jaren had ze met dat geheim rondgelopen.

Ziet u overeenkomsten tussen al die slachtoffers?

Van Steenbrugge: De geestelijken zochten hun prooien zorgvuldig uit. Haast allemaal waren de slachtoffers vroeger mooie meisjes of jongens die geïsoleerd waren van hun familie en amper een sociaal vangnet hadden. Zoals een slachtoffer van bisschop Vangheluwe dat ik ooit in de gevangenis ging bezoeken: hij leek wel een fotomodel. De man was een goede student geweest en had een mooi leven kunnen hebben, maar door het misbruik was het compleet fout gelopen. Op zijn dertigste was hij al wel 25 keer veroordeeld voor agressiedelicten.

Heeft het die slachtoffers op de een of andere manier geholpen dat de kerk niet langer alle schuld ontkent?

Van Steenbrugge: De verantwoordelijken van de kerk hebben inderdaad toegegeven dat ze fouten hebben gemaakt, de andere kant hebben opgekeken en zaken in de doofpot hebben gestopt. Ze zijn zelfs zover gegaan om dat neer te schrijven in een pastorale brief. Allemaal heel mooie woorden, natuurlijk. Maar zodra ze voor een rechtbank moeten verschijnen, komen ze aanzetten met een leger advocaten en zetten ze alle mogelijke middelen in om de consequenties te ontlopen. De hypocrisie ten top. Zeker van een instituut dat mensen eeuwenlang heeft voorgeschreven hoe ze moeten leven.

Veel slachtoffers zijn ondertussen toch vergoed door het Centrum voor Arbitrage inzake Seksueel Misbruik binnen de Kerk?

Van Steenbrugge: Ja, maar daar kun je alleen terecht als je zaak verjaard is of de dader is overleden. Dan kun je daar een doekje voor het bloeden krijgen: een vergoeding van maximaal 25.000 euro.

Slachtoffer Carine Van Speybroeck zei in Knack dat die vergoeding als zwijggeld aanvoelt.

Van Steenbrugge: Dat begrijp ik. (denkt na) Hier in het kantoor hebben wij een zeventigtal slachtoffers begeleid die naar het arbitragecentrum zijn gestapt. Ik ben maar een paar keer meegegaan, want ik kon het niet aanzien. Zo onecht allemaal! Disgusting. Een medewerker, die meer de neiging heeft om in elke mens het goede te zien, heeft het al snel van me overgenomen. Blijkbaar zijn de slachtoffers meestal wel heel blij dat ze eindelijk eens gehoord worden. Heel beleefd waren ze, hoofs bijna. En de aalmoes die ze uiteindelijk kregen, was toch meer dan wat slachtoffers van feiten die nog niet zijn verjaard tot nu toe hebben kunnen krijgen. Ik vind dat schandelijk. Velen onder hen hebben bijvoorbeeld baat bij jarenlange therapie, maar kunnen zich dat niet veroorloven. Terwijl de kerk op fortuinen zit.

Op de computers die bij de Operatie Kelk in beslag zijn genomen, werd massaal kinderporno gevonden

Mogen de slachtoffers die van het Centrum voor Arbitrage een vergoeding kregen nog verder procederen tegen de kerk?

Van Steenbrugge: Er is geprobeerd om met hen zo’n deal te sluiten, maar dat hebben we kunnen tegenhouden. De schade van het seksueel misbruik die ze hebben opgelopen, is immers een andere schade dan de secundaire schade die voortvloeit uit het jarenlang negeren van de klachten, waardoor ze verstoken blijven van daadwerkelijke hulp.

Waarom blijft de kerk dwarsliggen? Veel hebben ze daar toch niet meer te verliezen?

Van Steenbrugge: Een vonnis in haar nadeel zou de autoriteit van de kerk nog altijd enorm schaden. En er is natuurlijk nog iets anders. (wrijft met de duim over de wijsvinger) De meerderheid van de slachtoffers heeft geen akkoord gesloten met het Centrum voor Arbitrage, en is dus nog altijd niet vergoed. En de vergoedingen waarop ze aanspraak kunnen maken zijn, gezien de omvang van de schade, bijzonder groot. Ik merk trouwens op dat in andere landen de kerkelijke overheid aanvaardbare bedragen heeft gestort aan alle slachtoffers van seksueel misbruik binnen de kerk.

Is alles wat er te weten valt over seksueel misbruik in de kerk ondertussen aan de oppervlakte gekomen?

Van Steenbrugge: Volgens mij niet.

Er doen hardnekkige geruchten de ronde dat er video-opnames zijn gemaakt van misbruik door leden van de kerk. Kunt u dat bevestigen?

Van Steenbrugge: Die video’s bestaan. Maar meer wil ik daar op dit moment niet over zeggen.

Een van de slachtoffers zou beschikken over informatie die van goudwaarde kan zijn voor uw zaak.

Van Steenbrugge: Het slachtoffer in kwestie geeft de beelden niet vrij uit angst voor de psychologische gevolgen die het materiaal op andere slachtoffers kan hebben. Ik begrijp dat, maar daartegenover staat het voordeel dat de daders – hooggeplaatste geestelijken, maar er staan óók niet-geestelijken op – alsnog gestraft kunnen worden. Ik denk dat de slachtoffers er vooral baat bij hebben dat recht geschiedt. Alles moet naar boven komen. Zodat de uiteindelijke beoordelaars van de schade de gruwel in al zijn onderdelen kunnen kennen. De hypocrisie moet ophouden.

Waarom zouden geestelijken opnames van kindermisbruik maken en bewaren?

Van Steenbrugge: Ik kan alleen vermoeden dat het deel uitmaakt van hun perversiteit. Maar dat zou u beter aan een psychiater vragen.

Sommige slachtoffers beweren dat leden van de kerk hen bedreigd hebben toen ze met hun verhaal naar buiten wilden komen. Gelooft u dat?

Van Steenbrugge: Zeker. Mij is in de loop der jaren ook het een en ander overkomen. Ik werd bijvoorbeeld gevolgd en gefotografeerd toen ik met een slachtoffer had afgesproken in een Gents restaurant. Ik heb dreigtelefoons gekregen. Ze reden zelfs de oprit van mijn huis op.

Nog een slotvraag. De thematiek van seksueel misbruik is opnieuw actueel vanwege schandalen in het judo. Nogmaals werd duidelijk dat de kerk geen monopolie heeft op perversiteit.

Van Steenbrugge: Inderdaad, seksueel misbruik gaat vaak over misbruik van machtsposities. Het verschil is dat de kerk als maatschappelijk instituut ertoe heeft bijgedragen dat het misbruik door de geestelijken kon blijven duren. Het gevolg is dat het misbruik binnen de kerk een ongeziene grootschaligheid kent. Bovendien heeft de kerk een groot moreel gezag, dat ze consequent en gedurende decennia heeft misbruikt. Anders dan de judobond is de kerk ook een haast onaantastbaar machtsbastion, dat duidelijk beschermd wordt door andere machtsbastions. Dat maakt het misbruik binnen de kerk nóg perverser.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content