Roger Blanpain

Advocaat-generaal Europees Hof vernietigt Vlaams taaldecreet

Roger Blanpain Professor emeritus Arbeidsrecht aan de Katholieke Universiteit Leuven.

De bescherming van het Nederlands in onze onderneming gaat meteen onderuit als het taalgebruik in de onderneming totaal vrij wordt. De deur voor de verfransing en verengelsing van onze arbeidsverhoudingen staan dan wagewijd open.

Het taaldecreet van 19 juli 1973 beoogde de vernederlandsing van ons bedrijfsleven, een fundamentele eis van de Vlaamse Beweging, destijds gesteund door o.m. de Landelijke Bedienden Centrale, professor Robert Vandeputte en Herman Deleeck. Het decreet bepaalt dat de documenten bestemd voor het personeel, zoals arbeidsovereenkomsten, ontslagbrief e.a. in het Nederlands dienen te worden gesteld. Vertalingen zijn vanzelfsprekend mogelijk.

Een onderneming, gevestigd in Antwerpen, hanteerde arbeidsovereenkomsten evenwel in het Engels. Die arbeidsovereenkomsten waren dus juridisch nietig. De Arbeidsrechtbank van Antwerpen wenste, op aanvraag van de advocaat van de werkgever, van het Europees Hof van Justitie te vernemen of het Vlaams taaldecreet geen inbreuk maakt op het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie, wanneer een werknemer voor een internationale baan in dienst wordt genomen. Schrikt die taalvereiste werkgevers en werknemers uit andere EU landen niet af?

Volgens de advocaat-generaal is het antwoord positief: “het vrije verkeer van werknemers wordt geschonden wanneer alle documenten in een internationale arbeidsverhouding moeten worden opgesteld in de taal van het taalgebied” In de bijzondere context van een internationale arbeidsovereenkomst vormt een dergelijke taalverplichting een belemmering van het vrije verkeer van werknemers die niet wordt gerechtvaardigd door de bescherming van de werknemers, door de doeltreffendheid van de administratieve controles en het rechterlijke toezicht of door een beleid ter bescherming van een taal.

De advocaat-generaal is verder van oordeel dat ook vreemde werkgevers geneigd zullen zijn werknemers in dienst te nemen, die Nederlands begrijpen. Het verplichte gebruik van het Nederlands leidt tot administratieve complicaties en extra werkingskosten.

De Vlaamse argumenten worden van de tafel geveegd.

De bescherming van de Vlaamse werknemers om in eigen taal behandeld te worden is geen afdoend argument. Controle van de documenten door de sociale inspectie of door de rechters, die die taal verstaan evenmin: men moet maar vertalen. Ook de bescherming van de officiële taal – die nochtans hoog in het vaandel gedragen wordt in het Verdrag van de EU – komt niet in aanmerking. De taal moet er een zijn, die de vreemde werknemer gemakkelijk begrijpt “zodat hij op basis van volledige informatie en zonder wilsgebreken zijn toestemming kan geven”.

Volgens de advocaat-generaal “zou een vertaling in het Nederlands van de voornaamste in een andere taal opgestelde arbeidsdocumenten kunnen volstaan om de voormelde drie doelstellingen te bereiken”. Ook de sancties – nietigheid van de documenten – zijn te zwaar. Lichtere sancties moeten mogelijk zijn.

Dat de nietige documenten geen schade kunnen berokkenen aan de werknemer of aan derden overtuigde de advocaat-generaal blijkbaar niet.

De opinie van de advocaat-generaal is maar een advies. Het Europese Hof moet nog beslissen. Het arrest van het Europees Hof wordt einde van het jaar verwacht. Duidelijk dient gesteld dat de advocaat-generaal de bal totaal misslaat.

Vooreerst, stelt onze sociale inspectie dat het taaldecreet door de ondernemingen passend wordt nageleefd. De documenten worden netjes in het Nederlands opgesteld. Dit belet evenwel niet dat het vrij verkeer van werknemers en werkgevers in Vlaanderen welig bloeit. Het vrij verkeer wordt niet belemmerd. Integendeel.

De kosten blijven dezelfde wanneer een arbeidsovereenkomst, die in het Chinees wordt opgesteld, vertaald moet worden. Dit argument kan dus ook niet spelen. Mocht het Europees Hof de advocaat-generaal volgen komen niet alleen het Nederlands taaldecreet, maar ook de nationale wetgeving voor Brussel-Hoofdstad en het Franstalige taaldecreet van 1982, de wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten…. in het gedrang.

Dan wordt het taalgebruik in de onderneming totaal vrij, zowel voor de individuele als de collectieve verhoudingen (vergaderingen van ondernemingsraad…). Hier zullen de machtsverhoudingen volledig spelen. De taal van de werkgever wordt de regel.

De bescherming van het Nederlands in onze onderneming gaat er meteen onderuit. De deur voor de verfransing en verengelsing van onze arbeidsverhoudingen staan wagewijd open. Voertaal Frans, Engels, en wellicht morgen Chinees… Vaarwel aan de culturele diversiteit in Europa. Wij rekenen op de wijsheid van het Europees Hof.

Roger Blanpain Hoogleraar Arbeidsrecht

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content