
5G-veiling zal meer opbrengen dan verwacht
Telecomoperatoren zullen aanzienlijk meer moeten betalen om 5G, het supersnelle mobiel internet, in ons land te mogen uitrollen. De waarde van de belangrijkste radioband voor 5G, de 3,5 GHz-band, is tussen 2017 en 2019 bijna verviervoudigd. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerde studie van het BIPT daarover.
Die studie deblokkeert mogelijk ook de patstelling rond de veiling tussen de federale overheid en de deelstaten. De kansen dat de deelstaten een groter deel van de koek krijgen, slinken.
Via die 3,5 GHz-band kan je snel mobiel surfen. De minimumprijs van de band bedraagt nu 177 miljoen euro. Bij de vorige schatting in 2017 was dat 46 miljoen euro. Het totaalbedrag van de hele veiling stijgt zo van 680 miljoen naar 800 miljoen euro.
Maar in ons land zit de veiling van de band dus geblokkeerd. De federale overheid en de deelstaten zijn het niet eens over de verdeelsleutel voor de opbrengst van de veiling. De deelstaten claimen een groter deel van de koek, omdat we meer media consumeren over mobiel internet en zij daarvoor bevoegd zijn.
Bij de vorige veiling in 2013 bedroeg de verdeelsleutel van de opbrengsten tussen de federale overheid en de deelstaten nog 80-20. Maar de deelstaten claimden deze keer een groter deel van de dus al grotere koek. De redenering was dat we met zijn allen meer media consumeren via het mobiele internet op onze smartphone. Media is een bevoegdheid van de regio’s, telecom van de federale overheid. Het BIPT moest in een studie die claim nu objectiveren, op vraag van federaal minister van Telecommunicatie Philippe De Backer (Open VLD). Omdat telecomwaakhond en mediaregulatoren verschillende definities van ‘media’ hanteren, bleek dat niet evident.
Het gewicht van media varieert volgens de studie tussen 5 en 28,2 procent. Over het percentage waarop de overheden nu moeten landen, wenst het BIPT zich niet uit te spreken. Maar het lijkt vast te staan dat de deelstaten op weinig meer aanspraak kunnen maken dan die 28,2 procent, tenzij ze de uitkomst betwisten. In federale regeringskringen klinkt het in elk geval dat de deelstaten zelf aandrongen op een objectivering van de discussie. De conclusie die daar nu uitkomt, is de logisch te volgen conclusie, is te horen.