JA

Opgetekend door Jef Van Baelen

‘Eigenlijk is het vreemd dat ik tegen de zomertijd moet argumenteren want vooralsnog heb ik nog nooit één valabel argument vóór die jaarlijkse tijdswijziging gehoord. Bij de invoering van de zomertijd, in 1977, dacht men energie te besparen, het was volop oliecrisis. Ondertussen hebben meerdere onderzoeken aangetoond dat de zomertijd het energieverbruik absoluut niet vermindert. Niet zo onlogisch ook: het totaalverbruik blijft even hoog, want de dag blijft in feite ook even lang.

Waarom men dan toch vasthoudt aan die regeling? Zonder overdrijven: de zomertijd wordt gepusht door een machtige economische lobby. Mensen maken er langere dagen door, waarin ze meer kunnen produceren én consumeren, dat is de enige reden. Maar op lange termijn zijn de gevolgen van dat voor-de-klok-leven rampzalig. Kleine kinderen hebben er het meest last van. Een kind is immers eerlijk, het luistert naar zijn lichaam. Maar in feite lijdt iedereen eronder. En we hebben er misschien wel meer last van dan we zelf toegeven.

Men offert de volksgezondheid op aan de economie. Het bioritme van de samenleving wordt ontwricht om meer te produceren, een extra “voordeel” is dat je door dat verstoorde bioritme nog meer gaat consumeren ook. Daarenboven valt het warmste moment van de dag samen met de piek van de arbeidsactiviteit, wat een verschrikkelijke invloed heeft op de ozonvorming. Onze regering probeert nu met man en macht de Kyoto-norm te halen, terwijl de oplossing voor de hand ligt. Pruts gewoon niet met de tijd.

Mensen vragen wel eens: hoe kun je nu tegen een zomertijd zijn? De naam is natuurlijk slecht gekozen; zo lijkt het bijna alsof ik niet van de zomer hou. Met de zomer heb ik geen problemen, met jaarlijks twee onnodige tijdsveranderingen die dan nog eens flink wat mensen ziek maken, wél.’

NEE

‘Het klopt dat een klein deel van de bevolking enkele dagen een beetje vermoeid is door het verzetten van de klok. Dat is hoogst vervelend voor die mensen, maar hun ongemak ebt gelukkig gauw weg. Die kleine aanpassingsproblemen wegen echter hoegenaamd niet op tegen de enorme sociale en economische weldaden van de zomertijd. Doordat het ’s avonds nog licht is, voelen heel wat mensen zich automatisch een stuk veiliger en sluiten ze zich minder op in hun eigen huis. Kortom, de zomertijd is een wapen tegen het onveiligheidsgevoel. Wie zich veilig voelt, komt sneller buiten en doet bijvoorbeeld wat vaker een terrasje. Voor de horeca – maar heus niet voor onze sector alleen – impliceert de zomertijd een fikse bonus.

De zomertijd is ingevoerd om energie te besparen en dat argument gaat zeker nog steeds op. Als het langer licht is, steek je de verlichting later aan – dat lijkt me logisch. Ik weet niet hoe het in andere sectoren zit, maar in de horeca vormt de energiefactuur algauw twintig á dertig procent van alle kosten. En als ik eens naar de olieprijs kijk, meen ik dat energie in de toekomst zelfs nog een veel grotere hap uit het budget zal nemen. Het is gewoon evident dat je daar probeert te besparen, en de zomertijd helpt daarbij.

Ach, die kritiek op de zomertijd houdt volgens mij maar weinig mensen wakker. De zomertijd verhoogt onmiskenbaar de levenskwaliteit. Je zult altijd een kleine minderheid vinden, die tegen van alles en nog wat is, maar volgens mij zijn veel mensen maar wat blij dat ze na hun werk nog even kunnen genieten van de tuin of van een goed glas op hun favoriete terras. Ik zie geen reden om die mensen dat af te pakken.’

‘Men offert de volksgezondheid op aan de economie.’

‘De zomertijd verhoogt de levenskwaliteit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content