Zogenaamde rechters

BERT BULTINCK

MENSEN BELEDIGEN, het getuigt van slechte manieren, maar je raakt er tegenwoordig wel mee in het Witte Huis. Eerst schoffeer je vrouwen, Mexicanen, wereldleiders, gehandicapte journalisten en politieke tegenstanders. En als je eenmaal in het Witte Huis bent, doe je gewoon voort. De nieuwe Amerikaanse president is een dikke twee weken ver in zijn ambtstermijn, en hij blijft de persoonlijke aanvallen kwistig in het rond strooien. Afgelopen weekend was het de beurt aan James L. Robart. De federale rechter, die in Seattle in de staat Washington zetelt, had het aangedurfd om het beruchte inreisverbod van Donald Trump tijdelijk op te heffen, op vraag van de staat Washington. Hij was er niet van overtuigd dat de ’travel ban’ nodig was om de Verenigde Staten te beschermen tegen ‘individuen’ van de zeven betrokken moslimlanden, zoals de president en zijn veiligheidsbaas van Homeland Security, generaal John Kelly, beweren. Zoals te verwachten was, volgde er na de beslissing van Robart een vloedgolf aan tweets van de president: ‘een verschrikkelijke beslissing’, zo klonk het, en ook het woord ‘belachelijk’ viel een aantal keren. Maar de kwalijkste kwalificatie kwam in hetzelfde bericht: hij noemde Robart een ‘so-called judge’, een zogenaamde rechter.

NU KUN JE veel zeggen van James Robart, maar niet dat hij een linkse activist is, die erop uit zou zijn om de socialistische heilstaat te vestigen in de VS. Robart is een mainstream-Republikein, in 2004 aangesteld door de Republikeinse president George W. Bush, nadat hij in de Senaat 99 stemmen voor en 0 stemmen tegen had gekregen. Verschillende politici prijzen zijn ‘uitzonderlijke competentie’ en zijn moed: hij is niet te beroerd om onpopulaire vonnissen te vellen, en hij is tot in het diepste van zijn wezen overtuigd van de onafhankelijkheid van justitie. Dat is zoals het hoort: rechters moeten in eer en geweten oordelen of een wet nageleefd werd of niet. Politici mogen daar meningen over hebben, maar een beetje rechter legt die meningen vrolijk naast zich neer.

WAT JE al helemaal niet kunt zeggen, is dat een aangestelde rechter een ‘zogenaamde’ rechter is: een rechter is een rechter, punt. Wie een rechter een ‘zogenaamde rechter’ noemt, erkent de scheiding der machten niet. Dat is vreemd in een land met een grondwet die precies dat principe in zijn eerste artikels heeft staan. Het verraadt ook dictatoriale trekjes, voor wie die nog niet in de smiezen had. Het Duitse weekblad Der Spiegel schreef vorige week nog dat het er sterk op lijkt dat hij ‘wieder da’ is – een verwijzing naar Adolf Hitler. Het Amerikaanse parlementslid Adam Schiff ging zover niet, maar suggereerde afgelopen weekend wel aan de president om eens de ‘”so-called” Constitution’ te lezen. Nu de Duitse bondskanselier Angela Merkel hem ook de Conventie van Genève heeft uitgelegd, moet Trumps kennis van de fundamenten van de democratie en de grondrechten er met rasse schreden op vooruitgaan.

WOORDEN zijn nooit onschuldig, ze verraden altijd meer dan gebruikers van die woorden denken. In eigen land hadden we de N-VA-campagne tegen de ‘activistische’ en ‘wereldvreemde’ rechters, wat meteen aangeeft hoeveel respect die partij heeft voor de rechterlijke macht. Maar een ‘wereldvreemde rechter’ is nog niet hetzelfde als een ‘zogenaamde rechter’. De woorden ‘zogezegd’ of ‘zogenaamd’ zijn breekijzers om iemands autoriteit aan te vallen – in Vlaanderen kennen we bijvoorbeeld de frase ‘zogenaamde intellectuelen’, wat zoveel betekent als ‘intellectuelen met wie de spreker het niet eens is’. Dat gebruik van het woord ‘zogenaamd’ doet altijd een beetje denken aan een mislukte bully op de speelplaats. Brutaal, verongelijkt en zelfs een tikje zielig. Alleen is die bullebak nu president.

ALS DE SPEELPLAATS het Witte Huis is geworden, ligt het allemaal toch nog net even anders: de komende dagen, weken en maanden zal de strijd tussen de president en de rechters voortwoeden. Het wordt een test voor de fiere democratie die Amerika is. De stugheid en de traagheid van een democratie – waar politici zo vaak op foeteren, zeker als ze net terug zijn van een reis naar China – zal de beste bescherming tegen autoritaire leiders blijken. Bovenal valt te hopen dat de komende weken geen moslimfundamentalist het in zijn hoofd krijgt om een aanslag te plegen. Zo’n aanslag zou Trump in staat stellen om noodmaatregelen te nemen, die in sommige gevallen de grondwet te boven kunnen gaan. In 2001 gebruikte president Bush zo’n maatregel om eenzijdig alle luchthavens te sluiten na de aanslagen van 11 september. Daar viel iets voor te zeggen, toen. Maar vandaag zou de paniek na een aanslag een verschrikkelijk cadeau zijn voor een machtsgeile president.

BERT BULTINCK is hoofdredacteur van Knack.

Trump doet denken aan een mislukte bully op de speelplaats. Alleen is de bullebak nu president.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content