Met de vertaling van zijn strip ‘Fikser, een verhaal uit Sarajevo’ breekt onderzoeksjournalist Joe Sacco nu ook in ons taalgebied door. Een gesprek over de methodes van de oorlogsverslaggeving, over serieuze journalistiek in prentjes en over Michael Moore.

INFO : Joe Sacco, ‘Fikser, een verhaal uit Sarajevo’, Atlas & Oog&Blik, 108 blz., euro 14,95. De vertaling van ‘Palestine’ (‘Onder Palestijnen’) en ‘Safe Area Gorazde’ (‘Moslim Enclave Gorazde’) is voor de winter aangekondigd bij uitgeverij Xtra.

F ikser, een verhaal uit Sarajevo is Sacco’s derde dikke stripdocumentaire, na Palestine en Safe Area Gorazde. Met zijn boeken vond Joe Sacco de diepgaande stripreportage uit: het zijn stuk voor stuk doorwrochte verslagen uit conflictgebieden, die hij baseert op zijn eigen onderzoek ter plaatse.

Op basis van de gedrevenheid waarmee hij in zijn boeken de waarheid over de conflicten achternajaagt, verwacht je een vastberaden auteur, die zijn wilskracht en doorzettingsvermogen vertaalt in doortastende meningen. In plaats daarvan blijkt Sacco erg bescheiden. In het museumcafé van het Teylers Museum in Haarlem, waar naar aanleiding van de plaatselijke Stripdagen een kleine tentoonstelling aan zijn werk is gewijd, moet je soms moeite doen om zijn zachte stem te verstaan. Zelfs bij provocerende vragen blijft hij nuanceren en zijn best doen geen roekeloze uitspraken te doen. Eén keer maar verraadt zijn intonatie zijn gedrevenheid. In een van zijn vroege korte strips, How I Loved the War, toont Sacco hoe hij tijdens de Golfoorlog aan het CNN-scherm gekluisterd zat omdat hij er niets van wilde missen. Als ik hem vertel dat de meeste mensen uit mijn kennissenkring juist erg weinig naar die uitzendingen keken, verheft hij zijn stem.

It’s important to know! Er gebeurt zo veel in de wereld en een groot deel ervan gebeurt in onze naam. Amerikanen vechten in Irak, zelfs de Nederlanders zijn in Irak. Dus moeten we weten wat er gaande is. ( weer zachtjes) Ik houd er niet van, dat mijn belastinggeld wordt gebruikt voor iets waar ik het helemaal niet mee eens ben. Er is dus een direct verband tussen onszelf en wat zich daar afspeelt. Ik beschouw het als een burgerplicht of zelfs een menselijke plicht om er veel over te weten. Ik kan niet verdragen dat mijn geld wordt gebruikt om een schrapnel te kopen, die door een raam zal vliegen en iemands hoofd van zijn lijf zal rukken.’

Moderne onverschilligheid is aan Sacco niet besteed, zoveel is duidelijk. Zijn fascinatie voor oorlog is hem met de paplepel ingegeven. Maltees van origine (en van nationaliteit) bracht hij zijn jeugd in de jaren zestig en zeventig door in Australië, voordat hij naar de Verenigde Staten verhuisde. ‘Iedereen in Australië had een Europese achtergrond. Het waren Polen, Britten of Duitsers. Aan tafel hoorde ik dus alle kanten van het verhaal. De Tweede Wereldoorlog was het decor van mijn jeugd.’ Op de speelplaats wisselden de jongetjes bijzonderheden uit over veldslagen en oorlogsstrategie. Toen Sacco later zijn journalistendiploma behaald had, begon hij niet direct met oorlogsstrips. Maar het bloed kroop na enige tijd blijkbaar waar het niet gaan kon.

In Fikser vertelt Sacco over Neven, zijn ‘fikser’ in Sarajevo, zijn plaatselijke toeverlaat die interviews regelde, die gidste en vertaalde. Omdat Neven een krijgsverleden had in een moslimmilitie die de Bosnische hoofdstad beschermde tegen de aanvallen van de Servische nationalisten, portretteert Sacco ook de diverse dubieuze milities en hun invloed bij het beleg van Sarajevo in 1992-1993. Behalve die klassieke gestoffeerde reportage, zoals we ze kennen uit Safe Area Gorazde, staat Sacco ook uitgebreid stil bij zijn relatie met zijn fikser. Hij is voor zijn werk sterk afhankelijk van een man die een crimineel verleden heeft, daarna als sluipschutter en frontsoldaat heeft gemoord en rond wie, door zijn mythomane neiging, ook nog heel wat mysteries blijven bestaan. Daardoor wordt Fikser ook een boek over de methodes van een oorlogsjournalist. ‘Een goede fikser is cruciaal voor de kwaliteit van je verslaggeving, dus je zult mij niet horen zeggen dat fiksers vermeden moeten worden. Maar zo’n fikser heeft ook zijn eigen geschiedenis en het is dus belangrijk dat je die persoon wat leert kennen, om erachter te komen hoe hij tegenover de zaken staat. Ik ben maandenlang ter plaatse gebleven en mijn fikser Neven is zelfs een vriend geworden. Maar hij blijft toch een enigmatische persoonlijkheid. Een diepgaande relatie met een fikser opbouwen is natuurlijk lastiger als je maar één dag ter plaatse bent, met een gehaaste cameraploeg in je zog.’

Is het niet moeilijk om je goed te voelen bij je relatie met die fikser?

JOE SACCO: Het is een complexe relatie, maar het kan nu eenmaal niet anders. Menselijke relaties zijn altijd ingewikkeld. Neven is niet het type met wie ik normaal gezien bevriend zou raken. Hij verdedigde openlijk wat de krijgsheren met hun milities hadden gedaan. Hij vond dat ze Sarajevo hadden gered. Maar hij was niet de enige die dat zei. Ik vond het ook geruststellend dat hij zo veel en gedetailleerd over zijn ervaringen in de oorlog wou vertellen. Je kon twijfelen aan de juistheid van wat hij zei, maar hij speelde wel open kaart. Hij verstopte zich nergens achter. Bovendien heeft hij me echt heel hard geholpen.

In je reportages leg je de nadruk op de persoonlijke verhalen van mensen. De hele politieke achtergrond wordt vaak naar aanleiding van persoonlijke ondervindingen verteld. Vind je dat die persoonlijke ervaringen van mensen te weinig aandacht krijgen in oorlogsverslaggeving?

SACCO: Dat hangt ervan af. Er zijn een aantal heel goede schrijvers, die daar wel veel aandacht aan schenken. Voor een cameraploeg is het moeilijk om achter de schermen van de oorlog te komen, zoals een journalist alleen dat kan. Dus op tv kan je die persoonlijke ervaringen minder goed overbrengen. Voor mij is het belangrijkste aspect van oorlog dat het de levens van de mensen ter plekke kapotmaakt. Dat besef heb ik al heel lang, omdat mijn ouders de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt in Malta. Pas op, ik vind de algemene achtergrond ook belangrijk. Ik heb Safe Area Gorazde niet voor niks zo volgestopt met voorgeschiedenis en politieke feiten. Maar mensen kunnen zich beter voorstellen wat er precies gebeurt, als iemand zijn eigen ervaringen vertelt.

Iedereen heeft talloze beelden uit je boeken al honderd keer gezien op tv en toch lijken ze in je boeken meer impact te hebben. Heb je daar een verklaring voor?

SACCO: Dat is een fundamenteel probleem. Je ziet mensen meestal op tv als ze slachtoffers zijn. De tv moet ons die situaties tonen, daar sta ik helemaal achter. Maar we voelen ons niet echt betrokken bij de feiten, omdat we geen band hebben met de slachtoffers. Ik probeer de mensen in conflictsituaties te portretteren als mensen die hun leven op een normale manier proberen te leiden. Daarom zie je in mijn boeken ook alledaagse scènes waarin de mensen op café gaan.

Waarom maak je strips en bijvoorbeeld geen boeken, wat een stuk sneller zou gaan?

SACCO: Strips tekenen, is nu eenmaal mijn persoonlijke methode van verslaggeving. Misschien wil ik ooit wel proza schrijven. Maar door zijn visuele vorm heeft mijn stripwerk een bepaalde kracht. Strips zijn heel toegankelijk. Je slaat het boek open en je bent direct in Gaza of in Bosnië. Je voelt je in een andere wereld. Film is ook zo direct, maar dat medium heeft ook nadelen. Je hebt bijvoorbeeld een productieploeg nodig. Je kunt je niet zo vrij onder de mensen ophouden als je een zware camera moet dragen. Je maakt echt een schouwspel van jezelf als je niet oppast. Een man met een tekenpen valt niet zo op.

Strips hebben nog een ander belangrijk voordeel. Ik kan dingen tekenen die ik niet beleefd heb, maar die getuigen voor me beschreven hebben. In een tv-documentaire zie je wel eens scènes die nagespeeld worden, maar dat doet altijd gekunsteld aan, waardoor de impact van de verhaalde gebeurtenissen vermindert. In een strip is zo’n manier van werken heel natuurlijk.

Dat wordt wellicht veroorzaakt doordat we bij televisie het idee hebben dat het altijd écht is, wat we te zien krijgen.

SACCO: Zo veel dingen op tv zijn in scène gezet. Ik word vaak geïnterviewd voor tv. Je moet dan voortdurend acteren. ‘Kun je dat eens herhalen?’ ‘Loop eens van hier naar daar.’ ‘Kun je die deur eens opendoen?’

Zijn er mensen die het waarheidsgehalte van je reportages in twijfel trekken omdat ze getekend zijn?

SACCO: Dat gebeurt. Ik vraag natuurlijk zo veel mogelijk visuele informatie aan de mensen die ik interview, maar uiteindelijk toon ik de feiten zoals ik ze zie. Ik doe de regie zoals een filmregisseur die zou doen. Van een film over het oude Rome kun je ook niet verwachten dat alles er honderd procent op de getoonde manier heeft uitgezien, maar je gelooft dat de regisseur er zijn best voor heeft gedaan om het zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken.

Voel je je verwant met een filmmaker als Michael Moore?

SACCO: Nee, helemaal niet. Ik ben blij dat hij zijn films maakt, ik juich het zelfs toe. Maar ik zie geen verband, tenzij misschien dat hij zich kritisch opstelt tegenover wat er gebeurt. Hij spoort mensen aan na te denken over de internationale situatie.

Moore wordt vaak verweten dat hij demagogisch te werk gaat. In ‘Bowling for Columbine’ zit een scène waarin hij een vuurwapen krijgt als hij een rekening opent bij een bank. Blijkbaar heeft hij daar toch meer moeite voor moeten doen dan hij laat zien.

SACCO: Zo dramatiseren is op het randje. Zelf probeer ik me aan hoge journalistieke eisen te houden. Ik knip natuurlijk veel in de getuigenissen die ik verzamel, omdat ik meestal geen duizend woorden nodig heb. Ik denk dat mijn methode niet afwijkt van wat jij doet als je dit interview uitschrijft. Jij pikt er ook hier en daar een fragment uit, want zo werkt het.

Je bent als oorlogsverslaggever begonnen met een brede interesse voor problemen overal ter wereld. Je reportages in boekvorm handelen allemaal over voormalig Joegoslavië en over Palestina. Je volgende boek zal weer over de Gaza-strook gaan. Waarom?

SACCO: Ik ken de situatie daar nu zo’n beetje. Ik voel me zekerder als ik er rondloop en als ik er reportages over maak. Ik heb er ook een soort netwerk opgebouwd, dat je als journalist goed kunt gebruiken. Dat speelt mee. Maar ik maak vooral nieuwe boeken over die gebieden omdat ik nog altijd erg bekommerd ben over de gang van zaken daar. De problemen zijn verre van opgelost. Mijn bezorgdheid neemt uiteraard toe doordat ik er gedurende al die tijd zo veel vrienden en kennissen heb gemaakt, die dagelijks met de gevolgen van het conflict geconfronteerd worden.

Door Gert Meesters

‘Er gebeurt zo veel in de wereld en een groot deel ervan gebeurt in onze naam.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content