Zijn Vlaamse universiteiten klaar voor niet-westerse kennis?

'Als ons hoger onderwijs erin slaagt om de komende generaties te doordringen van die interculturele wisselwerking, bewijst het de toekomst een dienst.' © ID / Bruno D'Alimonte

De Vlaamse universiteiten erkennen dat ze in hun studieprogramma te weinig aandacht hebben voor de niet-westerse wereld. ‘Een student kon enkele academiejaren terug makkelijk filosoof worden zonder ingeleid te worden tot enige filosofie buiten de westerse traditie.’ Helemaal vrijblijvend is die vaststelling niet, want ons hoger onderwijs bepaalt mee of het eurocentrisme van de Dorpsstraat kan worden doorbroken.

Vorig jaar onderzocht een werkgroep van de KU Leuven in hoeverre een aantal lespakketten van de humane wetenschappen openstond voor de wereld in al zijn diversiteit. Uit het rapport van de groep, onder leiding van professor Chinese Studies Carine Defoort, bleek dat de Leuvense universiteit haar ambitie om open en internationaal te zijn niet echt waarmaakt. ‘De Noord-Zuidrelatie wordt opgevat als een leraar-leerlingrelatie, waarbij kennis en knowhow worden doorgegeven van Noord naar Zuid, en zelden in de omgekeerde richting’, verduidelijkt Defoort. ‘Elke verwijzing naar deze impliciete standaardpositie wordt beschouwd als een aanval op de universele wetenschap.’

Johan Braeckman
Johan Braeckman

Om een eerste zicht te krijgen op hoe het met die openheid gesteld is, werkte de groep niet met meer omstreden termen als ‘culturen’ of ‘beschavingen’, maar met zogenaamde ‘regio’s’. Het rapport maakt een onderscheid tussen de westerse wereld (West- Europa, Noord-Amerika en Australië), de niet-westerse wereld (Azië en Afrika), en een tussenzone van Westen/niet-Westen (Oost-Europa, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten).

De studie werd vooral uitgevoerd op het curriculum van het academiejaar 2017-2018. Uit het rapport blijkt dat de studierichting Filosofie toen nauwelijks aandacht besteedde aan niet-westerse denkers. Maar 4 procent van de vakken boden de studenten een perspectief dat niet westers is, en het betrof bovendien allemaal keuzevakken. ‘Een student kan makkelijk filosoof worden zonder ingeleid te worden tot enige filosofie buiten de westerse traditie,’ luidde de conclusie.

In de afdeling Geschiedenis werd in 2017-2018 in maar 7 procent van de cursussen direct aandacht besteed aan geschiedenis die zich buiten het Westen afspeelde. Sindsdien zette de studierichting wel stappen: bachelorstudenten zijn nu verplicht om minstens één cursus te volgen die hen in aanraking brengt met regio’s buiten het Westen.

De werkgroep stelde daarnaast vast dat andere afdelingen van de faculteit Letteren – zoals Musicologie, Kunstgeschiedenis, Literatuur en Taalkunde – nog minder openstonden voor andere regio’s. In de faculteit Theologie ging 72 procent van de aandacht naar westerse religies. Ook hier kon een student afstuderen als ‘master in de Theologie en Religieuze Wetenschappen’ zonder enige cursus die focust op niet-westerse elementen.

In de Politieke Wetenschappen besteedde 15 procent van de cursussen aandacht aan regio’s buiten het Westen, maar alleen op het niveau van de masteropleiding. In de Sociologie en de Economie waren niet-westerse invalshoeken zo goed als afwezig.

En in de vs of china?

De werkgroep van de KU Leuven onderzocht ook hoe universiteiten in andere landen met deze kwestie omspringen. Daaruit blijkt dat in de geschiedenisafdelingen aan topuniversiteiten in de Verenigde Staten, China en Taiwan de helft van de cursussen gericht is op andere regio’s dan de eigen regio (vergelijk met de 80 procent aandacht voor de eigen regio aan de Leuvense universiteit). Aan lager gequoteerde universiteiten loopt de aandacht voor de eigen regio weer op.

Een heel ander beeld doemt op in de filosofieafdelingen van de onderzocte buitenlandse universiteiten. Aan Amerikaanse universiteiten besteden die amper aandacht aan niet-westers denken (2 tot 4 procent van de cursussen). Bij filosofiestudies aan Chinese universiteiten daarentegen wordt in bijna 70 procet van de cursussen aandacht besteed aan wijsbegeerte die van buiten ‘Groot China’ komt, niet alleen van westerse filosofie overigens.

Aanbevelingen

Met vier aanbevelingen wil de werkgroep de openheid van het curriculum stimuleren. Alle studenten zouden een of twee verplichte cursussen naar keuze moeten volgen over een andere regio dan het Westen. De tweede aanbeveling expliciet maken in welke mate de meeste cursussen zich impliciet beperken tot het Westen. ‘De geschiedenis van de wijsbegeerte’ wordt het best ‘De geschiedenis van de westerse wijsbegeerte’ genoemd als alleen westerse denkers aan bod komen, is het voorstel.

Studierichtingen kunnen ook niet-westerse experten in dienst nemen, zo luidt de derde aanbeveling. En de vierde, ten slotte, is om studierichtingen niet langer financieel te bestraffen als hun studenten een cursus buiten de eigen afdeling volgen. Die praktijk leidt ertoe dat studierichtingen neigen naar het ontraden van zulke keuzes.

Die eerste twee aanbevelingen kunnen op zich geen probleem vormen, stelde Peter Lievens, professor Natuurkunde en vicerector aan de KU Leuven en bevoegd voor internationalisering, op het symposium waarop de studie werd voorgesteld. Hij erkende vervolgens wel dat de faculteiten zelf het een en ander zullen moeten waarmaken, want het rectoraat heeft daar weinig vat op. Volgens Lievens is de financiering erg complex, maar is ze in principe bestemd voor de studierichting die het pedagogische werk effectief verricht. Naar zijn oordeel is het allesbehalve vanzelfsprekend om daarvan af te stappen.

Maar volgens Gerd van Riel, decaan van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (HIW) van de KU Leuven, is de studie achterhaald en is er sinds 2017-2018 al heel wat veranderd. ‘De situatie is beter dan hoe het rapport haar voorstelt. Studenten kunnen niet afstuderen aan onze faculteit zonder minstens één vak over niet-westerse filosofie te hebben gevolgd. Veel basiscursussen gaan bovendien expliciet in op niet-westerse perspectieven.’ Toch gaf ook van Riel grif toe dat ze ‘er allerminst klaar mee zijn’.

De discussie gaat overigens niet alleen over principes en gelijkheid. De kwaliteit van de kennis kan er alleen maar wel bij varen als wetenschappers in contact komen met meerdere kaders en registers. Wie zegt universele kennis te produceren, moet de hele wereld in rekening brengen, niet alleen de westerse wereld. ‘We leren beter appreciëren hoezeer niet-westerse onderzoekers zich aanpassen aan onze denkkaders, begrippen, tijdrekening, talen enzovoort als we zelf die mentale flexibiliteit aan de dag moeten leggen’, onderstreept Carine Defoort, die het onderzoek leidde.

Geen beleid

Ook de Universiteit Gent zet stappen in de richting van een gedekoloniseerd, benadrukt Gita Deneckere, professor Geschiedenis aan en decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van die universiteit. ‘Een deel van onze studenten liet in een open brief weten dat ze andere perspectieven willen leren kennen dan alleen het westerse.’ Dat was in het najaar van 2020. Het leidde onder meer tot een gesprekkenreeks over dekolonisering en literatuur bij de start van dit academiejaar, met journaliste en literatuurwetenschapster Warda El-Kaddouri als curator. ‘In plaats van louter lezingen van professoren verbonden aan de faculteit te organiseren, hebben we dat nu opengetrokken naar gesprekken met experten over dekolonisering van de canon, koloniale literatuur, bibliotheken en archieven, enzovoort. Heel wat mensen van buitenaf woonden die gesprekken bij, niet alleen de studenten van de faculteit zelf. Mensen uit de erfgoed- en museumsector en van boekhandels, literatuurliefhebbers, studenten van andere universiteiten, noem maar op. Het was een erg divers publiek, en ik had het gevoel dat dit het begin was van een gesprek. Er waren ook veel professoren aanwezig op de openingsavond, maar gaandeweg werd het wat minder. Sommigen reageerden wat defensief, met de opmerking dat ze dit toch al deden. ‘

Gerd van Riel
Gerd van Riel

El-Kaddouri omschrijft dekoloniseren als het identificeren én ontmantelen van alle effecten van het kolonialisme die ook na de politieke dekolonisering bleven bestaan. Woorden bijvoorbeeld, maar ook beelden, namen of gedachten. Het gaat over het ont-leren van het verhaal van wat beschaving is. Over wat esthetiek of expertise is, wat superioriteit is en over wie wat mag zeggen op een bepaalde plaats, op een bepaald moment.

De universiteit is bij uitstek de plek waar die dekolonisering moet gebeuren. Waar elders worden vragen gesteld over wat kennis en objectiviteit is? Waar komt kennis vandaan, en hoe wordt ze doorgegeven? Zulke vragen leggen meteen de pijnpunten binnen de universiteit bloot, zoals bijvoorbeeld het curriculum, het personeelsbestand of de pedagogische methodieken.

El-Kaddouri heeft de indruk dat de UGent er wel werk van wil maken, althans de faculteit die zij kent, Letteren en Wijsbegeerte. ‘Daar leeft het wel,’ zegt ze, ‘maar voor veel mensen is het allemaal nieuw. Er is nog niet echt een beleid, en er is een gebrek aan expertise. Het hangt af van de mensen die er zin in hebben. Ik zou nog het gesprek willen voeren over hoe we dit duurzamer kunnen maken.’

Er is nog veel werk, geeft Deneckere toe. Maar in verschillende opleidingen is toch al een zekere weg afgelegd. UGent-professor Eric Vanhaute, om een voorbeeld te noemen, geeft al sinds de jaren ’90 het stamvak Wereldgeschiedenis met als centraal referentiekader de wereld-systeemtheorie van Immanuel Wallerstein. Die beschrijft de veranderende machtsverhoudingen in het kapitalistische wereldsysteem sinds de 15de eeuw,, vanuit een marxistisch kader. Verschillende regio’s kregen in de loop der eeuwen andere posities toebedeeld in het wereldsysteem. Vaak maakte men dan gebruik van vooroordelen om de ongelijke machtsverdeling te rechtvaardigen. ‘Dat we zulke theorieën behandelden, was destijds revolutionair’, zegt Deneckere. ‘Maar we zijn daar niet in blijven steken. Intussen maakte een meer antropologische visie op geschiedenis en wereldbeelden opgang. De Indiase historicus Dipesh Chakrabarty, bijvoorbeeld, heeft Europa “geprovincialiseerd”. Dat zijn heel andere visies op hoe de wereld werkt, en die zijn hier en daar terug te vinden in het opleidingsaanbod.’

Gita Deneckere
Gita Deneckere

Daarnaast beschikken de niet-westerse opleidingen aan de UGent volgens Deneckere over veel kennis over China, India, het Midden-Oosten en Afrika, in de opleiding Oosterse en Afrikaanse talen en culturen. Maar die kennis ‘blijft vooralsnog te veel opgesloten in die studierichtingen. Ze trekken relatief weinig studenten aan, en studenten uit andere studierichtingen komen nog te weinig in contact met deze kennis. De grondige studie van de vreemde taal (die bij deze specifieke studierichtingen hoort, red.) die bij die werkt nog te veel als drempel. Dat blijft een werkpunt.’ Die kennis over andere regio’s ‘blijft inderdaad te veel afgezonderd als niet-westers tegenover de rest van faculteit’, vindt ook El-Kaddouri.

Warda El-Kaddouri
Warda El-Kaddouri

Aangepaste titels

Kunnen aangepaste cursustitels, zoals de tweede aanbeveling van de werkgroep van de KU Leuven luidt, helpen om het gesprek over de openheid van het curriculum aan te zwengelen? El-Kaddouri verwijst in dat verband naar de cursus Historisch overzicht van de Wijsbegeerte van UGent-professor Johan Braeckman. ‘Een boeiende cursus, maar de titel doet geen recht aan het feit dat alleen westerse filosofen aan bod komen.’

Braeckman zelf erkent het probleem: ‘Die titel bestond al lang voor ik die cursus begon te doceren, ik zag geen reden om die te wijzigen. Ik heb er weleens aan gedacht om er “westerse” aan toe te voegen, maar eerlijk gezegd vind ik dat nogal triviaal.’

‘Vanzelfsprekend gaat het over westerse wijsbegeerte, niet over “de” wijsbegeerte. Ik wijs daar, voor de zekerheid, op in een van de eerste lessen, en geef er ook uitleg bij. Ik wil best aan een volgende druk van het bijbehorende handboek ( De rivier van Herakleitos. Een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte, red.) “westerse” toevoegen, maar ik zou niet goed weten wat dat oplost.’ Je kunt daar overigens heel ver in gaan, werpt Braeckman op. ‘Voegen we dan bij een cursus over de geschiedenis van België “een westerse blik” toe? En geldt dat dan alleen voor de menswetenschappen, of ook voor fysica, geneeskunde en biologie?’ Hij maakt zich verder de bedenking: ‘Dat de filosofen Voltaire en Hume en Kant soms seksistisch of racistisch of antisemitisch waren, komt aan bod in mijn cursus. Maar waar trek je de lijn? Als we niet-westerse filosofen bespreken, komt dan ook hún antisemitisme en seksisme aan bod?’

Jean-Marc Mwema (Antwerp Giants) uitte zijn verontwaardiging over cheer- leaders verkleed als Zwarte Piet, maar kreeg als repliek van Okapi Aalster 'dat we niet meedoen met de hysterie van een extreem kleine minderheidsgroep'.
Jean-Marc Mwema (Antwerp Giants) uitte zijn verontwaardiging over cheer- leaders verkleed als Zwarte Piet, maar kreeg als repliek van Okapi Aalster ‘dat we niet meedoen met de hysterie van een extreem kleine minderheidsgroep’.© Belgaimage / Jonas Roosens

Braeckman vindt de titels van cursussen niet zozeer het probleem, maar eerder het gebrek aan middelen om mensen aan te werven die ook niet-westerse wijsbegeerte, niet-westerse muziekgeschiedenis en noem maar op kunnen doceren. ‘Zelf ben ik daar niet bevoegd voor, net zoals bijna alle collega’s van mijn vakgroep. We moeten dus extra proffen benoemen, die kennis van zaken hebben. Niemand van onze vakgroep zal daartegen bezwaar hebben. Maar het is al vechten voor een positie als deeltijds assistent.’

Of het misschien vlotter zou gaan als Vlaamse universiteiten gezamenlijk zulke docenten met niet-westerse expertises zouden aantrekken? ‘De suggestie om mensen gezamenlijk aan te werven, vind ik prima’, zegt Braeckman. ‘Daar moeten rectoren, vicerectoren, decanen, opleidingscommissies en dergelijke zich dan over buigen. Een hele klus: het studieprogramma zit al eivol. Het is zeer moeilijk om een cursus toegevoegd te krijgen, nog los van de financiële overwegingen.’

Braeckman geeft ten slotte nog een anekdote mee ter overweging. ‘Een Afrikaanse doctoraatsstudent van mij doceert Filosofie in Ethiopië. Hij bespreekt er “westerse” filosofen, zoals Locke, Voltaire, Montesquieu en andere, omdat er behoefte is aan meer kennis over basisaspecten van de democratie.’

‘Beschavingen steunen op elkaar’

Het curriculum van de universiteiten is nog altijd doordrongen van de koloniale erfenis, vindt El-Kaddouri. Witte, westerse intellectuele tradities worden daarbij niet alleen als superieur, maar ook als universeel beschouwd. Niet-witte mensen zijn afwezig of worden stereotiep of op een paternalistische manier voorgesteld.

Dekoloniseren gaat verder dan het schrappen van westerse denkers of het toevoegen van niet-westerse; het gaat om het toevoegen en corrigeren van wat feitelijk is. Filosofen als Hegel en Kant moeten niet uit het curriculum worden geschrapt, maar het is wel opportuun om te vertellen over hun racistische en seksistische denkbeelden en hoe die ons huidige denken beïnvloeden. En over hoe die denkers inspiratie haalden uit andere, niet-westerse culturen. Bij de Arabieren en moslims, bijvoorbeeld, die tussen de 8ste en 15de eeuw méér waren dan zomaar een doorgeefluik van vertalers.

Die idee sluit aan bij wat historicus en doctor in de Filosofie Koert Debeuf (VUB) schreef in een reactie op de discussie over het Leuvense studieprogramma. Onze universiteiten moeten niet alleen andere culturen bestuderen, meent Debeuf. Ze moeten ook erkennen en weergeven dat wat doorgaans als Europese ideeën wordt omschreven, in werkelijkheid heel vaak steunt op niet-Europese ideeën. Als voorbeeld geeft hij onder meer de westerse kalender of onze cijfers, die schatplichtig zijn aan niet-Europese culturen.

Debeuf omschrijft wat dekolonisering zou moeten inhouden: ‘Andere culturen bestuderen is een eerste stap. Begrijpen hoe alle culturen elkaar hebben beïnvloed en uiteindelijk in een complex web van uitwisseling de menselijke beschaving hebben vooruit gestuwd, is een grote maar interessante uitdaging voor de wetenschap en het onderwijs.’

Dorpsstraat

De inspanningen die de universiteiten doen om kennis te dekoloniseren, hangen nauw samen met wat gedacht en gezegd wordt in de Vlaamse straten, cafés, op sportterreinen en elders. Paul Buschmann, de Gentse faculteitsbibliothecaris Letteren en Wijsbegeerte, schrijft dat de bibliotheek zich niet alleen moet bezinnen over welke stukken ze aanbiedt, maar ook over hoe ze die aanbiedt. De huidige classificaties zijn een erfenis uit het verleden en leggen soms goed de toenmalige tijdgeest bloot. Ze bestendigen een bepaalde witte of eurocentrische blik op kennis en zijn, wie weet, toxisch voor de huidige tijdgeest.

Buschmann illustreert dat ’toxische’ met hoe basketbalclub Okapi Aalstar onlangs haar cheerleaders het plein op stuurde: verkleed als Zwarte Pieten, inclusief krulhaar. Toen Antwerp-speler Jean-Marc Mwema daarover zijn verontwaardiging uitte, haalde de Aalsterse pr-man, Sven De Smet, hard uit: ‘Jean-Marc, volgend jaar zijn al onze dansers zo zwart als wat! In Aalst doen we niet mee met de hysterie van een extreem kleine minderheidsgroep! Traditie is zo zwart als roet! Die zever ben ik kotsbeu. Wij zijn Aalst! Volgend jaar vragen we de fans ook als Piet te komen.’ Een leerzame reactie, meent Buschmann. Ze toont hoe gevoelig dekolonisering ligt, hoe moeilijk het is de gevoeligheden van anderen te zien. Bovendien lijkt men niet te beseffen dat een okapi een dier is uit Afrika. En dat basketbal in Massachusetts werd uitgevonden, de stad die vandaag trots uitpakt met haar reputatie als 19de-eeuws centrum van de beweging tegen de afschaffing van de (zwarte) slavernij.

Buschmann legt zo een mooi verband tussen de academische discussie en het maatschappelijke leven, die niet los van elkaar staa. Een beter begrip van ‘waar we zelf vandaan komen en wat de ander heeft meegemaakt’ kan bijdragen tot een betere verstandhouding binnen samenlevingen én tussen staten. Dat is geen overbodige luxe in een wereld waarin de spanningen op- lopen. Als onze universiteiten en hogescholen erin slagen om de komende generaties te doordringen van die interculturele wisselwerking en de relativiteit van het “eigene”, bewijzen ze de toekomst een dienst.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content