Een politiek die maar een kleine fractie van zijn cliënteel gerieft, is geen goede politiek. Zoals het asielbeleid, dat geen tien procent van de mensen die ermee te maken krijgen, voldoening geeft. Het verleent immers niet zomaar elke aspirant-migrant toegang tot het grondgebied. De enige goede – dit wil zeggen, aanvaarde – reden daarvoor is: nood hebben aan bescherming tegen politieke vervolging, discriminatie en mensenrechtenschendingen.

Het asielbeleid kent zo’n grote ‘uitval’ omdat dik negentig procent van de vreemdelingen die zich in België aanmelden, niet op de vlucht is voor politieke vervolging, maar voor economische en sociale miserie. Zij wagen dan maar hun kans door te veinzen dat ze politiek worden vervolgd – bij gebrek aan alternatief. De Belgische overheid beseft dat ook. Ze stopt hen allemaal in de asielprocedure en voorziet inmiddels in tienduizend opvangplaatsen, hoewel ze weet dat de wet maar een paar honderden vreemdelingen als politiek vluchteling kan erkennen.

Daar schuilt een bestuurlijke logica in: de regels worden correct toegepast. Maar die regels ontkennen de realiteit. Feitelijk fungeert het asielbeleid als een alibi voor een vreemdelingenbeleid, als een instrument om ‘ongewenste’ migranten te weren. Of liever, bij ontstentenis van een migratiepolitiek, moet het asielbeleid de zaak maar zien op te lossen.

Het probleem zal zich niet vanzelf oplossen. Daarvoor zijn de sociale ongelijkheden tussen de arme landen in Oost-Europa, Afrika of Azië en de rijke enclaves in het Westen te groot. Het lijkt niet zeer billijk om aspirant-migranten te bezweren maar geduld te oefenen tot de economische groei die ongelijkheden heeft weggevlakt. Zoiets duurt algauw een generatie – áls het er ooit van komt – en elk individu heeft tenslotte maar één leven. Ze komen dus toch. Zo wil het de wet van de communicerende vaten.

De motivatie van economische vluchtelingen om de miserie te ontlopen en bijvoorbeeld in België een beter bestaan op te bouwen, moet niet worden onderschat. Ze verlaten hun eigen land, familie en cultuur, hebben er vaak hun laatste spaarcenten voor over en moeten de illegaliteit en grote persoonlijke risico’s voor lief nemen. Niemand doet zoiets voor de pret.

Omdat een asielbeleid dat aan meer dan negentig procent van de aanvragers asiel weigert niet serieus is, zal de asielfictie blijvend voor spanningen zorgen. Al was het maar omdat zo’n grote groep een makkelijke prooi wordt van illegaliteit en profitariaat, van mensenhandel via huisjesmelkerij tot zwartwerk. Dat zal niet veranderen zolang het asielbeleid niet wordt ingepast in een ruimer, nu onbestaand migratiebeleid. Waarvan de eerste eigenschap moet zijn dat het verder kijkt dan de kortzichtigheid die alleen uitgaat van inlandse behoeften en uitsluitend goedkope Poolse vrachtwagenchauffeurs of hier schaarse computerspecialisten uit India wil importeren.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content