‘Ik zie voornamelijk grote verwarring en onzekerheid in Vlaanderen, zeker bij de politici.’ Brussels minister-president Charles Picqué (PS) heeft de stellige indruk dat Vlaanderen het spoor bijster is.

Hij weet het niet zeker, maar soms vreest hij dat de Vlamingen op korte termijn het einde van België willen. ‘La fuite en avant’lijkt voor veel Vlaamse politici het devies te zijn geworden’, zegt Charles Picqué. Hij is terug van vijf jaar weggeweest, de uitstekend Nederlands sprekende Brusselse minister-president. Picqué is een van de weinige politici in dit land met een gedegen kennis van grootstedelijke beleidsvraagstukken. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt met torenhoge werkloosheid en een schrijnend tekort aan betaalbare woningen geconfronteerd. Daarnaar zou Picqué op de eerste plaats willen omkijken, ware het niet dat communautaire beslommeringen de laatste weken al zijn aandacht hebben opgeëist.

De politieke besluitvorming lijkt wel verlamd door de asymmetrische samenstelling van de verschillende regeringen in het land. Moet er institutioneel worden ingegrepen?

CHARLES PICQUé: Ik geloof het niet. De instellingen zijn niet verantwoordelijk voor de huidige toestand. Het is meer een kwestie van mentaliteit en dus eerder een politiek-psychologisch dan een institutioneel probleem. Ons federalisme wordt gekenmerkt door een gebrek aan ‘geest van samenwerking’. Vlamingen en Franstaligen moeten een nieuw soort federalisme uitvinden, vertrekkend van het feit dat hun belangen met elkaar verbonden zijn. Maar dat kan alleen als de gemoederen bedaren en we de communautaire koorts onder controle krijgen. Zolang de verstandhouding vergiftigd wordt door dossiers als DHL of de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, zal de samenwerking moeilijk blijven.

Is er bij ’s lands toppolitici te weinig goodwill aanwezig om zulke samenwerking mogelijk te maken?

PICQUé: Precies. Veel politici beseffen niet hoe belangrijk samenwerking is. Het verbaast me nog steeds dat Vlaanderen, Brussel en Wallonië elk een eigen economisch ontwikkelingsplan hebben uitgewerkt, zonder daarbij ook maar één keer de anderen te consulteren. Wellicht bevatten die plannen tal van tegenstrijdigheden.

Is het dan wél een goed idee dat de premier nu ook de gewesten en gemeenschappen bij de onderhandelingen over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde gaat betrekken?

picqué: Misschien, maar in dat dossier hebben toch vooral de partijvoorzitters de sleutel van een eventuele oplossing in handen.

De federale regering vraagt van de gemeenschappen en de gewesten in 2005 een extra financiële inspanning. Vlaanderen is daartoe bereid, op voorwaarde dat ook de Franstaligen hun steentje bijdragen, maar die weigeren dat. Is dat de samenwerkingsgeest die u voor ogen hebt?

PICQUé: Is het ook niet tegenstrijdig te beweren dat Wallonië en Brussel aan hun economisch herstel moeten werken, en hen anderzijds de financiële hefbomen te ontzeggen om dat herstel te bewerkstelligen? Neem nu het Brussels Gewest. Als wij morgen verplicht worden een extra inspanning te doen – voor ons gaat dat over 6 miljoen euro in 2005 – zullen wij een aantal sociale of werkgelegenheidsprojecten moeten schrappen.

Loyauteit mag geen eenrichtingsverkeer zijn. Ik wil best loyaal zijn tegenover de federale overheid, maar dan eis ik van haar hetzelfde. En wat zien we? Dat de federale overheid haar financiële verplichtingen tegenover Brussel niet nakomt. Brussel is dus bereid een bijkomende inspanning te leveren, maar alleen op voorwaarde dat ook de federale overheid over de brug komt. Beseft iedereen wel wat Brussel betekent voor de internationale uitstraling en de economische ontwikkeling van het land? Als de Brusselse werkloosheid ter sprake komt, wordt gemakshalve vaak vergeten dat Brussel duizenden Vlamingen en Walen werk verschaft. Alleen betalen die mensen geen belastingen in Brussel.

Dat was SP.A-voorzitter Steve Stevaert vergeten toen hij de Vlaamse solidariteit met de Brusselse werklozen wilde opzeggen?

PICQUé: (zucht) Dat was niet alleen een politieke blunder van formaat, het was ook een economische denkfout. Want als Brussel het economisch slecht doet, dan wordt de economie van het hele land daar negatief door beïnvloed. Maar sommigen, verblind door kortetermijnanalyses, lijken Brussel aan zijn lot te willen overlaten.

Wat had die uitval van Steve Stevaert naar de Brusselse regering volgens u te betekenen?

PICQUé: Het was wellicht een poging om Brussel in het DHL-dossier onder druk te zetten. Daarbij komt nog: onbekend is onbemind. Veel Vlamingen denken dat de Franstalige bourgeoisie hier nog altijd heer en meester is, maar die visie is compleet achterhaald. Ook Steve kent Brussel niet. Als socialist zou hij moeten weten dat Brussel met grote sociale ongelijkheid wordt geconfronteerd. Ik ben ook burgemeester van Sint-Gillis, een van de armste drie gemeenten van het land, en ik aanvaard dus niet dat Brussel als een rijke, dominante of arrogante stad wordt beschouwd. Dat strookt niet met de werkelijkheid.

Waarom zoveel vijandigheid tegenover Brussel? Veel Vlamingen, verontrust door hun eigen sociale en economische situatie, kiezen voor de vlucht vooruit, en lijken te geloven dat communautair gesleutel al hun problemen uit de wereld zal helpen. Maar ik zie voornamelijk grote verwarring en onzekerheid in Vlaanderen, zeker bij de politici, die doodsbang zijn voor het Vlaams Blok.

Stevaert redeneerde dat solidariteit niet altijd van één kant kan komen.

PICQUé: (boos) Maar enfin! Er gaat meer solidariteit van Brussel naar Vlaanderen dan omgekeerd. Ik had het al over de pendelaars die in Brussel werken, maar ik denk ook aan de internationale uitstraling van Brussel, waarvan Vlaanderen groot profijt trekt. Alle ondernemingen in de randgemeenten en rond de luchthaven, die zijn daar maar dankzij de nabijheid van Brussel. Als wij een boekhouding zouden bijhouden van de financiële stromen tussen de gewesten, dan zou blijken dat Vlaanderen bij Brussel in het krijt staat.

U ziet de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde als een onderdeel van een ruimere Vlaamse strategie om Brussel te isoleren. Legt u dat eens uit.

PICQUé: Idealiter zouden Brussel en de randgemeenten als één grote communauté urbaine moeten worden beschouwd, waarin op een grensoverschrijdende manier kan worden nagedacht over zaken als mobiliteit en infrastructuur. De laatste institutionele ruimte die nog rond Brussel bestaat, en die misschien de basis voor zo’n stedelijke gemeenschap zou kunnen vormen, is het kiesarrondissement. Tenzij we opteren voor de uitbreiding van het Brusselse grondgebied, waar ik uiteraard vóór ben. Ik vrees echter dat dat moeilijk wordt, al is de toestand ook niet hopeloos. Alles zal afhangen van het tempo waarin de Vlamingen aansturen op het uiteenvallen van België. Als het echt snel moet gaan, zijn ze misschien wel tot een zware toegeving bereid. (glimlacht) On ne sait jamais.

Maar de Franstaligen gaan nu toch akkoord om over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te praten?

PICQUé: Het is dát of de institutionele implosie. We móéten wel praten, maar de Franstaligen willen geen essentiële toegevingen meer doen om in dit land een schijn van eenheid hoog te houden. Dat is voorbij. De Vlamingen denken dat de Franstaligen uiteindelijk wel zullen zwichten, omdat het voortbestaan van België anders in gevaar komt. Maar de mentaliteit is veranderd. Kijk dus maar uit, zou ik zeggen. Nogal wat Vlaamse politici vinden ook dat ze geen prijs hoeven te betalen voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Hoe kan dat nu in een land waarin je over dit soort zaken met de tegenpartij moet onderhandelen? Ik vraag me af wat de Vlamingen eigenlijk willen. Brussel in die mate verzwakken dat het statuut van Brussel opnieuw ter discussie komt te staan? Dat is eigenlijk mijn grootste vrees, dat het isoleren van Brussel op termijn tot de sloop van het Brussels Gewest zal leiden.

Sturen de Vlamingen daarop aan?

PICQUé: Hun vastberadenheid om de splitsing erdoor te drukken, wekt bij mij in ieder geval grote bezorgdheid.

Electoraal heeft de PS anders weinig te verliezen in de Vlaamse Rand.

PICQUé: Dat maakt niets uit. Het is een kwestie van democratische principes. Vergeet ook niet dat de sociologische samenstelling van het kiezerskorps geen onveranderlijk gegeven is. Bij de laatste verkiezingen heb ik veel stemmen behaald in Woluwe en Ukkel. De PS is dus ook in staat kiezers aan te trekken uit chiquere gemeenten. Het zou bovendien bijzonder kleingeestig van ons zijn als wij de randgemeenten links zouden laten liggen, alleen omdat de MR er een politiek overwicht heeft. (lacht) Zo zijn socialisten niet. Bovendien is dit dossier slechts het topje van de ijsberg. Want wat zal de inhoud van het Forum zijn? Zullen de sociale zekerheid, de kinderbijslagen en de gezondheidszorg op tafel komen?

Wat denkt u zelf?

PICQUé: Dat we op de drempel staan van de definitieve verbrokkeling van het land. We hebben de regionalisering tot haar uiterste grenzen geduwd. Als we op deze weg voortgaan, en de sociale zekerheid of het gerecht regionaliseren, dan moeten we ook durven toegeven dat België eigenlijk niet meer hoeft.

Weet u, ik ben nooit een groot voorstander geweest van het federalisme in dit land. Institutionele vraagstukken vervelen mij, ik steek mijn energie liever in andere zaken, en mijn politieke principes zijn gebaseerd op solidariteit, zowel nationaal als internationaal. Maar als een van de partners absoluut wil scheiden, tja, dan heeft het huwelijk ook geen zin meer.

De Vlamingen willen Brussel isoleren, zegt u. Maar soms doet Brussel het zichzelf aan. Met meer dan twintig procent werklozen in de hoofdstad slaagt de BGDA, de Brusselse dienst voor Arbeidsbemiddeling, er niet in samen te werken met de VDAB. Hoe kan dat?

PICQUé: De kloof tussen de BGDA en de VDAB is inderdaad problematisch, dat ontken ik niet. We zullen bruggen moeten bouwen tussen die instellingen, en ook een nieuwe bedrijfscultuur in de BGDA moeten introduceren.

De computerbestanden van BGDA en VDAB zijn niet eens compatibel, waardoor Brusselse werklozen geen toegang hebben tot vacatures in de Vlaamse Rand.

PICQUé: Dat klopt. Maar erger dan dat is de grote passiviteit van de BGDA tegenover de werkgevers. BGDA-bemiddelaars moeten leren zelf contact op te nemen met bedrijfsleiders en personeelsdiensten. Last but not least moet de BGDA in de toekomst vermijden naar ondernemingen werkzoekenden te sturen die absoluut niet aan het gevraagde profiel beantwoorden. Dat ondergraaft de geloofwaardigheid van de BGDA, en het doet bedrijven kostbare tijd verliezen. Een klantgericht beleid, daar moeten we naartoe. Dat impliceert ook dat de ambtenaren van de BGDA inzien dat bedrijfsleiders geen welzijnswerkers zijn. Daarom zou het ook nuttig zijn de BGDA open te stellen voor mensen uit de privé-sector.

Er komt dus een reorganisatie van de BGDA?

PICQUé: Zo’n hervorming is broodnodig. Maar het zou unfair zijn alleen de BGDA verantwoordelijk te houden voor de hoge werkloosheid in Brussel. De leeftijdspiramide en de bevolkingssamenstelling maken dat arbeidsbemiddeling hier een stuk moeilijker is dan in andere steden.

Iets anders. Riskeren de komende communautaire onderhandelingen ook verdeeldheid te zaaien tussen Vlamingen en Franstaligen in uw regering?

PICQUé: Die kans is reëel. Ik hoop natuurlijk dat de communautaire besprekingen de werking van mijn regering niet in gevaar zullen brengen. Ik zal mijn uiterste best doen om de eensgezindheid te bewaren, want de Brusselse regering moet het bewijs leveren dat Franstaligen en Vlamingen wél nog in staat zijn samen te leven. Ik blijf geloven dat het in Brussel mogelijk is een gezamenlijk beleid te voeren, op het vlak van huisvesting, werkgelegenheid enzovoort, zelfs met mensen als Brigitte Grouwels (CD&V) of Pascal Smet (SP.A). Maar ik ben ook nuchter genoeg om te weten dat wij ons in de volgende weken op een slappe koord begeven.

Op het moment van ons gesprek is het officiële antwoord van DHL aan de federale regering over het gebruik van luidruchtige MD-11-vliegtuigen nog niet bekend. Maar als er straks toch opnieuw met DHL onderhandeld zou worden, zullen de spanningen binnen de Brusselse regering dan niet opnieuw oplopen?

PICQUé: Ik hoop in ieder geval dat we verstandig genoeg zullen zijn om onze meningsverschillen binnenskamers te houden. Maar het DHL-dossier omvat veel meer dan de discussie over de billijke spreiding van de geluidsoverlast over Brussel en Vlaanderen. Kern van de zaak is de onverenigbaarheid van een grote internationale luchthaven met een extreem dichtbevolkte regio. Voeg daarbij dat Vlaanderen rond de luchthaven jarenlang een onverantwoordelijk ruimtelijk beleid heeft gevoerd, waardoor daar nog heel wat nieuwe woonwijken zijn gekomen. De enige uitweg is ergens anders, al weet ik niet waar, een nieuwe, tweede luchthaven te bouwen.

Als dat de optie is, heeft het dan nog zin DHL op Zaventem te laten uitbreiden?

PICQUé: De bouw van een nieuwe luchthaven kan natuurlijk op korte termijn het probleem van DHL niet oplossen. We zullen dus alle mogelijkheden moeten uitputten om toch nog tot een redelijk akkoord te komen, maar de objectiviteit gebiedt mij te zeggen dat ik er niet veel van verwacht.

Als er geen vergelijk wordt gevonden, dan blijft alleen het krimpscenario over voor DHL, en dat betekent meer dan waarschijnlijk collectieve ontslagen.

PICQUé: De werkgelegenheid op Zaventem is voor ons natuurlijk een punt van grote zorg, maar op een bepaald moment moeten politici ook durven kiezen tussen de leefbaarheid van de stad en de werkgelegenheid. Misschien lukt het ons die twee toch nog met elkaar te verzoenen, dat sluit ik niet uit. Maar bent u er wel zeker van dat de SP.A en CD&V bereid zijn de uitbreiding van DHL te accepteren? Ik niet. Degenen die nu schreeuwen dat de werknemers niet het slachtoffer mogen worden van de Brusselse eisen, zijn zélf ook bang voor de gevolgen van een eventuele uitbreiding voor Vlaams-Brabant. Het is een schijnheilige vertoning, die hele DHL-zaak. Sommigen blijven proberen Brussel de schuld van een mogelijke mislukking in de schoenen te schuiven. Daar trap ik niet in.

Maar u houdt ernstig rekening met een mislukking?

PICQUé: (denkt na) Ik begrijp nog altijd niet hoe de vork in de steel zit. Wie is er verantwoordelijk voor de huidige verwarring? DHL? Guy Verhofstadt? Johan Vande Lanotte? Ik weet het niet. Maar het is toch bespottelijk dat wij de voorbije weken zoveel tijd en moeite hebben gestoken in het zoeken naar een oplossing, om dan, opeens, te ontdekken dat de desiderata van DHL fundamenteel verschillen van de onderhandelingstekst waarop wij ons baseerden. Dat is onverklaarbaar, tenzij natuurlijk DHL al lang beslist heeft een deel van zijn activiteit naar een andere luchthaven te verplaatsen. Wat best mogelijk is.

Door Han Renard

‘Als wij een boekhouding zouden bijhouden van de financiële stromen tussen de gewesten, dan zou blijken dat Vlaanderen bij Brussel in het krijt staat.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content