Hoezó, crisis in de schrijverij? Het gaat De Bezige Bij, actief in Amsterdam en Antwerpen, best voor de wind, bezweert de nieuwe directeur-uitgever Henk Pröpper. Je moet gewoon verder kijken dan boeken. Een gesprek over tv-bewerkingen, Turks toerisme, en waarom u slimmer bent dan een Nederlander.
Het boekenvak verkeert wereldwijd in crisis. De boekenverkoop daalt, boekhandels sluiten hun deuren, uitgeverijen fuseren of worden opgedoekt. Toch doet de literaire uitgeverij De Bezige Bij het uitstekend. ‘We beleven al vele jaren goeie jaren’, zegt directeur-uitgever Henk Pröpper. ‘Ook dit jaar. Onze omzet lag in 2012 op ruim 21 miljoen euro. Dit jaar mikken we op iets meer. Vandaag liggen we 14 procent voor op vorig jaar.’
Hoe verklaart u dat succes van De Bezige Bij in een krimpende markt? Nederlandse uitgeverijen hebben in 2012 ruim 30 miljoen euro omzet minder geboekt.
Henk Pröpper: Allereerst is De Bezige Bij een groot merk. Mensen worden nog altijd blij van De Bij, de geschiedenis van het huis, de artistieke sfeer. Een tweede verklaring is dat we heel hard werken met onze auteurs. Wij zijn geen drukkerij of een doorgeefluik van boeken. Onze basisfilosofie is om via open gesprekken en een stevige redactie te mikken op het best mogelijke boek dat binnen het bereik van auteurs ligt. Uiteraard vinden zij het aangenaam dat hun werk zo serieus wordt genomen, en die aanpak betaalt zich ook uit in die zin dat de lezers die kwaliteit herkennen. Ik ben ervan overtuigd dat vooral jonge mensen steeds hogere eisen stellen aan werk. Er is in deze tijd opnieuw een verlangen naar diepgang, tegenover alle vlakheid en vluchtigheid en alles wat gratis is. Dat verlangen naar kwaliteit zal de komende jaren alleen groter worden.
Daar liggen de overlevingskansen voor de uitgeverij in de 21e eeuw?
Pröpper: Daar, en ook in de internationalisering. Nederlandstalige uitgeverijen worden nu voor een groot deel bepaald door de contacten met de Angelsaksische wereld. Dat is erg doorgeschoten, 70 procent van alle vertaalde boeken komt uit het Engels. Dat heeft – laten we eerlijk zijn – te maken met een gebrek aan talenkennis en misschien ook wel met een gebrek aan wezenlijke belangstelling voor Europa, voor de wereld. De Bezige Bij is altijd een kosmopolitisch huis geweest met een erg internationale programmering. Daar moeten we de komende jaren nog meer op inzetten, en daar zijn we hard mee bezig.
U zoekt actief naar de parels in bijvoorbeeld de Franse, Italiaanse, Spaanse en Duitse literatuur?
Pröpper: Dat, en we doen ook de ontdekkingsreis naar landen waar toeristisch veel belangstelling voor is, maar waar als het om de literatuur gaat de deur nu toch een beetje dicht blijft.
Op welke landen doelt u?
Pröpper: Ik denk dat het heel verstandig is om te kijken naar landen die nu een enorme economische bloei kennen, omdat die ook vaak tot culturele bloei leidt. Dat zie je in Brazilië, in Turkije, in Azië ook. Ik ben veel in China geweest. Als ik zie wat daar gebeurt op literair vlak… Ik denk dat het voor Nederland en Vlaanderen goed is om dat soort diepgaande contacten met de wereld te behouden. Zeker in tijden van crisis is de neiging groot om alle ramen en deuren dicht te doen, maar dat leidt tot cultureel verval.
U hebt dus een missie als uitgever?
Pröpper: Het is een missie die wel degelijk ook een commerciële kant heeft. Het is niet zo dat wij zoals in de jaren zestig boeken uitgeven omdat we een heilig geloof hebben in alléén maar het politieke of maatschappelijke belang ervan. Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen opnieuw met de grote thema’s bezig zijn, alleen moet dat echt waardevolle boeken opleveren. Dat vind ik een taak van een uitgever. En ik denk ook dat wij er commercieel mee kunnen slagen.
Boezemt de digitalisering u angst in? Veel uitgevers zien e-books als een soort paard van Troje dat ze binnenhalen.
Pröpper: Zo zie ik het helemaal niet. E-books vertegenwoordigden in 2011 1,7 procent van onze omzet. Vorig jaar groeide dat naar bijna 5 procent. Er zit een duidelijke groei in, daar zie ik dus ook kansen voor de uitgeverij. Ik moet wel zeggen dat het vooral meer commerciële boeken zijn die als e-book verkopen: thrillers, boeken die literaire prijzen hebben gewonnen… Maar ik ben ervan overtuigd dat ook genres als poëzie, essayistiek en korte verhalen enorme impulsen zullen krijgen door die nieuwe, digitale vormen van uitgeven.
Op welke manier?
Pröpper: We zijn nu bezig met de oprichting van een site voor poëzie, essays en korte verhalen. Mensen noemen dat vaak fragiele genres, maar dat zijn ze intrinsiek helemaal niet. Ze zijn kwetsbaar omdat er misschien minder lezers voor te vinden zijn, maar dat heeft niets te maken met de betekenis of het belang van het werk zelf. De Bezige Bij moet vanuit haar geschiedenis voor die genres staan, en moet nieuwe vormen vinden om ze anders dan alleen in boekvorm te verspreiden. Het is ook een belangrijk signaal naar onze auteurs. We willen het gevoel blijven uitstralen dat we een schrijverschap als iets volledigs zien. Het kan niet zo zijn dat we alleen in een auteur geïnteresseerd zijn als hij een roman maakt. Wij investeren in schrijverschappen, niet in boeken.
Op die site zullen we één essay of een handvol gedichten kunnen downloaden?
Pröpper: Bijvoorbeeld. We zijn ook bezig met de ontwikkeling van de long form. Dat is een langer essay of een journalistiek stuk over actuele, belangrijke thema’s dat verder gaat dan wat je in de krant leest. Het kunnen ook een aantal artikels zijn die bij elkaar gebracht worden waardoor het een coherent geheel wordt. We proberen bij De Bezige Bij de verbinding met de journalistiek te leggen.
Zijn de marges op e-books niet veel kleiner dan bij papieren boeken?
Pröpper: Dat ligt eraan. Dat heeft helemaal te maken met de manier waarop je ze prijst. Er zijn gewoon veel fouten gemaakt in het begin. Veel mensen denken dat je e-books laag moet prijzen omdat anders niemand ze koopt, maar het verschil met een gewoon boek moet ook niet te groot worden want dan ontstaat kannibalisering. Een te lage prijs getuigt ook van een gebrek aan respect voor de inhoud die je levert.
Kunnen jullie als uitgeverij een vuist maken tegen grote spelers als Apple, Google en Amazon? Hoelang nog voor zij jullie prijzenpolitiek bepalen?
Pröpper: Die spelers worden vaak als usurpators afgeschilderd, maar Apple en Google zijn creatieve en meedenkende partijen die vooralsnog helemaal niet van plan zijn om zelf enige content te gaan produceren. Die zijn dus juist heel afhankelijk van ons. We hebben goeie contacten met hen. Het is een kwestie van gewoon normaal met ze te praten en te onderhandelen.
Wat als auteurs zelf via eigen websites hun boeken gaan uitgeven? Als ze u, de uitgeverij, als tussenschakel elimineren, kunnen ze er meer aan verdienen.
Pröpper: Daar ben ik helemaal niet bevreesd voor. Er zijn zo veel experimenten geweest, en die zijn allemaal mislukt. Het is zelfs voor een professionele club als deze al zo ongelooflijk moeilijk om boeken bij het publiek te brengen. Een auteur kan wel een website bouwen, maar waarom zouden mensen daarnaartoe gaan als er duizenden andere zijn? Ik denk niet dat dat de weg is. Maar tegelijk zal de uitgeverij van de toekomst zich verder moeten professionaliseren om ervoor te zorgen dat auteurs hun werk kunnen doen.
Meer en meer uitgeverijen worden productiehuizen. Is De Bezige Bij bezig met televisie?
Pröpper: Ja. Om te beginnen hebben wij onze rechtenafdeling versterkt. Voorheen waren vertaalrechten het belangrijkste werk van dat team, nu zijn ze meer en meer bezig met andere nevenrechten. We zoeken nu veel nadrukkelijker de verbinding met film, tv en theater. We praten geregeld met producenten. We nemen onze boekenlijsten met hen door en proberen hen ideeën aan de hand te doen. Op het Nederlands Filmfestival organiseren we bijvoorbeeld bijeenkomsten waarop auteurs hun werk kunnen pitchen bij regisseurs en producenten. En dat werkt.
Uitgeverijen opereren dus als de agent van de auteur bij allerhande crossmediale nevenprojecten?
Pröpper: Dat zijn we nu al contractueel, maar daar valt nog veel meer werk van te maken. Het vereist wel een iets andere blik. Traditioneel maakt een uitgeverij boeken. De uitgeverij van de toekomst zal veel meer en in een vroeger stadium moeten nadenken over andere manieren om verhalen van auteurs in de wereld te brengen dan alleen via een boek.
Wat bedoelt u?
Pröpper: Dat je al vanaf het begin de verbinding legt met een film-, tv- of theaterproducent.
Nog voor het boek verschijnt?
Pröpper: Ja, zonder aan hun autonomie te willen tornen, stimuleren we onze auteurs om daar al over na te denken terwijl het boek nog in wording is. Het is veel gecompliceerder om een boek achteraf naar tv of film te vertalen dan als je daar al van bij de aanvang naartoe schrijft. Niet iedere auteur zal dat kunnen, niet iedere auteur zal dat willen. Maar er zijn steeds meer schrijvers die zich ook bewust zijn van de mogelijkheden die andere media bieden. Let wel: niets is opgelegd pandoer. Er zit geen enkele dwang bij, maar we praten er wel open over en we wijzen auteurs erop dat er misschien meer mogelijkheden in hun verhalen zitten dan wat zich in eerste instantie aandient.
Op 1 maart van dit jaar trad uw voorganger, Robbert Ammerlaan, terug als directeur-uitgever van De Bezige Bij Antwerpen. U hebt daar nu ook de operationele leiding. Waar wilt u heen met Antwerpen?
Pröpper: De Bezige Bij Antwerpen is nu twee jaar bezig en doet het heel goed. We zijn nog net niet uit de rode cijfers, maar we presteren boven begroting. Dat is een opvallende ontwikkeling in een krimpende markt. Ik wil de komende tijd vooral de verbinding versterken tussen Antwerpen en Amsterdam, redactioneel maar ook commercieel. We willen graag sterker staan in contacten met buitenlandse uitgevers, agenten en scouts. Voor hen was het tot nu niet altijd duidelijk wie ze voor zich hadden. Als Vlaanderen en Nederland ook echt een eenheid vormen is het voor buitenlandse agenten des te interessanter om met ons samen te werken, omdat ze weten dat het gebundelde lezerspubliek voor hun titels groter zal zijn.
Worden Vlaamse auteurs niet liever in Nederland uitgegeven? Vinden ze dat nog altijd prestigieuzer?
Pröpper: Het idee dat het mooier zou zijn om in Amsterdam te worden uitgegeven dan in Antwerpen wil ik heel graag de wereld uit hebben. We zijn één huis, er is geen hiërarchisch verband. We willen gewoon zo goed mogelijk uitgeven, en dat betekent dat we voor elk boek inhoudelijk en commercieel nadenken of het in eerste instantie het best door Vlaamse lezers dan wel door Nederlandse kan worden gelezen. Waarbij duidelijk is dat er in Vlaanderen in een aantal opzichten een hoogwaardiger lezerspubliek is dan in Nederland.
Wat bedoelt u?
Pröpper: Met name op het gebied van non-fictie zie je dat lastiger, meer intellectuele boeken aanzienlijk beter worden ontvangen en begrepen in Vlaanderen dan in Nederland.
Hoe komt dat, denkt u?
Pröpper: Dat heeft met scholing te maken, met respect ook voor een intellectuele manier van denken. In Nederland is dat de afgelopen jaren onder druk gekomen. Natuurlijk zijn er nog talrijke intellectuelen hier – ze worden niet verwijderd, zeg maar – maar het is in Nederland toch wel bon ton om het allemaal wat oppervlakkiger, platter en botter te benaderen. Ik ben niet de enige die dat zegt. En ik zie het aan de boeken die we uitgeven. De moeilijker boeken worden verdomd goed ontvangen in Vlaanderen.
DOOR ILSE DEGRYSE
‘We stimuleren auteurs om al tijdens het schrijven na te denken over de mogelijkheden voor film, tv of theater.’
‘Lastiger, meer intellectuele boeken worden aanzienlijk beter ontvangen en begrepen in Vlaanderen dan in Nederland.’