E-books die je met een muisklik bestelt en downloadt op een tabletvormige e-reader zijn al 10 jaar oud en blijven het lelijke eendje op de boekenmarkt. Maar daar zou volgens uitgever Harold Polis wel eens vlug verandering in kunnen komen met de Kindle, een nieuwe generatie flinterdunne e-lezers waarmee Amazon in Amerika het mooie weer maakt. Is het papieren boek echt in gevaar?
Een nieuwe lente, een nieuw e-geluid. Terwijl curator Dimitri Verhulst zich handenwringend afvraagt of er alstublieft 2500 toeschouwers willen afzakken naar ‘zijn ‘ literair lentefestival waar schrijvers traditioneel uit hun papieren roman komen voorlezen, begint het elektronische boek haast geruisloos aan zijn definitieve opmars. 500.000 exemplaren van de Kindle, de bekendste e-lezer, zou Jeff Bezos van Amazon tot nu toe in Amerika aan de man hebben gebracht. Maar verleden maand lanceerde hij een nieuwe generatie van de Kindle, kostprijs 359 dollar en voorlopig alleen in de States te koop. Voortaan kun je boeken draadloos downloaden op deze elektronische variant van het oeroude kleitablet, waarmee de schriftcultuur 5500 jaar geleden in Irak begon. Of daarmee het papieren boek definitief is uitgeteld, lijkt een voorbarige vraag. Maar dat de klassieke, analoge leescultuur in het oog van een digitale storm is terechtgekomen, staat vast. De boekenbranche zal de komende jaren, ook in Vlaanderen, de effecten van die e-volutie voelen. Hoe kijken literaire uitgevers tegen die tsunami aan?
Harold Polis, uitgever bij Meulenhoff/Manteau, volgt de digitale ontwikkelingen op de voet, zoals onlangs nog bleek uit ‘Het literatuurloze universum’, het beste tijdschriftartikel uit 2008, waarin hij zich afvroeg wat er met het papieren boek in een toenemend digitale context staat te gebeuren (zie Boek 08). Hij spreekt daarenboven uit eigen ervaring want hij bezit een e-reader. Op zijn Cybook – een van de vele concurrenten van de Kindle – kun je tientallen boeken downloaden, is de leesbaarheid optimaal dankzij de nieuwe e-inkttechnologie maar moet je wel nog inpluggen op de computer om al dat lekkers binnen te halen. Nee, aldus Polis, verdwijnen zal het papieren boek zeker en vast niet want ‘e-readers geven geen esthetische ervaring’. De geur van het papier en de touch van het papieren boek blijven uniek. Maar Polis voorvoelt dat de nieuwe Kindle voor een heuse revolutie in het boekenvak zal zorgen: ‘Je moet een kat een kat noemen. Scherm en mail domineren de media. Als de belevingswereld van de mensen hoe langer hoe meer digitaal verloopt, is het logisch dat het boek ook die weg op gaat.’
Het is trouwens een misvatting dat alleen jongeren, die in het digitale tijdperk zijn geboren, de nieuwe e-booktechnologie zullen omarmen. ‘Uit intern onderzoek is gebleken dat 50-plussers met hun zee aan vrije tijd in eerste instantie veel meer geïnteresseerd zijn in e-boeken dan jongeren. Toen ik onlangs een lezing over e-books hield, wilden de aanwezige 50-plussers zich allemaal zo’n draadloze e-reader van de nieuwste generatie aanschaffen.’ Het is dus een misvatting om verblind door jeunisme geen rekening te willen houden met de oudere gebruikers van media, net zoals het fout is om te denken dat alleen dames van 50 en meer de grootste afnemers van literaire boeken uitmaken. Polis: ‘Niets is wat het lijkt, ook hier. Zelfs het cliché van de vrouwelijke lezer klopt niet helemaal. De grootste lezers zijn hoger opgeleide mannen boven de 50.’
Of er dan geen crisis in de boekenbranche op komst is, net zoals in de Amerikaanse krantensector waar haast wekelijks papieren kranten verdwijnen terwijl hun digitale versies overeind blijven? Polis benadrukt dat de boekensector een totaal andere markt is dan die van de kranten. Waar de laatste, zeker in Amerika, door inkomsten van adverteerders worden aangestuurd, zijn boeken op maat van de lezer en van de lezer alleen gemaakt: ‘Romans die verschijnen in een oplage van 2000 exemplaren zijn een veel kwetsbaarder product dan een krant die op 70.000 exemplaren wordt gedrukt. Wij zijn anders dan de massamedia, diverser maar ook trager en de facto elitair. Wij maken haute couture.’
Polis is inderdaad een uitgever die geld noch moeite spaart om van zijn uitgaven druktechnische juweeltjes te maken. Het omslag van Wij, de nieuwe roman van Jeroen Olyslaegers, lijkt gemaakt van slangenleer, zoals de betere handtas. Dat peperdure kaftdesign komt toch onder druk te staan in een wereld waar meer en meer e-books op een of andere elektronische drager zullen worden gelezen? Polis houdt er rekening mee dat lezers die straks op hun Kindle of een andere draadloze e-reader boeken tot zich nemen, niet meer voor papier kiezen: ‘Indien blijkt dat 20 of 25 procent van de lezers naar het e-book weglekt, zal het inderdaad rekenen worden. Het wordt in die hypothese moeilijker om van Wij een mooi boek te maken. Tegelijk stimuleert de digitalisering van het boek eigenlijk ook wel de extra boekverzorging van het papieren boek. Het wordt alleszins duidelijker hoe bijzonder een papieren boek kan zijn. De digitalisering benadrukt ook de rol van de uitgever. Die zal, in samenwerking met schrijvers, een kwalitatieve keuze bieden. Het merk wordt belangrijker. Bovendien zal geen enkele technologische ontwikkeling de zorg voor de tekst vervangen. Schrijvers blijven schrijvers. En de kern van het vak blijft smaak, nieuwsgierigheid en kunde.’
Illegaal downloaden
Polis bereidt zich op het moment voor dat eveneens in Europa de betere, draadloze e-readers massaal zullen worden verspreid. Het draadloos opladen van boeken is met de Kindle, de meest geavanceerde e-lezer, vooralsnog niet mogelijk buiten Amerika. In Europa blijven e-readers, zoals de iLiad of BeBook, voorlopig vrij duur: van 250 tot 600 euro. Terwijl de Kindle 1500 boeken in zijn tabletje kan stockeren dat flinterdun oogt en vederlicht is, moeten de Europese e-lezers het met minder opslagcapaciteit en meer gewicht stellen. Toch heeft Polis de laatste maanden een tiental boeken uit zijn fonds e-boekklaar gemaakt. Sony en Amazon, de grootste spelers op de markt van de e-lezer, zijn het ondertussen eens geworden over het formaat waarin de boeken worden gedownload. Maar Polis is realistisch: ‘Het gaat razendsnel, maar de grote aantallen zijn er nog niet. De e-reader is in Amerika een hype maar moet in Europa nog echt doorbreken.’ Van de elektronische versie van Grote Europese roman van Koen Peeters werden er op www.ebook.nl amper 2 (twee!) exemplaren besteld. Nieuwe romans in hun digitale vorm downloaden zal nauwelijks goedkoper zijn dan het papieren equivalent. Maar hoe ouder de content, hoe goedkoper. En iedere boekenliefhebber weet dat klassiekers van meer dan 50 jaar terug gratis in een digitaal jasje kunnen worden gelezen en gestockeerd.
Polis is niet bang van kapers op de digitale kust, zoals in de muzieksector het geval was. Hij verwacht niet dat de hele wereld e-books van een klein taalgebied, zoals het onze, wil kraken. Muziek is een universele taal terwijl Nederlandstalige boeken slechts een regionale en bescheiden niche vormen op de globale, culturele markt: ‘Ik denk niet dat er bijvoorbeeld een Kazaa-site komt voor het gratis en illegaal downloaden van recente Nederlandstalige literatuur. Ik zou het eigenlijk ongelooflijk vinden indien dat wel gebeurde, want dat zou betekenen dat er een totale volkstoeloop is voor het boek. Maar dat acht ik dus zeker niet realistisch.’
Het is echter fout om je als uitgever in slaap te laten wiegen: ‘Bij Standaard Uitgeverij zijn we intens bezig met de innovatie van het vak. Wat voor de literatuur geldt, geldt ook voor andere genres. Collega’s van me zijn volop de e-strips aan het voorbereiden. Straks kun je al onze grote stripreeksen dus ook op het scherm lezen. We willen klaar zijn als binnenkort de nieuwste draadloze e-lezers hun weg naar de consument vinden. We moeten op dat moment een fors genoeg digitaal aanbod in huis hebben om mee te kunnen spelen op die elektronische markt.’ Wie het vertikt om mee te doen, krijgt sowieso slaag. En de e-boeken gaan de klassieke papieren boeken zeker niet doen uitsterven. ‘ Uitgevers’, aldus Polis, ‘zullen altijd essentieel blijven om in welke vorm dan ook content aan te bieden. En de digitalisering geeft de boekhandel een uitdaging van formaat.’
Toch maakt Polis als alerte uitgever zich fundamentele zorgen over de verandering van de traditionele, analoge leescultuur in een digitale omgeving. ‘Je hoeft alleen bang te zijn voor de verdwijning van het boek, als je ophoudt met lezen. Elke nieuwe generatie moet de kans krijgen om te leren lezen, niet alleen de letters, maar ook de inhoud. Vlaanderen is eenvoudigweg niet ambitieus genoeg. We bereiden onze lezers onvoldoende voor. We zijn snel tevreden. We hebben te veel ontzag voor domheid. De digitalisering is eigenlijk een democratische revolutie. Nooit eerder in de geschiedenis kon iedereen zo makkelijk zoveel over de wereld te weten komen. Maar je moet wel leren omgaan met het medium. Je moet essentiële kennis bezitten: hoe werkt beeldspraak en wat houdt retoriek zoal in? En je moet in contact komen met de traditie, al was het maar om ze te kunnen verwerpen.’
Pleit Polis prioritair voor een betere leesopleiding in ons onderwijs? ‘Als minister Frank Vandenbroucke (SP.A) vindt dat scholieren noties bedrijfseconomie moeten hebben, dan is de leescultuur voor hen minstens even belangrijk. We moeten toch echt meer kunnen doen dan vandaag het geval is. We gaan het niet redden door gratis boeken uit te delen aan de Vlaamse jongeren. Dat is leuk, maar als je opgroeit met games, internet en msn, heb je wellicht andere prikkels nodig.’
Het komt er dus op aan om een bredere visie te ontwikkelen omtrent de plaats en het belang van de leescultuur in een samenleving die in toenemende mate digitaliseert. Een debat daarover is in Vlaanderen blijkbaar nog niet voor morgen. In Frankrijk maakte staatssecretaris Eric Besson verleden jaar ophef met La république numérique, een boek dat de bakens wilde uitzetten voor de verdere digitalisering van het Frankrijk van vandaag, ook op sociaaleconomisch vlak. Besson: ‘La république numérique sera sociale et solidaire – ou elle ne sera pas.’ Wie denkt dat e-lezers en elektronische boeken alleen maar een kwestie van gadgets en speeltjes voor verwende consumenten zijn, verkijkt zich op de e-volutie van de maatschappij.
Concrete strategieën
Het zou in eerste instantie al een hele stap vooruit betekenen om niet bij de pakken te blijven zitten, zoals vandaag in Vlaanderen te veel gebeurt, maar proactief de handen uit de mouwen te steken. Polis: ‘We dienen als uitgever, schrijver of journalist dringend concrete strategie-en uit te werken om mee te spelen in dee-wereld van morgen. Wat kunnen we aan e-informatie en e-cultuur zelf creëren en beschikbaar stellen?’ Dat de jeugd een belangrijke rol zal spelen spreekt voor zich, want zij is de eerste generatie die volledig met elektronische media groot is geworden. Zij zou dus eerst en vooral kunnen worden aangesproken om mee te lezen en te denken: ‘Als kinderen opgroeien in een compleet gefragmenteerde wereld waar iedereen naar believen handelt, dan kun je toch moeilijk verwachten dat zij systematisch aan kennisverwerving gaan doen, zoals dat vroeger gebeurde. Indien je als leraar of begeleider niet bij hun digitale wereld aansluit, ga je de mist in. Je kunt onmogelijk, zoals twintig jaar geleden, de jeugd via één centrale trechter kennis bijbrengen. Dat werkt niet meer in de versnipperde wereld van diverse culturen, zoals we die hier meemaken. We moeten ons dringend gaan bezinnen hoe we iedereen en jongeren in het bijzonder adequaat in de wereld van het boek binnen kunnen leiden.’ Is dat niet de echte inzet van deze literaire lente en die voor de komende jaren?
DOOR FRANK HELLEMANS