Philippe Busquin werd door Romano Prodi met de erfenis van Edith Cresson bedacht. Een vergiftigd geschenk?

“Ik ben dolblij”, zo luidde de eerste reactie van Philippe Busquin (PS) op de portefeuilleverdeling. De PS-voorzitter krijgt Wetenschappelijk Onderzoek, uitgerekend het omstreden departement van de Franse commissaris Edith Cresson. Busquin die een sociale portefeuille op het oog had en zelfs voor monetaire zaken werd getipt, vindt dat hij goed bedeeld werd. “Wetenschappelijk onderzoek is een van de hefbomen van de 21ste eeuw. Dit departement geniet mijn absolute voorkeur.”

Het is maar de vraag of Busquin van Romano Prodi geen vergiftigd geschenk kreeg en zich tijdens de onderhandeling met de commissievoorzitter – ze gebeurde grotendeels in het Italiaans – niet liet rollen. Het DG XXII staat niet bekend om zijn zorgvuldig beheer en is onderhand zeer goed bekend bij het Europees parlement. De geschorste ambtenaar Paul van Buitenen bracht eind vorig jaar diverse onfrisse praktijken in het directoraat-generaal aan het licht, wat uiteindelijk leidde tot het collectieve ontslag van de commissie van Jacques Santer. Aangezien het parlement de interne keuken van het DG XXII goed kent, ligt het voor de hand dat de gang van zaken er met het vergrootglas zal worden gevolgd. Vooral de wijze waarop de opleidingsprogramma’s Leonardo worden uitbesteed en opgevolgd, zullen de volgende maanden veel kritische vragen oproepen. Busquin dreigt veel tijd in de parlementaire commissies te slijten.

Hoewel er met de Leonardo-programma’s veel geld over de toonbank gaat – in totaal 25,6 miljard frank – en de commissie als een college functioneert, zit de Belgische commissaris niet langer in het zenuwcentrum van de Europese macht. Met Karel Van Miert (SP) op concurrentiebeleid was de Belgische regering uitstekend geïnformeerd over de plannen van de commissie. Met Busquin wordt het problematischer.

Bovendien zal het een tijd duren voor we zicht krijgen op de Europese gezindheid van de paarse regering. Dat er op dat punt nog veel onduidelijk is, bewees de discussie over het staatssecretariaat voor Europese Zaken. Volgens de eerste nota van formateur Guy Verhofstadt (VLD) zou dat belast worden met de coördinatie en de voorbereiding van het Europees beleid en het Belgisch voorzitterschap, en toegevoegd worden aan de eerste minister. Mede omdat minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) bedenkingen had, verdween die passus uit de regeerverklaring. Uiteindelijk werd ook het staatssecretariaat opgedoekt, zodat Verhofstadt en Michel de Europese taakverdeling onder elkaar kunnen bedisselen.

De werkgroep die onder het voorzitterschap van Annemie Neyts (VLD) en Geert Versnick (VLD) het Europese deel van het regeerakkoord op papier zette, schetste het programma dat België op de volgende Intergouvernementele Conferentie (IGC) zal verdedigen. De paarse coalitie eist dat elke lidstaat tenminste één commissaris behoudt. In Belgische diplomatieke kringen en zeker in de omgeving van voormalig premier Jean-Luc Dehaene (CVP) werd deze passus op gemengde gevoelens onthaald. Sommigen noemden het een “nationalistische oprisping” en een dwaasheid. Een eerste signaal ook dat de Europese doctrine van VLD en PRL onder invloed komt van de Nederlandse euroscepticus Frits Bolkestein.

Gelukkig is er nog Herman De Croo (VLD). Een dag na zijn verkiezing tot kamervoorzitter besliste hij dat de Belgische vlag voortaan elke dag boven het parlement moet wapperen. En omdat er nog een tweede vlaggenstok beschikbaar was, decreteerde hij in één moeite dat ook de Europese vlag permanent de hemel boven de Wetstraat moet sieren.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content