Maria Lassnig, lichaam als binnenruimte.

Meditaties over en analyses van zichzelf, dat tekent en schildert de Oostenrijkse Maria Lassnig (1919). Toch is haar werk geen sentimentele bekentenis, want hier is ?zelfgevoel” objektief. Ze onderzoekt niet het gevoel dat hoe lichamelijk ook toch in het bewustzijn is gelokalizeerd, maar ze brengt het gevoel van het lichaam tot bewustzijn. Dat kan alleen met ingespannen koncentratie. Ze onderzoekt hoe haar lichaam zich als ruimtevorm ervaart.

Kijken naar een foto of een spiegelbeeld van jezelf doet niet terzake, want dan zie je je eigen lichaam ?van buitenuit” en ze wil precies het binnen-gevoel ervan bestuderen. Sommige tekeningen tonen letterlijk de neuro-fysiologische dimensie van dat lichaamsgevoel. Maar het geheel van haar werk is een beeldende topologie van het lichaam als binnenruimte.

Ze maakt opmerkelijk weinig heftige beelden. Hoe intens ook, ze zijn zeer beheerst. Haar werk is een traag, bedachtzaam, onderzoekend proces. Ze zegt dat ze eerst schildert met de ogen toe, om zo gekoncentreerd naar binnen te kijken. Daarna beoordeelt ze met aandachtige blik het voorlopige resultaat. In tegenstelling tot andere kunstenaars (denken we maar aan André Masson of Jackson Pollock) die de eigen lichaamssensaties in heftige en direkte motoriek uitdrukken, laat Lassnig een dwingende kontrole toe. Haar beelden zoeken een vorm.

Körpergefühl is het basiswoord dat ze zelf gebruikt. Je zou denken dat ze net als Louise Bourgeois ooit tastzin, materiegevoel en volume in haar werk zou introduceren, niets daarvan. Lassnig drukt geen lijfelijkheid, maar lichamelijkheid uit. Haar werk is niet expliciet, maar klinisch, het is niet obsceen, maar morbide. Schilderen is voor haar niet ver verwijderd van proefneming : soms onschuldige testen rond de waarneming, soms schokkende waar het menselijke een onherkenbare vorm is geworden : dier, doos, voorwerp, wapen. Het een vloeit in het ander over zoals bij elektronische beelden in een morfing-trukage.

Vervorming is de funderende strategie van het moderne en dus zeer maniëristische beeld. Lassnig speelt daarin een extreme partij : radikaal solistisch, genadeloos onsentimenteel, met wetenschappelijke hardheid. Daarmee staat ze in de lijn van de beeldhouwer Frans Messerschmidt, embleem van de Oostenrijkse laatbarok.

Dirk Lauwaert

?Maria Lassnig, Dessins et Aquarelles”, Centre Pompidou, Parijs, tot 19/2.

Maria Lassnig, Femme assise, 1989, akwarel : lichamelijkheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content