Wereldgroeikramp

DE G20 IN CANADA Grondige meningsverschillen over beleidsprioriteiten. © belga
Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Eerst de begrotingstekorten wegwerken of eerst de economie aan de praat krijgen? De wereldleiders van de G20 raakten het er dit weekend in Toronto alleen over eens dat het allebei belangrijk is.

Het clubje van de rijkste landen, zo wordt de G20 weleens genoemd. In werkelijkheid kunnen landen als China en Brazilië nog lang niet voor een rijk land doorgaan. Wel zijn hun economieën de voorbije jaren zo sterk uitgegroeid dat ze tijdens een mondiaal topoverleg over de economie niet meer over het hoofd gezien kunnen worden. China onttroonde onlangs nog Duitsland als grootste exporteur ter wereld. De G20 is precies dat topoverleg: de rijkste en veel armere landen die er aan tafel zitten, vertegenwoordigen samen toch zo’n 85 procent van de wereldeconomie.

De voorbije paar jaar konden de rijkere landen er samen wel aan hetzelfde zeel trekken, waarbij het adagium dat een vrijere handel leidt tot meer groei voor iedereen, doorgaans de fundering vormde van de compromissen tussen rijk en op-weg-naar-rijk. Maar de crisis van 2008-2009 heeft ook op dit vlak de kaarten grondig herschud. Tussen de rijke eco-nomieën zijn grondige meningsverschillen ontstaan over wat in het beleid de prioriteit moet krijgen. In Europa, waar veel overheden miljarden hebben moeten ophoesten om de financiële sector (en daarmee de rest van de economie) overeind te houden, gaat de meeste zorg uit naar het repareren van de overheidsfinanciën: het terugdringen van de begrotingstekorten en het terug-betalen van de excessieve schulden waarbij de stoute banken ook een forse duit in het zakje mogen doen. In de VS, waar regering en bevolking minder problemen maken van tekort en schuld – het buitenland blijft dat immers zonder morren financieren – willen ze liever eerst de economische motor aanzwengelen, bijvoorbeeld door de inves-teringen van de bedrijven aan te moedigen.

In sommige landen van de G20, zoals Canada maar natuurlijk ook China, is de crisis veel minder verwoestend tekeergegaan. Die landen zijn dan ook veel minder vragende partij voor een harde aanpak van de finan-ciële sector. Over een collectief initiatief voor een bankentaks is de G20 het dan ook helemaal niet eens geraakt.

De consensus in de slottekst van de bijeenkomst heeft eigenlijk alleen betrekking op de noodzaak om de economische groei aan te moedigen. De prioriteit die dat in het beleid moet krijgen en de manier waarop ze bereikt kan worden, wordt aan de wijsheid van de verschillende landen overgelaten. Ook een bankentaks kan, maar elk land moet zelf maar zien hoe. Wat concreet betekent dat er niet veel van in huis kan komen, want welk land wil zichzelf hiermee een concurrentieel nadeel aandoen?

Al van tevoren was de bijeenkomst van Toronto omschreven als een overgangstop. De volgende, in Seoul, zou meer moeten opleveren. Ook qua klimaatbeleid bijvoorbeeld, waar Toronto niet eens aan toekwam. Is het wachten op Godot? De ngo’s die in de straten van Toronto manifesteerden, rekenden haarfijn voor hoe weinig er altijd in huis komt van de miljarden steun die de landen van de G20 top na top beloven, bijvoorbeeld voor armoedebestrijding. Zij zien de G20 stilaan als een boulevard of broken dreams. Maar misschien gaat het meer om wereldgroeikrampen. Of om weeën van een nieuwe wereldorde waarvan de EU en de VS de geboorte niet zullen tegenhouden.

Luc Baltussen

‘Iedereen mag vrij rondfietsen. Maar met deze extremistische partij wil ik niets te maken hebben.’

Ceo Nicolas Saverys van Exmar over de PvdA, die met fietstochten langs de huizen van rijke Belgen haar miljonairstaks promoot, in De Standaard.

Partner Content