Op 27 oktober beweert De Morgen op zijn voorpagina met stelligheid ‘ Blok verliest helft kiezers bij afschaffing stemplicht’. Dat zou blijken uit een exclusieve enquête van GfK Custom Research Worldwide bij welgeteld 1009 Belgen. Andere kranten zoals De Standaard en De Tijd zijn gereserveerd in hun berichtgeving en plaatsen vraagtekens. Klopt dat wel met de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek? En als zoveel Vlaams Blokkiezers niet zouden gaan stemmen uit vrije wil, dan wil dat nog niet zeggen dat het aantal Vlaams Blokzetels gehalveerd wordt: ook bij de andere partijen zal een deel van de kiezers het dan immers laten afweten.

Een beetje rekenwerk leert veel over de stevigheid van de gevolgtrekking die De Morgen maakt. 1009 Belgen in de steekproef is wel erg aan de lage kant als men de bedoeling heeft om uitspraken te doen over subgroepen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Men mag aannemen – want zoals steeds ontbreken deze elementaire cijfers – dat hooguit 400 tot 500 Vlaamse kiezers ondervraagd zijn. Rekening houdend met de ondervertegenwoordiging van Vlaams Blokkiezers in peilingen, mogen we aannemen dat aan hooguit 80 tot 100 kiezers van die partij naar hun houding gevraagd werd. Dat zijn mensen die op een willekeurig moment van de dag tussen 6 en 14 oktober via een vast telefoontoestel bereikt werden en wilden meedoen. De foutenmarge voor zo’n klein aantal is bijzonder groot: méér dan tien procentpunten boven en onder het geschatte percentage.

Maar wat betekent een antwoord op een ja/neen-vraag over een hypothetische gebeurtenis in de toekomst? Voor velen zal de beslissing om effectief te gaan stemmen afhangen van de onderwerpen die in de periode van de verkiezingsstrijd hoog op de agenda staan. Als dat thema’s zijn die voor de kiezers van het Vlaams Blok heel centraal staan, dan zal de werkelijke opkomst ook zonder stemplicht er helemaal anders uitzien dan wat de peiling nu laat veronderstellen. Nogal wat burgers zullen nu eens gaan stemmen, dan weer niet. Deze realiteit wordt beter gevat door te vragen of men altijd, meestal, soms of nooit zou gaan stemmen indien dit niet verplicht zou zijn.

Het Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek van de KU Leuven heeft in de jaren ’90 na elke parlementsverkiezing onderzoek verricht naar de mogelijke invloed van het afschaffen van de stemplicht op de deelname aan verkiezingen. Dat gebeurde aan de hand van grootschalige toevalsteekproeven van meer dan 4000 Belgen. Verschillende studies stelden toen vast dat die afschaffing vermoedelijk weinig zou wijzigen in de electorale verhoudingen. In tegenstelling tot wat de onderzoekers verwacht hadden, verschilden de Vlaams Blokkiezers inzake stembereidheid niet van de anderen. Men kan natuurlijk niet uitsluiten dat de politieke belangstelling bij die kiezers vanaf 2003 verminderd is, of dat zij méér dan voorheen het politieke systeem de rug toekeren. Sommige bevindingen over partijtrouw en vroeg beslissen, wijzen voorlopig eerder op het tegendeel. Om daar nieuws over te maken, zijn grotere en meer betrouwbare steekproeven nodig.

Maar zijn beschouwingen over wat er zou gebeuren met de machtsverhoudingen tussen partijen bij opheffing van de stemplicht wel relevant? Voor of tegen de afschaffing van de stemplicht zijn veel zinvolle argumenten aan te voeren, maar het getuigt absoluut niet van een democratische houding als men het kiessysteem zou wijzigen om de electorale verhoudingen te beïnvloeden. Dat is ook de mening van de commentator in De Morgen. Veel relevanter dan uitspraken over het verlies van stemmen voor een partij, is de vaststelling dat vooral laaggeschoolden, arbeiders en vrouwen afhaken als er geen stemplicht zou zijn. De grotere sociale ongelijkheid in de politieke participatie die daaruit zou volgen, verdient meer aandacht dan speculaties over het gewicht van politieke partijen.

Jaak Billiet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content