Gija Kantsjeli is gastkomponist bij het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Hij probeert stilte te komponeren, zegt hij.
KOMPONISTGija Kantsjeli (60), een Georgiër, is door de politieke en ekonomische instabiliteit in zijn vaderland op de dool. Tot de lente is hij ?composer in residence” bij het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Konkreet betekent dit dat het orkest zijn werk intensief speelt en dat hij voor hen een kompositie schrijft. Zowel orkest als komponist worden beter van de overeenkomst. De banneling krijgt een onderkomen en de nodige artistieke rust. En in het zog van Kantsjeli komt de fine fleur van de muzikanten uit de vroegere Sovjetunie naar Vlaanderen. Gidon Kremer speelde net nog Kantsjeli’s vioolconcerto ?Lament” en Mstislav Rostropovitsj creëert in Brussel ?Simi”, het Georgische woord voor snaar, een concerto voor cello en orkest.
Kantsjeli kon zich afzijdig houden van de eisen van het sociaal-realisme en handhaafde met andere ex-sovjet-komponisten, zijn vrienden Alfred Schnittke en Arvo Pärt, een heel eigen en originele toon tegenover het westen. Om den brode was hij muziekdirekteur van het Rustaweli-teater van Tiflis en schreef hij filmmuziek. Hij ontwikkelde een eigen oeuvre van onder andere zeven symfonieën en een cyclus ?Leven zonder Kerstmis”. Sombere titels die droefgeestige elegieën dekken waarmee hij een jong publiek aanspreekt.
Wat betekent een première voor een komponist ?
GIJA KANTSJELI : Ik wil verwonderd zijn bij de uitvoering. Toen ik ?Lament” met Gidon Kremer voor de eerste keer hoorde tijdens het koncert, niet tijdens een repititie, was ik verwonderd. Dat was niet mijn verdienste, maar de zijne.
De uitvoerende kunstenaar is dus erg belangrijk ?
KANTSJELI : Natuurlijk. De dirigent, de solist, de muzikanten, alles hangt van hen af. En de rest, de partituur, dat zijn gewoon tekentjes op papier. Bij de kreatie komen die hiërogliefen tot leven. Ik ben gelukkig dat mijn muziek wordt uitgevoerd door prachtige muzikanten en uitzonderlijke solisten. Ik maak me nu al zorgen en ik ben zenuwachtig. Zolang ik het nog niet gehoord heb, kan ik zelfs niet werken. Ik doe nu niets meer, ik denk heel de tijd aan de vormen en de dramaturgie van de muziek die ik zou moeten schrijven. Maar praktisch kan ik me nu niet van alles afsluiten en beginnen werken. Na de première zal ik nog een tijd nodig hebben. In maart gaat een ander werk in première waarmee ik nog bezig zal zijn.
?Freudelose Gedanken” is de ondertitel van het concerto ?Simi”. Bij vreugdeloze gedachten denken we allerminst aan de levenslustige Rostropovitsj.
KANTSJELI : Denkt u dat ik een vreugdeloos mens ben ? Ik heb veel vreugde, maar ook vreugdeloze gedachten. Ik denk dat Rostropovitsj een opgewekt man is, maar ik ben ervan overtuigd dat hij ook vreugdeloze gedachten heeft. En ik benijd ook de mensen niet die nooit vreugdeloze gedachten hebben.
U schreef een opera ?
KANTSJELI : Dat was voor het operahuis. Het was een abstrakt werk. De hoofdpersonages waren kleine kinderen die een wereldramp overleven, een oorlog, een grote omwenteling die alle leven doodt. Twintig jongetjes overleven in een wereld zonder taal, ze weten niet wie ze zijn en leven verwilderd. Op een vuilnisbelt vinden ze een oude piano en een oude viool met slechts één snaar. Met dat uitgangspunt begint de opera. Er wordt gezegd : in den beginne was er het woord. In die opera nu is het begin geluid, muziek. Het is geen kinderopera. Er spelen kinderen in mee, maar er is ook nog orkest, koor en ballet. Ze spreken een niet meer bestaande taal : het Soemerisch.
U schreef heel wat filmmuziek. Was dat om te overleven, zoals Sjostakovitsj en zoveel andere komponisten ?
KANTSJELI : Ik heb muziek geschreven voor ongeveer veertig films. Niet alle komponisten werkten voor de film. Wie dat deed kon nog van geluk spreken. Sjostakovitsj schreef niet zoveel voor de film, voor Schnittke was het zijn enige bron van inkomsten. Voor mij is die filmmuziek heel nuttig geweest. Van de veertig films waarvoor ik gekomponeerd heb, kan ik er mij slechts vijf of zes goed herinneren. Dat is altijd zo. Er wordt veel muziek geschreven, maar de echt goede muziek is slechts een klein deel. Zoals er ook veel films worden gedraaid, maar echt goede films…
Bij het komponeren van filmmuziek komt het erop aan om snel te zijn en een rijke verbeelding te hebben. Helpt die vaardigheid bij het komponeren van uw muziek ?
KANTSJELI : Mijn eigen muziek schrijf ik niet snel. Maar voor het teater en de film moesten we soms snel werken en in verschillende genres : rock, jazz of lichte muziek. Ik moest liedjes kunnen schrijven. De belangrijkste persoon is de regisseur, terwijl de komponist slechts een onderdeel is van het grote filmgebeuren. Wanneer ik mijn muziek schrijf ben ik zelf de regisseur, de komponist, de kunstenaar, de koreograaf. Ik kan daaraan werken zolang ik wil.
U hebt ooit gezegd, mijn muziek wordt almaar eenvoudiger en ik kan er niets aan doen. Is dat een onomkeerbaar proces ?
KANTSJELI : Dat heb ik gezegd. Maar ik weet niet wat er morgen zal gebeuren. Dat hangt van veel faktoren af. Er kan iets met mijn bewustzijn gebeuren bijvoorbeeld. Maar wanneer ik zeg dat mijn taal eenvoudiger wordt, gaat die eenvoud samen met heel wat ingewikkeldheid. Dat wil niet zeggen dat het gemakkelijk gaat. Ik zou niet willen dat het begrip eenvoud zo letterlijk wordt begrepen. Het is een ingewikkelde eenvoud. Misschien zelfs wel de meest ingewikkelde.
Was uw muziek vroeger dan meer ingewikkeld ?
KANTSJELI : Als we het over eenvoud of complexiteit hebben, dan vind ik dat te oppervlakkig. Want we weten niet wat eenvoud is. De muziek van Bach is de meest eenvoudige én de meest ingewikkelde. De muziek van Mozart is de meest ingewikkelde én de meest eenvoudige. Waar hebben we het nu over, over welke eenvoud en over welke complexiteit ?
De stemming van uw muziek, is die ook naar meer nostalgie geëvolueerd ?
KANTSJELI : Ik denk het wel. Omdat muziek de uitdrukking is van het wezen, de toestand van de mens. En mijn toestand, net als die van andere mensen, verandert afhankelijk van wat er rondom mij gebeurt. Ik denk dat het feit dat ik niet in mijn eigen vaderland en mijn eigen huis woon ook in mijn bewustzijn neerslaat.
Zou u blijere muziek schrijven als u terug in uw vaderland zou zijn ?
KANTSJELI : Ik denk het niet. Toen ik in mijn vaderland woonde schreef ik niet echt vrolijke muziek. Al mijn symfoniën heb ik er geschreven, en het zijn echte tragische en dramatische symfonieën. Dat is net zo’n begrip als eenvoud en complexiteit in de muziek. Je kan nostalgie heel eenvoudig begrijpen en heel ingewikkeld. Nostalgie hoeft zich niet te beperken tot je vaderland. Je kan in je eigen land wonen en nostalgie voelen voor de rest van de wereld. Ik denk dat elke mens dromen heeft. Bij de geboorte zijn er mensen die opgewekte, vrolijke dromen hebben en zij die trieste, droevige dromen hebben. Op je twintigste heb je andere dromen dan op je dertigste en op je zestigste zijn het weer andere. Je kan geen klassifikatie maken. Dat gaat niet.
Is een komponist gevoeliger voor die dromen ?
KANTSJELI : Elk mens kan een droom voelen. Een muzikant is niet speciaal gevoeliger. Er is een gevleugelde uitdrukking dat in elk mens een Mozart schuilt. En je kan je leven leiden en geen Mozart worden. Maar hij droomt wel in zijn leven. Maar we weten niet waarover hij droomt. Het is verkeerd om te zeggen dat mensen die muziek schrijven of gedichten schrijven, gevoeliger zijn dan anderen.
Dient muziek om het onzegbare uit te drukken ?
KANTSJELI : Ja, ik denk dat van alle kunsten muziek de meest abstrakte is. Je kan er niet over praten of denken zoals over de schilderkunst. Wanneer twee mensen een gedicht van Goethe, Poesjkin of Byron lezen, interpreteren ze dat elk op hun manier. Maar het beeld dat in het gedicht verstopt zit, is voor iedereen gelijk. Wanneer twee mensen naar een muziekstuk luisteren, interpreteren ze dat helemaal verschillend. Ik denk dat hierin de grote kracht van de muziek ligt. Ik begrijp niet dat mensen over muziek kunnen praten.
We kunnen muziek toch technisch benaderen.
KANTSJELI : Ja. Maar wanneer je het bij de pastorale symfonie van Beethoven hebt over een regenboog na het onweer, met de groene weiden en de zon die schijnt… Ik heb eens op tv een muziekexpert gezien die aan een groot publiek, aan kinderen verklaarde wat die pastorale betekent. Ik denk dat toen heel wat mensen zich heel ongelukkig gevoeld moeten hebben. En sommigen moeten gedacht hebben, ik moet het begrijpen en ik begrijp er niks van.
Door teksten in uw muziek te gebruiken stuurt u toch de interpretatie ?
KANTSJELI : Een tekst creëert een zeker beeld. En de komponist begint te denken, een beeld te zoeken. Maar dat is allemaal bij benadering. Want net zoals je niet letterlijk muziek kan begrijpen, mag je een gedicht ook niet letterlijk nemen. Een bepaald gedicht geeft je een droevig beeld, maar dat kan op zo’n niveau zijn dat het het verdriet van de hele wereld is. En als je zoiets in muziek wil uitbeelden, lukt het je waarschijnlijk niet omdat die dichter het al heeft gedaan. Je moet je eigen beeld vinden.
Heeft muziek een morele betekenis ?
KANTSJELI : Ik denk dat degene die de muziek schrijft moraal moet hebben. Muziek die geen morele betekenis heeft, gaat weg, men vergeet ze. Muziek verandert heel snel in pakken papier. Boeken, papieren, bladeren… als niemand die muziek speelt… Als een beeldhouwer een groot werk maakt en het een slecht beeld is zonder morele principes, dan staat het beeld er sowieso. Het kan er meer dan honderd jaar staan. Als muziek geen morele waarde heeft, dan verandert ze gewoon in een papier dat niemand nodig heeft. Dan wordt het niet gespeeld. Het behoort tot een van de onderdelen van het talent van degene die creëert. Elke kunstenaar moet tegenover zichzelf, niet tegenover iemand anders, moreel zuiver zijn.
Uw muziek komt uit de stilte. Dat hebt u gemeen met violist Gidon Kremer of met de filozofie van het platenmerk ECM dat uw muziek opneemt.
KANTSJELI : Die stilte bestond al voor ik iets te maken had met ECM of voor ik iets voor Kremer schreef. Het probleem van de stilte is een probleem van timbre. Ik denk dat elke komponist ermee te maken heeft. Iedere komponist lost dat op zijn eigen manier op. Mijn probleem is dat tijdens de stilte toch muziek zou klinken. Ik tracht stilte te komponeren. Ik kwel mij, ik wroet om die stiltes op papier te kunnen zetten.
Ligt de plattegrond van uw komposities op voorhand vast of gebeuren er onderweg aanpassingen ?
KANTSJELI : Het verandert telkens. Ik kan niet antwoorden op uw vraag. Niet omdat ik niet wil maar omdat ik het niet kan uitleggen. Het kreatieve proces is iets waar niemand iets over weet. Ik denk ook wanneer men het proces doorziet het ermee gedaan is. Maar aangezien het kreatieve proces altijd zal blijven bestaan, zal het raadsel blijven bestaan. Het grote vraagteken.
Moet muziek een effekt op zijn luisteraar ressorteren ?
KANTSJELI : Dat is geen passend woord. Effekt kan een hele boel betekenen. In een film kunnen effekten zitten. Ik denk dat in een kreatie het woord effekt niet op zijn plaats is. Als muziek effekt op de geest heeft, is het natuurlijk goed. Hoewel ik denk dat kunst in het algemeen de wereld niet zal veranderen. Er is wel geniale kunst, maar die verandert de wereld niet. Het zal het nationalisme niet te niet doen. Het kan geen oorlog vermijden.
Lukas Huybrechts
De kreatie van ?Simi” van Gija Kantsjeli door cellist Mstislav Rostropovitsj en het KFOV olv. Grant Llewellyn. 14/2 in het Paleis voor Schone Kunsten, Brussel.cd’s met vroeger werk van Kantsjeli op ECM New Series.
Gija Kantsjeli : Er is wel geniale kunst, maar die verandert de wereld niet.