De bescheiden jazzclub met internationale faam wist zichzelf te redden dankzij een inventieve publiekswerking.

Die avond in 2004 stapte tenorsaxofonist Branford Marsalis het podium van de Turnhoutse Warande af, de backstage in. De gigant van de New Yorkse jazzscene beende recht naar een gedrongen oude man en omhelsde hem. ‘Zonder deze man had ik hier vandaag nooit gestaan’, zei Marsalis. ‘Hij gaf mij met de band van Clark Terry een kans toen niemand anders dat risico wilde nemen.’ De oude man was Juul Anthonissen. Het podium de Hnita Jazz Club. In Heist-op-den-Berg, of all places.

Jazzverzamelaar en -journalist Anthonissen stichtte in 1955 de Heistse Jazz-Club in Zaal Bergola. Vier jaar later werd de club omgedoopt tot Hnita Jazz Club, naar de achtste-eeuwse benaming voor de Nete – het blijft een tongbreker voor wie niet van de streek is. Drie verhuizingen later ging in 1983 de Hnita-Hoeve open, een langgevelhoeve uit het begin van de twintigste eeuw. Het erg Vlaamse gebouwtje zou een begrip worden in de jazzwereld, tot in de Verenigde Staten. De lijst met grote jazznamen die naar de Lostraat afzakten, is verbluffend. Chet Baker, Jim Hall, Sun Ra, McCoy Tyner, Avishai Cohen, Toots Thielemans: allemaal kwamen ze naar het bakstenen boerderijtje.

De meeste helpers bleken niet echt jazzliefhebbers. Je voelt dat de gemeenschap ons enthousiasme deelt.’ Peter Anthonissen

Na de dood van Juul in 2008 nam zoon Peter Anthonissen de fakkel over. Zijn favoriete moment? De komst van bebopgigant Jackie McLean in 1991. ‘Iemand als hij liet zich niet zo makkelijk strikken’, vertelt Anthonissen. ‘Het moet van 1962 geleden zijn dat hij in België was geweest. Je voelde aan de opkomst en wíé er in het publiek zat dat dit iets groots was. De ontvangst bij het publiek was zo’n bom dat McLean later in Parijs tegen zijn boekingsagent zei: “Daar op die boerderij in België, daar gebéúrde iets!” Ze hebben het concert zelfs nog op cd uitgebracht. En recenter ben ik trots op het concert van zanger Gregory Porter in 2011, zijn eerste optreden in België. Hij was nauwelijks bekend en had niet het budget om zijn band in te vliegen, hij had alleen zijn vaste pianist mee. Nu speelt die man in Vorst Nationaal.’

Het moet gezegd: muzikanten twijfelen weleens of ze wel aan het goede adres zijn. Zoals Gregory Porter het zegt in Juul’s Ears, de ontroerende documentaire uit 2017 over de hoeve: ‘Ik dacht dat we hier even stopten om bier op te halen.’ Anthonissen: ‘Natuurlijk is Heist-op-den-Berg geen grootstad, en zeker voor sommige Amerikanen is het even schrikken wanneer ze hier aankomen. Tegelijk voelden mensen van oudsher dat er op deze plek een gemeenschap was die het gezamenlijk mogelijk maakte om concerten te houden. Zeker toerende muzikanten hebben een zintuig om zoiets op te pikken: als hier een jazzpodium is, moet daar een gegronde reden voor zijn. Dan doet het plezier om te merken dat sommige muzikanten vooraf hun huiswerk hebben gemaakt en heel goed weten op welke plek ze terechtkomen.’

Aan geschiedenis en frisse programmering geen gebrek. Maar infrastructureel en financieel werd het steeds zwaarder. Anthonissen: ‘Tegen 2017-2018 zag ik de toekomst somber in. Een financieel vangnet was er niet, en het gebouw was in slechte staat – het regende letterlijk binnen. Samen met onder meer Gert De Bie, die een cruciale rol speelt in het culturele ondernemerschap, gingen we aan het werk. Er kwam een vernieuwd bestuur, en een nieuwe instroom aan vrijwilligers.’

De omslag was zo inventief dat de Hnita Jazz Club er de Ultima voor Cultureel Ondernemerschap 2021 voor krijgt. Crowdfunding was de sleutel. ‘Iedereen kan aandeelhouder worden in de vennootschap, en zo mede-eigenaar van de hoeve’, legt Anthonissen uit. ‘Daarnaast hebben we een giftencampagne opgezet via de Koning Boudewijnstichting. En er was ook crowdlending via Socrowd. Dat houdt in dat mensen ons bijvoorbeeld 1000 euro lenen voor een bepaalde periode, en Socrowd daar een veelvoud van ter beschikking stelt. Die waaier van acties heeft ons een nieuw leven gegeven.’

Dat wordt door de Ultimas-jury nadrukkelijk geprezen. Uit het juryrapport: ‘De Hnita Jazz Club verdient het om te winnen vanwege de vernieuwende aanpak bij zakelijke projecten, de sterke reputatie met internationaal artiestenbereik, de grote maatschappelijke impact in een niet-stedelijk gebied en de volgehouden inspanning om koste wat het kost een gemeenschap met elkaar te verbinden.’ De motivering raakt Peter Anthonissen, en niet alleen wegens het zakelijke aspect. ‘Heel veel mensen bleken zich betrokken te voelen bij dit project’, zegt hij. ‘Hoe dat draagvlak blijft groeien vind ik heel bijzonder. Vanuit jazzperspectief bekeken vroeg ik me lang af: zijn er wel genoeg jazzliefhebbers in de streek om dit project overeind te houden? Tot bleek dat de meerderheid van de betrokkenen niet noodzakelijk jazzliefhebbers zijn. Wel mensen die er belang aan hechten dat het erfgoed wordt bewaard, dat er een breed podium is in Heist en omgeving, en die als gemeenschap het enthousiasme van de ploeg delen.’

Maatschappelijke impact in niet-stedelijk gebied: het klinkt Wetstraatees, maar het was altijd al de opzet van stichter Juul Anthonissen. Hij wilde jazz brengen in een gebied dat ver af lag van de grote podia in Brussel, Gent en Antwerpen. ‘Dat was meteen zijn uitgangspunt in 1955’, zegt zijn zoon. ‘Zijn stelling was: wat in Antwerpen en Brussel mogelijk is, moet ook in Heist-op-den-Berg mogelijk zijn. (lacht) Het getuigt van jeugdige ambitie. En het blijft belangrijk: het lokale en het globale komen hier samen. En dat zal in de programmering ook zo blijven. Plaatselijke artiesten en internationale namen hebben hier een plek.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content