Veerle Draulans doceert aan de theologische faculteit van de Universiteit Tilburg en aan de faculteit sociale wetenschappen van de KU Leuven.

Voor de actie van Amnesty International: zie www.amnestyinternational.be

Augustus 2003. Frankrijk kreunt onder de tropische hitte. Meer dan tienduizend mensen bezwijken. Hulpverleners werken de klok rond en zijn geschokt door de eenzaamheid en anonimiteit waarin mensen leven en sterven. Doden naar wie niemand omkijkt, naar wie niemand zoekt. Terwijl mensen genieten van een heerlijke vakantie.

Eén Franse dode lijdt niet onder gebrek aan belangstelling: Marie Trintignant. Een verhitte discussie met haar minnaar kost haar het leven. Zij: 41 jaar, ster van het witte doek, vrijgevochten, moeder van vier kinderen. Hij: 39 jaar, leider van de rockgroep Noir Désir, springt in de bres voor de Chiapasindianen, komt op voor de bevrijding van Tibet, wordt gezien aan de zijde van José Bové, militeert tegen het Front National. In de nacht van 26 op 27 juli 2003 slaat hij zijn vriendin bewusteloos in hun hotelkamer in Vilnius. ’s Ochtends worden beide geliefden naar het ziekenhuis gevoerd: zij is hersendood en wordt kunstmatig in leven gehouden, hij nam een overdosis geneesmiddelen in combinatie met alcohol.

Het is voorpaginanieuws, ook in Le Monde. Plots staat het droeve lot van vele anonieme vrouwen, slachtoffer van huiselijk geweld, in de kijker. Partnergeweld is niet enkel een persoonlijk, maar ook een grootschalig maatschappelijk pijnpunt: voor een op de tien vrouwen in Frankrijk is de woning de meest bedreigende plek. Vaak dienen slachtoffers evenwel geen klacht in omdat ze zich emotioneel te sterk verbonden voelen met hun partner. Ze minimaliseren of ontkennen de daden. Heel even haalt een probleem waar vrouwenbewegingen al jaren aandacht voor vragen, de media. Spoedig daarna verdwijnt het partnergeweld weer achter de zwijgzame gevels.

Makkelijker te leven valt er kennelijk met de ver-van-mijn-bed-informatie over geweld tegen vrouwen en kinderen in oorlogsgebieden. Zoals de getuigenissen die ruimtereiziger Frank De Winne in vluchtelingenkampen van Darfur optekende over systematische verkrachtingen van vrouwen en jonge meisjes. In 1998 al noemden de Verenigde Naties het toenemende geweld tegen vrouwen als oorlogswapen meer dan zorgwekkend. De VN pasten de definitie van oorlogsmisdaden aan met een artikel over gender-recht. Hierin worden verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap, gedwongen sterilisatie en andere vormen van seksueel geweld benoemd als ernstige schendingen van de Conventie van Genève. Op 22 juli 2004 bracht Amnesty International deze problematiek treffend in beeld via een opmerkelijke ééndagsaffiche. Je ziet een militair in volle actie, met als sobere, begeleidende commentaar: ‘Zijn gevaarlijkste wapen bevindt zich 5 cm lager.’

Maar ook nu blijft het leed van vele andere vrouwen in de wereld gevangen in de stilte van vier muren: slachtoffers van mensenhandel, incest, genitale verminking, bruidsschatdiscussies enzovoort. Flamboyante verhalen als dat van Trintignant brengen hun problematiek niet onder de aandacht van het grote publiek, camera’s in Darfur vertellen hun verhaal niet. Voor hen geen koude rillingen op een warme zomerdag.

VEERLE DRAULANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content